De Waterschans nr. 2-2008
Afb. 9. Dr. Jean Riolanus (1577-1657) geneeskundig en botanisch
professor aan het College Royal Parijs en lijfarts van de koningin
moeder Maria de Medici. Riolanus is vooral bekend om zijn verzet
tegen Dr. William Harvy die het hart 'gereduceerd' had tot eert pomp.
Johann Veslingius (1598-1649) hoogleraar anatomie en chirurgie aan
de universiteit van Padua. Beiden veronderstellen een levende geboorte
van het kind na de dood van de Maria Elisabeth.
kamer), maar een kleinere hoe
veelheid - enkele druppels - gaat
via de longen waar het 'lucht met
een vitale factor' opneemt dat
vervolgens in de linker kamer
(waar een aangeboren warmte
heerst) met het veneuze bloed
verder wordt verhit. Bij een pro
ces van 'verbranding' ontstaat
dan de 'spiritus vitalis' (levens
geest). Zowel de spiritus vitalis
als de warmte gaan via de slag
aderlijke vaten naar alle delen
van het lichaam waar ze even
eens verbruikt worden. In de
slagaderlijke vaten van de her
senen wordt het spiritus vitalis
getransformeerd tot spiritus ani
malis (zielegeest, werking zin
tuigen) het actieve principe van
het zenuwstelsel.
De vitale factor of ook de 'kwali
teit warmte' genoemd (denk
hierbij aan zuurstof, niettegen
staande het feit dat dit als zoda
nig ruim 1500 jaar later wordt
beschreven) die het bloed bin
nen komt, tijdens passage door
de longen, is volgens Galenus de
belangrijkste kwaliteit voor het
handhaven van het leven. Wan
neer de ademhaling en pols ver
minderen, reflecteert dit de ver
minderde productie van de spiri
tus vitalis en daardoor ook die
van de spiritus animalis met als
gevolg een uitdoven van het le
ven. Wanneer de vermindering in
gang gezet is, is er geen herstel
meer mogelijk.
Galenus beschrijft dat epilepsie
veroorzaakt wordt door een ver
andering in de hersenen. Deze
verandering kan direct maar
ook indirect zijn. Een indirecte
vorm van epilepsie is hetgeen
Galenus "epilepsie door sympa
thie" noemt. Een irritatie ont
staat in een ander deel van het li
chaam en via de zenuwen of
humoren worden dan de herse
nen aangetast en ontstaan er
convulsies. Binnen het humorale
concept zijn het de toxische dam
pen van verkeerde humoren die
de hersenen prikkelen. Een be
ruchte plaats voor het ontstaan
van "epilepsie door sympathie"
is de maagmond.
De medici nu vermoeden dat
door het eten van verkeerd
voedsel of door verkeerde dam
pen afkomstig van de foetus, Ma
ria Elisabeth in een epileptische
toestand is geraakt. Deze toe
stand verergerde in de loop van
de dag, waarbij Dr. Peelen de
ademhaling en pols niet meer
kon waarnemen en Maria Elisa
beth's lichamelijke activiteiten
tot nihil waren gereduceerd. Ten
slotte stopt de verbranding in de
linker hartkamer en doet de
dood haar intrede.
In een van de getuigenverklarin
gen komt naar voren dat Maria
Elisabeth een klein en tenger
postuur heeft. Vanaf een vrij jon
ge leeftijd klaagt zij over pijnen
in de rug. Zij bezoekt regelmatig
kuurbaden in Aken om de pijnen
te verzachten.
Matthijs van Montfoort getuigt
dat Maria Elisabeth "twee ver-
scheijden reijsen (keren), voor
haer Genade affsterven, ge-
craemt heeft ende elcker reijse
[keer] een doot kindt, sijnde
soonties, ter wereldt gebracht
heeft". Daarnaast bevestigt jon
ker van Montfoort dat "hoogh-
gemeltte Marquise daer be
neffens noch twee miscraemen
heeft gehatt". De advocaten wij
zen het hof erop dat Maria Elisa
beth hierin "gelijckt dan op die
vrouwmoeder [Maria Mencia] 't
selve inconvenient ende swack-
heijt der natuire mede subject is
geweest so oock verscheidene
miscraemen heeft gehadt ende
alleen een vreulin als naement-
lick die vrouw marquise ter we-
relt heeft gebracht". Wordt hier
verwezen naar een erfelijke be
lasting ("inconvenient ende
swackheijt der natuire")?
Uit deze verklaringen had men
minimaal kunnen opmaken dat
de problemen van Maria Elisa
beth primair te maken hebben
met de zwangerschap en niet met
de epilepsie. Ondanks het feit
dat reeds de Hippocratici spra
ken over "krampen" tijdens de
zwangerschap en in een schrijven
van het jaar 1609 de Fransman
Jacques Guillemaeu aandringt
op het verplicht beëindigen van
de zwangerschap als therapie
voor de convulsies, worden door
het grotendeel van de toenmali
ge medici de convulsies niet in
relatie gezien met de zwanger
schap.
Wij weten dat graaf Herman te
Spa stierf in de herberg Tm Ver
gulde Lew'. Enkele dagen eerder
schrijft hij aan zijn zuster Catha-
1 9 8 - 2 OO 8
De Waterschans nr. 2-2008
rina gravin van Culemborg: "ess
ist woll also dass ich unpasslich
bin, auch mit drye verscheiden
kranckten beladenn, nemtlich
kortheit dess adems, graveell
[gruis, nier- of blaassteentjes]
und wasserladens" [waterzucht].
Na zijn dood schrijft zijn dochter
Juliana: "De doctoren soo het li
chaam hebben gebalsemt hebben
bevonden drie sterffelijke acci
denten, die was dat de maeghe
ten enemael was vervuijlt ofte
verdorven, zoo oock de milt ende
het argste daar genen raadt toe
was te moogen cureren, dat was
het hert was bijnaar int water
swemmende 't welk geen cours
neerwaarts konde genemen".
Deze klachten wijzen hier duide
lijk in de richting van een nierin-
sufficiëntie.
Blijft ons af te vragen of epilep
sie in de familie voorkomt. Ik
denk dat we deze vraag positief
moeten beantwoorden. Naar
mijn mening wordt de term 'on
nozel' ten onrechte geplakt bij
de persoon van graaf Joost
(1565-1600). Uit de bronnen
blijkt wel dat er iets aan de hand
is met deze vierde zoon van graaf
Willem IV en Maria van Nassau
(hij erft niet mee in de goederen
van zijn ouders!). Wanneer ik de
'therapieën' en 'medicamenten'
analyseer dan valt mij, naast de
overeenkomst van de gebruikte
kruiden en voedsel, ook enkele
aanbevelingen op die bij de be
schrijving van de 'heilige ziekte'
vaak worden genoemd. In een
brief gedateerd 20 september
1581 schrijft Dr. Goert Steegh
aan Maria van Nassau over graaf
Joost onder andere: "lek hebbe
met sijn Genade gesproocken
van alle dingen daer die sich be-
hoert voer te wachten als: hoech
neder te sien, van zeer blinkende
dingen als vier [vuur] ...als oeck
'tselfde zijn Genade van Dr. Wy-
er [1515-1588] ende Dr. Mathijs
wel verstaende hadde". Dat er in
het archief van Huis Bergh een
achttal brieven van Johannes
Wier worden aangetroffen, is
binnen dit perspectief gezien niet
zo vreemd. Deze beroemde te
genstander van de heksenjacht
zocht naar een natuurlijke oor
zaak der dingen en verwijst naar
de geesteszieken tot het gebied
van de geneeskunst en niet tot
die van de rechtsgeleerdheid of
de theologie.
Het geheel overziend en mij ter
dege realiserend dat er voor een
tegenwoordige diagnose te wei
nig gegevens bekend zijn, wijzen
de beschreven klachten en ziek-
Willem IV graaf van den Bergh
1537-1586
x
Maria van Nassau-Dillenburg
1539-1599
Herman graaf van den Bergh
1558-1611
x
Maria Mencia van Witthem
Markiezin van Bergen op Zoom
1581-1613
Frederik graaf van den Bergh
1559-1618
x
Franijoise de Ravenel
1583-1629
Hendrik graaf van den Bergh
1573-1638
x
Margaretha van Witthem
erfdochter markiezaat Bergen op Zoom
1582-1627
Maria Elisabeth I van den Bergh x 1
Markiezin van Bergen op Zoom
1610-1633
Albert graaf van den Bergh
Heer van Boxmeer
1607-1656
x 2.
Magdalena de Cusance
erfdochter markiezaat Bergen op Zoom
1620-1689
Maria Clara van den Bergh
1644-1715
x
Maximilian Hohenzollern-Sigmaringen
1636-1689"
Eleonora van den Bergh
1613-1657
x
Frederik Maurits I
de la Tour d'Auvergne
1605-1652
Frederik Maurits II x
de la Tour d'Auvergne
1642-1707
Maria Elisabeth II
Markiezin Bergen op de Zoom
1613-1671
x
Eitel Friedrich
Hohenzollern-Hechingen
1623-1661
Henriëtte Francisca
Hohenzollern-Hechingen
Markiezin Bergen op de Zoom
1642-1698
Francois Egon de la Tour d'Auvergne
Markies van Bergen op de Zoom
1675-1710
Afb. 10. Genealogie van de huizen van Bergh en Bergen op Zoom (Naar: W.A. van HamHet Doorluchtige
Huis van Bergen op Zoom. Zaltbommel 1977, p. 94).
OO 8
ff-O