Ward Warmoeskerken
Een u'tStapje 'o^er de grenS' uit lgOD
De Waterschans nr. 2-2008
1968 - 2 O O 8
1968- 2008 65
tegeschiedenis bij Maria Elisa
beth in de richting van een preëxi-
sterend [familiair] nierprobleem
met in de zwangerschap de ont
wikkeling van een eclampsie
[zwangerschapsstuipen, coma]
kortweg gedefinieerd als een "ge-
superponeerde eclampsie". Voor
het optreden van eclampsie vin
den we onder andere de navol
gende statistische gegevens: a.
komt vaker voor bij de eerste
zwangerschap, b. bij meervoudi
ge zwangerschap, c. sterke toe
name vanaf de zesde maand op
klimmende tot de negende
maand, d. vaker in de winter
maanden, e. gewoonlijk leidt de
eclampsie de baring in. Het
komt voor dat na de aanvallen
de baring niet begint, zoals bij
Maria Elisabeth het geval is.
Dan is de kans vrij groot dat de
foetus sterft. Belangrijk is als de
moeder het overleeft, dat na de
geboorte van de dode foetus de
aanvallen niet meer optreden,
Wat betreft de mortaliteit van de
moeder: a. hoe groter het aantal
aanvallen hoe slechter de prog
nose, b. de heftigheid en duur
verhogen de kans op een dode
lijk afloop.
Uit deze statistische gegevens
moeten wij helaas de conclusie
trekken dat Maria Elisabeth niet
op een goede afloop heeft mo
gen rekenen. Gelet op de sum
miere beschrijvingen van de (do
delijke) bevallingen van haar
moeder was Maria Elisabeth
vermoedelijk erfelijk belast met
een problematisch verlopende
zwangerschap. Oorzaken op mo
leculair niveau zijn na vele jaren
van research nog steeds niet be
kend. Men spreekt hier wel eens
over 'de ziekte der theorieën'
maar een doorbraak door mid
del van de nieuwe DNA techno
logie is een hoopvolle verwach
ting. Wel is het zo dat eclampsie
sneller herkend wordt en daar
door beter behandelbaar is,
maar Dr. Joannes Rombius, lij
farts van Maria Elisabeth, ver
zuchtte bij haar dood dat over
deze "swaere questie veel ge
leerde medicijns koppen soude
gebroocken werden".
Hoe juist is deze vooronderstel
ling gebleken.
Nawoord
Graaf Hendrik kwam bij senten
tie van 30 maart 1637 in het bezit
van alle acht lenen. Lang heeft
hij er niet van mogen genieten.
Hij overleed in de herberg 'de
Zwaan' te Zutphen op 22 mei
1638 en werd op 31 mei begraven
te 's Heerenberg. In 1641 gaf zijn
weduwe haar rechten aan Maria
Elisabeth II, prinses van Hohen-
zollern-Hechingen, dochter van
graaf Hendrik uit zijn eerste hu
welijk met Margaretha van Wit-
them, een jongere zuster van Ma
ria Mencia. Maria Elisabeth II is
daadwerkelijk regerend gravin
geweest van Huis Bergh. Treffend
is dat zij in 1644 haar rechten, wat
betreft de Gelderse lenen, af
stond aan haar neef graaf Albert.
Daartegenover stond dat graaf
Albert zou afzien van zijn aan-
sprake op het markiezaat van
Bergen op Zoom. Het proces om
de opvolging van Maria Elisa
beth I in de genoemde acht lenen
heeft dus in werkelijkheid elf
jaar geduurd. Het bracht Huis
Bergh slechts financiële verlie
zen. Graaf Albert hertrouwde
met een nicht van zowel Maria
Elisabeth I als van Maria Elisa
beth II, Madeleine de Cusance.
Zij was een dochter van de nu
jongste zus van Maria Mencia,
Ernestina gehuwd met Claude
Francois de Cusance. Graaf Al-
bert, die zeer vetzuchtig was,
stierf op 17 juli 1656 op 48-jarige
leeftijd te Boxmeer. Via zijn
dochter Maria Clara, gehuwd
met Maximilian van Hohenzol-
lern-Sigmaringen, kwam Huis
Bergh voor vele eeuwen in het
bezit van het Huis Hohenzol-
lern-Sigmaringen.
Tenslotte blijkt uit de geschreven
feiten hoe sterk nog de invloed
was van de Autoriteit. Steeds
gaat men bij zijn of haar overwe
gingen uit van of valt men terug
op gezaghebbende auteurs. De
geneeskunde was sterk geba
seerd op de concepten van Gale-
nus die zelf weer steunde op de
uitspraken van onder andere
Hippocrates en Aristoteles. Het
is kort na de dood van Maria Eli
sabeth dat Renatus Descartes
(de Franse wiskundige en filo
soof die een groot deel van zijn
leven hier in ons land leefde en
werkte) de methodische twijfel
introduceerde (Je pense, done je
suis-Cogito, ergo sum). Het expe
riment verdrong de autoriteit. In
de tweede helft van de zeven
tiende eeuw bepaalt men niet
meer op grond van getuigenver
klaringen of een kind levend dan
wel dood ter wereld is gekomen,
maar men bewijst het leven aan
de hand van het experiment: de
longen werden uit het dode li
chaampje genomen en in water
gedompeld. Bleven zij drijven
dan hadden de longen lucht op
genomen en had het kind ge
leefd.
Commentaar:
Anders dan anders. Dat is deze editie van
WARdTAAL. De examens zijn achter de rug,
de rapporten zijn opgehaald en de boeken
ingeleverd. De vakantie staat voor de deur!
Voor velen een tijd om verre reizen te maken
en te genieten van rust, Daarom een speciale
vakantie-editie: over vakantie in de vorige
eeuw. Een uitstapje uit 1900, een VVV-gids
uit de jaren '70 van de vorige eeuw en
komkommernieuws uit de 40 jaar dat de
Waterschans bestaat. De (vakantie-)
advertenties in deze WARdTAAL zijn afkomstig
uit BeatrijsKatholiek Weekblad voor de Vrouw
uit de edities van juli en augustus 1950. Veel
lees- en kijkplezier en een prettige vakantie!
In de Gids voor Bergen op Zoom en Omstreken, die rond 1900 ver
scheen, staat een uitstapje naar België vermeld: een wandeling van
Stabroek naar Kapellen. De tram naar Stabroek bestaat al lang niet
meer, maar met de fiets is dit dorp prima te bereiken, dus: veel fiets
en wandelplezier!
Onder de verschillende uitstap
jes welke van Bergen op Zoom
uit kunnen gemaakt worden, wil
len we er thans een beschrijven,
dat meer den naam van een
reisje verdient dan van een wan
deling (ofschoon ook de voeten
in dezen het meeste moeten
presteeren).
Het betreft n.l. een wandeling
van Stabroek naar Capelle, wel
ke beide plaatsen even over de
Belgische grens zijn gelegen. De
heele route te loopen, is slechts
voor die enkelen te doen, welke
over een flinke dosis wandel-ge
hardheid kunnen beschikken,
daar de geheele wandeling een
uur of 6 a 7 zou vorderen. Het is
daarom dat we de tram nemen
tot het dorp Stabroek en van
daar uit naar Capelle kuieren.
Te Stabroek verlaten we de
tram aan de Melkerij of aan de
'Klok'. Het dorp zelf is eene lan
ge straat van een paar K.M. en
omzoomd door hooge boomen.
Het eigenaardige van dat dorp
is evenwel, dat aan weerskanten
van den weg een watergang
loopt en de bewoners van de
aangrenzende huizen hunne
woningen slechts over een brug
getje of steenen duiker kunnen
bereiken. In het geheel zijn er
zoo nagenoeg 160 a 170 en het
is een eigenaardig gezicht.
Bronnen van bovengeschreven artikel:
Archief Huis Bergh - Procesboeken
graaf Hendrik contra graaf Albert,
inv.nr. 742 I/II.
Schrijver verwijst naar geschreven
teksten over ook nu nog altijd actuele
vraag wanneer het menselijk leven
aanvangt. Is dat bij de conceptie,
geboorte of gedurende de ontwikkeling
van de foetus? In de tijd van Maria
Elisabeth lag het accent sterk op het
ontvangen van de ziel (God blies de
adem in). Het tijdstip wordt door de
moeder duidelijk waargenomen; zij voelt
het kind voor het eerst schoppen. Oude
rechtsbronnen laten zien dat juist direct
na dit tijdstip een dader strenger gestraft
wordt wanneer hij een zwangere vrouw
mishandeld.
Maria Elisabeth lag in een diep coma
waaruit zij niet is ontwaakt. Recentelijk
komt de casus voor waarin de moeder
hersendood verklaard is, maar het
lichaam kunstmatig in leven gehouden
wordt om de foetus een kans te geven
zich normaal te ontwikkelen. Hebben
medici het recht daartoe? Juridisch
komt de vraag eveneens terug in het
geval van abortus. Hoe actueel is het
bovengeschreven proces gebleven?
*Dit artikel is eerder verschenen in het
Jaarboek Achterhoek en Liemers 2006.
Dc heer Wieringa promoveerde tot
Doctor Medicus aan de Universiteit van
Leiden. Hij verrichtte aldaar en in de
Verenigde Staten fundamenteel medisch
onderzoek. Sinds zijn afscheid van het
universitaire leven verricht hij archief
onderzoek naar mentaliteitsveranderin
gen op medisch/wetenschappelijk gebied
in de zeventiende eeuw. Woont te
Doetinchem.
XijfciX
40
speciale
rclkfirifci 3^