De Waterschans nr. 1-2008
kost bij elkaar scharrelt maar
ook de gedane investeringen te
rugverdient, zodat met dat oor
spronkelijke geld volgende kolo
niën gesticht kunnen worden. De
man achter die ambitieuze plan
nen is generaal-majoor Johannes
van den Bosch. Achtendertig
jaar, een self-made man, weduw
naar, een charmeur, maar vooral
een doener, een aanpakker, een
wervelwind: "Ik ben nimmer be
sluiteloos en draal nog minder."
Een lezeres van mijn boek noemt
hem op haar website "een negen-
tiende-eeuwse variant op wat we
tegenwoordig een ADHD-er zou
den noemen". Dat is misschien
Afb. 2 Koloniale vrouwen- en
kinderkleding.
land, maar al zo'n vijfentwintig
jaar inwoner van de stad.
Ik ben nimmer besluiteloos
Het is mooi dat de Maatschappij
van Weldadigheid vanaf de eer
ste dagen van haar bestaan een
geweldig goed archief heeft bij
gehouden. Dankzij dat archief
zijn de gebeurtenissen op en
rond de kolonie bijna van dag tot
dag te volgen en dat is ook wat ik
heb geprobeerd te doen in mijn
boek De proefkolonie. Ook op
basis van dat archief heeft de
Onstwedder landschapsschilder
Geert Schreuder een schilderij
van de proefkolonie gemaakt
(afb. 3). Het archief berust, met
inventarisnummer 0186, bij het
Drents Archief in Assen.
Direct bij aankomst worden de
Uhls in de kleren gestoken. Alle
kolonisten lopen in blauwe, uni
forme kleding. Daar zitten twee
gedachten achter. Als mensen
nette spulletje hebben, zullen ze
zich automatisch netjes gaan ge
dragen. Maar ook: "De desertie
wordt door eene herkenbaare
soort van kleding moeijelijk ge
maakt."
Afb. 3 Schilderij Geert Schreuder.
De familie Uhl komt in Frede-
riksoord te wonen in een hoeve
ten noorden van de Vledderweg
die tegenwoordig Majoor van
Swietenlaan heet. Het zijn een
voudige huisjes, niet groot, maar
onvergelijkbaar beter dan de ar
menhuisvesting in de steden. Wie
heden ten dage door Frederiks-
oord loopt kan nog enkele van
die huisjes in hun oorspronkelij
ke staat zien. Nouja, als je het
dubbelglas wegdenkt en de cen
trale verwarming...
En prompt begint ook het werk.
Het is hier geen vakantiekamp.
De bedoeling is dat iedereen met
zijn werk niet alleen de eigen
XüjüA
1968 - 2 O O 8
De Waterschans nr. 1-2008
Afb. 4 Johannes van den Bosch.
wel een beetje waar. Maar de
Volkskrant schreef: "Op de ke
per beschouwd verdient die man
een monument." En daar ben ik
het ook mee eens: het ging niet
altijd fijntjes en doordacht maar
Johannes van den Bosch pro
beerde tenminste wat aan de ar
moede te doen.
Mannen en oudere jongens wer
ken op het land, vrouwen en de
andere kinderen spinnen wol en
vlas. Het gezin Uhl heeft een ge
zinssamenstelling waardoor er
voldoende werkkracht is voor al
dat werk. Dat verandert ook niet
als de man des huizes in 1822 op
55-jarige leeftijd overlijdt. Ze
worden gerekend tot de "oppas
sende" en "werkzame" gezinnen.
En van de andere kant..., bevalt
het de Uhls in de kolonie?
Gecombineerd wees- en
armkinderhuis
Blijkbaar, want ze zijn er niet weg
te branden. Zoon Jean Antoine
Uhl trouwt met een kolonisten
dochter uit Monnickendam, wordt
benoemd tot opvolger van zijn
vader en blijft zijn hele leven ko
lonist. Zoon Wilhelm Friedrich
wordt kolonist door een kolonis
tendochter uit Groningen te hu
wen en zijn schoonvader op
diens hoeve op te volgen. Zoon
Lodewijk Willem trouwt - het
wordt eentonig - met een kolo
nistendochter en bewoont hoeve
151 in Frederiksoord. En zoon
Martinus tenslotte vindt emplooi
in het koloniale onderwijs, eerst
als hulponderwijzer, later als
hoofd van de school in Wilhelmi-
naoord.
Bij aankomst begonnen met één
hoeve, bezetten de nakomelin
gen Uhl er twintig jaar later vier.
Al met al zijn er in Frederiks
oord, Wilhelminaoord en Wil
lemsoord zo'n vierhonderd hoe
ves tot stand gekomen, waarvan
dus op een gegeven moment één
procent door de Uhls wordt be
woond.
Niet alleen de lokale subcommis
sie van weldadigheid uit Bergen
op Zoom plaatst kolonisten. De
in Noord-Brabant gelegerde mi
litairen vormen samen ook een
subcommissie van weldadigheid
en dankzij die militaire subcom
missie vertrekt Johannes Augus
tijn met zijn gezin naar Willems
oord.
En er is nog een derde manier
waarop inwoners van Bergen op
Zoom in de kolonie kunnen ko
men. In 1821 sluiten de 'Regen
ten van het Gecombineerd Wees-
en Armkinderhuis te Bergenop-
Zoom' een contract met de
Maatschappij van Weldadigheid.
Laatstgenoemde belooft te zul
len voeden, huisvesten en te
werkstellen "zes weeskinderen
benevens twee behoeftige huis
gezinnen" en in ruil daarvoor be
taalt het gecombineerd wees- en
armkinderhuis 360 gulden per
jaar. Die betaling wordt gegaran
deerd door 'Burgemeesteren der
Stad BergenopZoom' en door
Gedeputeerde Staten van de
provincie, en als het bedrag zes
tien jaar lang is voldaan, wordt
het kinderhuis eigenaar van drie
hoeves waarin zij "voor altoos"
zonder verdere kosten armen uit
Bergen op Zoom mag plaatsen.1
Een van de eerste 'behoeftige
huisgezinnen' dat via deze con
structie vertrekt, is dat van An-
ff-O