De Waterschans nr. 2-2008
De Waterschans nr. 2-2008
KLEI EN LEEM
wi'
DB POTTENBAKKKSOVEN
IN HALDER
o$
P~L
AARDEWERK
o:
b';
80
3
S-i
Hj
Afb. 5. Blad 1, leskist, Romeinen in Noord-Brabant. Klei en leem.
Afb. 6. Blad 2, leskist.
O-i
M
W
cs
Maak je eigen gezichtsurn
H.-|
Mvi
r
*3
Afb. 7. Blad 3. Voor alle 16 thema 's is schriftelijk materiaal aanwezig.
kist bevinden zich voorwerpen
waarmee de leerlingen zelfstan
dig aan de slag gaan. Aan de
hand van de voorwerpen en de
daarbij behorende werkbladen
leren zij over de verschillende as
pecten van het leven in de Ro
meinse tijd, waaronder: het
schrift, geld, kleding, infrastruc
tuur, het badhuis, huizenbouw,
religie, sport en spel en het leger.
De leerlingen krijgen ieder een
voorwerp in handen. Met behulp
van een kijklijst wordt het voor
werp door de leerling grondig
bekeken. De kijklijst leidt leer
lingen langs een aantal vragen
die betrekking hebben op de in
formatie die in het voorwerp be
sloten ligt. Alleen al door goed te
kijken komen zij meer te weten
over uiterlijk, constructie, func
tie, financiële waarde, zeldzaam-
heidswaarde, emotionele waarde
en bijzonderheden van het voor
werp.
Deze 32 voorwerpen in de leskist
hebben betrekking op zestien
thema's. Bij ieder thema zijn
twee verschillende voorwerpen
geselecteerd die een duidelijke
relatie met dit thema hebben. Zo
staan een stilus (schrijfstift) en
een wasboekje model voor het
thema 'het schrift'. Bij het thema
'kleding' zijn dit een spinklosje en
een fibula (gesp), terwijl 'infrast
ructuur' gevisualiseerd wordt
door een schoen en een kopie
van de landkaart van Peutinger.
Leerlingen hebben onvoldoende
voorkennis om een voorwerp na
grondige observatie te kunnen
plaatsen in een historische con
text. Daarom is bij alle zestien
thema's schriftelijk materiaal ge
maakt. Op deze bladen vinden
de leerlingen gegevens over de
voorwerpen die zij hebben beke
ken zodat zij de vragen die zij op
de kijklijst hebben ingevuld zelf
kunnen controleren. Daarnaast
geven deze bladen aanvullende
informatie over het thema waar
op de voorwerpen betrekking
hebben. De werkbladen 'Zoek
zelf uit' (basisonderwijs) en 'On
derzoek' (voortgezet onderwijs)
bevatten verwerkingsopdrachten
die betrekking hebben op de
combinatie van voorwerp en the
ma. Bijvoorbeeld het thema 're
ligie'. De voorwerpen hierbij zijn
een replica van een Hercules
beeldje en enkele Romeinse
munten. In het informatieblad
lezen de leerlingen over de vere
ring van inheemse en Romeinse
goden. In het werkblad vinden
de leerlingen gegevens over de
opgraving van de tempel van
Empel. De hierbij behorende
vragen en opdrachten leiden
leerlingen tot de conclusie dat
deze tempel was gewijd aan Her
cules Magusanus aan wie onder
andere munten zijn geofferd. De
leerlingen kunnen de opdrachten
zelfstandig maken. Naast een in
formatieblad en een werkblad is
voor ieder thema ook een 'doe-
het-zelf-blad' beschikbaar. De
'doe-het-zelf-bladen' zijn voor
basis- en voortgezet onderwijs
dezelfde. Zij zijn erop gericht om
de leerlingen zelf iets te laten
maken in handvaardigheidlessen
of thuis. Zo wordt bij het thema
'voedsel' een recept van een Ro
meins maal gegeven. Bij het the
ma 'aardewerk' worden op dit
blad aanwijzingen gegeven hoe
je een gezichtsurn kunt maken.
Door het werken met museale
voorwerpen uit de leskist leren
de leerlingen kijken en ontdek
ken zij wat voorwerpen over de
mensen in de Romeinse tijd ver
tellen. De belangstelling die
daarmee wordt opgewekt, kan
worden verdiept in het museum.
Na het 'doorwerken' van de les
kist is het een aanrader om met
de leerlingen een bezoek te
brengen aan de Gevangenpoort
of Het Markiezenhof. In deze
musea zijn originele objecten te
vinden vergelijkbaar met die, die
door de leerlingen bestudeerd
zijn.
De leskist is te verkrijgen bij
Stichting In den Scherminckel en
kost €50,- voor drie weken.
Meer informatie kunt u krijgen
bij: www.cultuureducatieberge-
nopzoom.nl
Verantwoording:
1968 - 2 O O 8
1968- 2008 81
Inheemse kom
De kom is gemaakt van slierten kiel die op elkaar zijn
gelegd. De pot is glad gemaakt door de slierten aan
elkaar te wrijven. De sporen van het handwerk zijn nog
duidelijk te zien. Het aardewerk Is gebakken in een
veldoven en daardoor verkleurd.
ROHISII'\Ö6 bökcr De beker is gemaakt op
een draaischijf. De
klei op de rond
draaiende schijf is
met de hand inde
goede vorm gebracht.
De sporen hiervan
zijn nog te zien aan
de lijnen die gel[jk-
matig om de beker
lopen. De buiten
kant van de pot is
met gruis ruw ge
maakt, zodat de
gladde pot niet uit
de handen kan
In de omgeving van beken en riviertjes
wordt klei en leem gevonden. Leem is
een soort taaie klei. Het wordt gebruikt
bij de bouw van een huis. De wanden
van een huis zijn gevlochten van
wilgentakken. Met leem worden de
wanden dichtgesmeerd en de vloer in het
huis gelegd. Ook voor het bouwen van
brood- en pottenbakkersovens gebruikt
men leem.
De klei uit de buurt van de beken en
riviertjes gebruikt men voor het maken van aardewerk. Het aardewerk wordt in een veldoven
gebakken. Een veldoven bestaat uit een kuil waarin een laag houtspaanders wordt gelegd.
Daarop liggen de gedroogde potten met de opening naar beneden opgestapeld. Daar overheen
en er tegenaan wordt hout gestapeld, waarna het hout in de kuil in brand wordt gestoken. Als het
hout goed brandt, dekt de pottenbakker de kuil met graszoden af. Daardoor stijgt de temperatuur.
Na twaalf uur in deze oven is het aardewerk gebakken. De veldoven kan daarna niet meer worden
gebruikt.
In de eeuwen voordat de Romeinen in onze streken komen is de vorm van de huizen en de
manier van pottenbakken nauwelijks veranderd. Maar in de Romeinse tijd ontstaan grotere
boerderijen met grotere schuren. Archeologen denken dat dit het gevolg is geweest van handel
met het Romeinse leger, dat voor de soldaten graan, kaas, vlees en paarden inkocht. Ook
voorwerpen van Romeinse afkomst die in sommige nederzettingen zijn gevonden wijzen op
handel met de Romeinen.
In deze periode verandert ook de manier van pottenbakken. De Romeinen gebruiken bij het
maken van aardewerk de
draaischijf. Daarmee kan
aardewerk mooi
regelmatig gevormd
worden.
De Romeinen
gebruiken ook
heteluchtovens.
De Romeinse
ovens kunnen
vaker gebruikt
worden. Het
gebruik van de
draaischijf en de
potten ba kkersoven
moet door de
inheemse
bevolking zijn
afgekeken van de
Romeinen.
BLAD 1
50
VOORWERP
IOA EN lolt
Aardewerk speelt in de
archeologie een belangrijke
rol. Het wordt veel gevonden
en is meestal goed bewaard,
zij het meestal in scherven.
Door het aardewerk te
bestuderen heeft men ontdekt
dat voor de komst van de
Romeinen potten helemaal
met de hand werden gemaakt.
De kunst van het
pottenbakken met behulp van
een draaischijf is van de
Romeinen afgekeken. Maar
hoe wordt dit aardewerk
eigenlijk gebakken?
In mei 1973 wordt in Halder
bij Sint-Michielsgestel een
belangrijke vondst gedaan.
In de omgeving zijn nl eerder een kleikuil en watoputten onldtUHar nu komen bij bou.vn erkzaamheden de
resten van een pottenbakkersoven aan het licht. Er worden kom», kookpotten en bekers gevonden die op een
draaischijf zijn gemaakt. Tussen het afval zijn misbaksels tenJen. Dit aardewerk is tijdens het bakken
vervormd, gescheurd of te veel verkleurd. De oven is tussen 65na Chr. in gebruik geweest.
1 Noem vijf argumenten waardoor we zeker weten
dat in Halder potten zijn gebakken
1
2
3
2 Bekijk de tekening van het naamstempel.
Wat was de naam van deze pottenbakker?
3 a Bekijk de tekening van de oven. Is dit een
veldoven of een 'Romeinse' oven?
b Beschrijf hoe de potten worden gebakken.
tv\t\^
BLAD II
KOM
EN
BEKER
VOORWERP
IOA EN 10B
In de Romeinse tijd Ie er aardewerk In soorten en maten. Het wordt voor
verechlllende doeleinden gebruikt. Veel verschillende soorten aardewerk
zijn teruggevonden In graven. In de Romeinse tijd geloven veel mensen In
een leven na de dood. Daarom krijgen de doden bij hun begrafenis of na
hun crematie allerlei voorwerpen mee In het graf.
In kruiken en potten wordt voedsel meegegeven. De dode kan gebruik
maken van een bijgezet bord en een drinkbeker.
Kookpotten zijn ook wel als grafurn gebruikt. In enkele graven is een
gezichtsurn gevonden met de crematleresten van de dode erin.
1Maak van kiel een lange slang van ca. 1 centimeter
dik. De bodem maak Je door de 6lang rond te rollen tot
een cirkel. Veeg de kleirollen glad. Je hebt nu de bodem
van de pot.
2. Maak een nieuwe slang van kiel. Leg de slang op de
rand van de bodem en veeg die vast aan de bodem. Rol
een nieuwe 6lang en leg die rondom op de vorige.
3. Je kunt de pot breder maken door langere
klelsllerten te gebruiken. Om de pot smaller te maken,
gebruik Je kortere stukken. Ga zo door tot de pot
hoog genoeg is.
4. Veeg de pot aan de binnen- en de buitenkant glad.
5. Om een gezichtsurn te maken kun je wenkbrauwen,
ogen, een neus en een mond op de pot plakken. Doe
dit met kleine rolletjes kiel, en plak die aan de pot
vast. Laat de pot drogen.
6. Als de pot gedroogd Is, kun Je hem laten bakken.
Vraag of dat op school kan. Misschien Is er bIJJou een
pottenbakker In de buurt waarje jouw pot kunt laten
bakken.
Succes)
BLAI) III
KOM
EN
BEKER
VOORWERP
IOA EN 10B
Voor deze tekst is gebruik gemaakt van
een artikel: 'Het museum naar de klas en
de klas naar het museum'.
Het leskistenproject Noord-Brabant in
de Romeinse tijd door: H. van der Linde.
ffO