Jan van den Bouwhuijsen
Afb. 2 Stralenmonstrans van
de parochie O.L. Vrouw van
Lourdes ('t Fortte Bergen op
Zoom. Verguld zilver.82 cm
hoog. Gemaakt door de
edelsmeden Jan-Eloy en Leo
Brom te Utrecht in 1922. Stam
en voet bestaan uit de gekroonde
zevenkoppige draak; uit de
muilen komen zeven stromen
water; veertien stralen waartussen
twaalf sterren. Tussen de
bovenste stralen God de Vader
en de Heilige Geest in de
gedaante van een duif. Boven
de stam een Mariabeeldje op
maansikkel. Rijk versierd met
edelstenen.
In het bisdom Breda bestaat de Diocesane Commissie Kerkelijk
Kunstbezit (D.C.K.K.). Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw is
deze commissie actief. Haar werk is om in de kerken, kapellen, kloos
ters en pastorieën die onder het gezag van de bisschop vallen, kunst
voorwerpen, antiek, zilver, religieuze, liturgische en devotionele voor
werpen te inventariseren. Daaronder vallen ook de paramenten,
antieke, oude en nieuwere liturgische gewaden en het textiel, kant of
geborduurde versieringen, zoals aan albes, superpli's, altaar- en com-
muniedwalen.
Onze commissie wordt aange
stuurd door de Stichting Kerke
lijk Kunstbezit in Nederland
(S.K.K.N.). Deze stichting is ge
vestigd in Utrecht waar alle ge
gevens van die inventarisaties bij
elkaar komen. Inventarisaties,
niet alleen van de zeven bisdom
men, maar ook van de oud-ka
tholieke en verschillende protes
tantse kerken.
Honderdduizenden voorwerpen
en andere zaken zijn gefotogra
feerd en beschreven en worden
in Utrecht bestudeerd en be
waard. Wat geïnventariseerd is,
heeft de bescherming van de bis
schop. Dat betekent: het mag
niet weggegeven, verkocht of an
derszins vervreemd worden. Ook
mag het niet gerestaureerd wor
den, zonder de toestemming van
de bisschop.
Bij diefstal komt de S.K.K.N. in
aktie om gestolen zaken onder
de aandacht van de politie te
brengen om ze zo mogelijk terug
te vinden. In het jaar van het Re
ligieus Erfgoed is het misschien
goed om daar eens aandacht aan
te besteden.
In de praktijk van de Bredase
commissie is de werkwijze als
volgt: de commissie is in tweeën
verdeeld. Drie mensen inventari
seren het oostelijk deel van het
bisdom en vier het westelijk
deel. We gaan één dag in de twee
weken op pad. Het is de bedoe
ling dat de commissieleden onge
veer om de tien jaar terugkomen
op die plaatsen om te controle
ren of alles nog in goede staat
aanwezig is en om te kijken of er
Afb. 1 Monstrans van de
parochie H. Hart van Jezus te
Bergen op Zoom. Verzilverd
koper, 1952. Ontwerp waar
schijnlijk: Dom Hans van der
Laan O.S.B., uitgevoerd door
Andriessen te Bergen op Zoom.
Op de top een antiek kruisje.
viy'
114
1968 - 2 O O 8
De Waterschans nr. 3-2008
Afb. 3 Monstrans afkomstig van
de H. Josephparochie te Bergen
op Zoom. Geëxposeerd in de
schatkamer van de Gertrudis-
kerk. Verguld zilver, 86,5 cm
hoog. Gemaakt door de
edelsmeden Brom te Utrecht
tussen 1915 en 1920. Stelt voor
de Boom van Jesse. Onder de
lunula ronde of maanvormige
houder waarin de heilige hostie
is geklemdkoning David met
harp. Boven de lunula de Heilige
Geest in de gedaante van een
duif met stralen.
nieuwe zaken opgenomen moe
ten worden.
Als er een kerk wordt bezocht,
dan is bekend wat er verwacht
kan worden door de foto's en be
schrijvingen uit het archief. De
ene kerk is rijker dan de andere.
Toch is het iedere keer weer een
verrassing wat er tevoorschijn
komt als de kluis of brandkast in
de sacristie open gaat. De inhoud
daarvan is het startpunt. Bijzon
dere kandelaars, kelken, een ci
borie, ampullen, schalen, een
missaal met uitzonderlijk beslag,
canonborden met mooie lijsten,
lantaarns, olievaatjes en nog veel
meer. Maar meestal is het meest
indrukwekkende voorwerp de
monstrans. In veel kerken zijn er
twee, een eenvoudige en een rijk
versierde, die gebruikt werd op
hoge feestdagen. Ze worden nu
bijna niet meer gebruikt.
Wat is een monstrans? Het is een
metalen, dikwijls in zilver uitge
voerd, gebruiksvoorwerp voor de
eredienst in de rooms-katholieke
kerk. Daarin wordt een hostie,
die in een voorgaande eucharis
tieviering geconsacreerd is (is
veranderd in het lichaam van
Christus), geplaatst om aan de
gelovigen getoond te worden tij
dens een gebedsoefening, zoals
bij het Lof, of tijdens een sacra
mentsprocessie.
In de middeleeuwen ontstond er
een grote belangstelling voor de
verering van het heilig Brood (de
geconsacreerde hosties), dat
overblijft na de eucharistievie
ring of heilige mis. Voor die tijd
werd dat bewaard om aan de zie
ken en stervenden te geven. Dat
werd het Viaticum genoemd, de
spijs voor de laatste reis, de laat
ste weg.
Die verering hield in dat de ge
consacreerde hostie getoond
moest worden. Vanaf die tijd
werd in de heilige mis ook de
hostie en de kelk hoog opgehe
ven om die aan de gelovigen te
tonen.
Buiten de heilige mis deed men
de hostie dan in de monstrans.
De oudste monstransen waren
dan ook reliekhouders, die voor
dit doel werden aangepast. De
hostie was voor de gelovigen het
heilig Sacrament, een teken van
de werkelijke tegenwoordigheid
van Christus, buiten de eucharis
tie. Die hostie werd daardoor zö
heilig. Je mocht er niet aanko
men. Het was Jezus zelf.
Als je ter communie ging werd
de hostie op je tong gelegd en we
leerden dat we er niet op moch
ten bijten uit eerbied voor Jezus
in het heilig Sacrament. De gelo
vigen moesten ook nuchter zijn
vanaf twaalf uur 's nachts om de
communie (de hostie) te mogen
ontvangen. Als de priester de
hostie na de consecratie in de
heilige mis had vastgehad, mocht
hij zijn duim en wijsvinger niet
meer van elkaar doen, totdat ze
boven de kelk waren afgespoeld,
want er kon misschien wel een
kruimeltje tussen zitten. Als een
priester de heilige hostie naar
een zieke bracht, knielde men op
straat uit eerbied neer.
Als men een kerk passeerde na
men mannen hun hoed of pet af,
want Jezus woonde in dat ge
bouw, in de gedaante van een
hostie. En Jezus was God. Op
verschillende kerken stond en
staat dan ook boven de ingang
de tekst: DOMUS DEI PORTA
COELI (huis van God deur van
de hemel).
Er ontstonden kloostergemeen
schappen, die zich toelegden op
de verering en de aanbidding van
het heilig Sacrament. Verschil
lende heiligen worden afgebeeld
met een monstrans als attribuut
(dat is een voorwerp als herken
ningsteken), omdat zij vol waren
van de aanbidding van het Sacra
ment of omdat zij die verering
sterk propageerden.
In de zestiende eeuw ontstond
de praktijk van de eeuwigduren
de aanbidding. De uitvoering
daarvan was het 40-uren-gebed:
drie dagen van aanbidding in een
parochiekerk en in de nachten
ging het door in kloosterkapel
len.
Afb. 4 Stralenmonstrans van de
H. Maagdparochie te Bergen
op Zoom. Gedreven zilver,
gedeeltelijk verguld. 1707,
Antwerpse keur, 76,5 cm hoog.
Op de voet twee medaillons
met de H. Franciscus en de
H. Gertrudis.
1968 - 2 O O 8
11 5
4<t
VÉ?/
40