A.M. Bosters en Br. A. Franken 118 1968 - 2 O O 8 De Waterschans nr. 3-2008 Het wilhelmietenklooster van Huijbergen is eeuwen oud. Het be staat reeds sedert 1278 toen Arnoud van Leuven, heer van het land van Breda en zijn vrouw gronden en hoeven te Huijbergen schon ken aan de Wilhelmietenorde met het doel er een klooster te stichten. Zijn vrouw Elisabeth, vrouwe van Breda uit het huis van Schoten, had de wilhelmieten bij deze stichting via haar man dus goed bedacht.Van af dat moment bestaat er ook een verhouding met de heerlijkheid van Bergen op Zoom waarvan het klooster in latere tijd deel uitmaakte. Gelegen in de nabijheid van de stad Bergen op Zoom, ligt het voor de hand dat de kloosterlingen die in latere tijd het klooster bevolkten ook uit deze stad afkomstig waren. Alhoewel dit in de oudste periode van het bestaan van het klooster moeilijk is na te gaan, is uit latere eeuwen een aantal Bergenaren als wilhelmiet bekend. Hun aantal was niet erg groot, slechts zes in getal met wie wij in het navolgende kennismaken. De wilhelmieten waren monni ken die de regel van de Heilige Benedictus als uitgangspunt na men doch een eigen vorm van kloosterleven aannamen met elementen uit het leven van de kluizenaars, Cisterciënsers, Benedictijnen en Norbertijnen. Het "ora et labora": bid en werk, contemplatie en zielzorg ken merkten ook hun kloosterleven, (afb. 1). Zij leefden niet zoals in de abdijen onder leiding van een abt, maar onder het gezag van een prior. Deze was vaak ook pas toor van Huijbergen. Zij waren gekleed in een wit habijt met zwart scapulier (schouderkleed). Op reis droegen zij hierover een zwarte mantel. Bij het koorgebed droegen zij, zoals de Cistercien- sers, een witte koormantel, kovel genaamd. Hun opleiding genoten zij vaak bij andere wilhelmieten- kloosters zoals te Aalst (B) en Beveren (B) waarmee de Huij- bergse wilhelmieten veel contac ten onderhielden. Sommigen van hen studeerden aan de universi teit van Leuven. Na hun professie waren zij offi cieel lid van de wilhelmieten- communiteit. Voor hun priester wijding en de bediening van de parochies in hun omgeving wa ren zij aangewezen op de bis- Afb. 1 Een biddende wilhelmiet In: Stand und Ordnen der H. Römischen Catholischen Kirchen, 18e eeuw. A fb. 2 Het wilhelmieten klooster van Huijbergen rond 1700. Tekening van Broeder A. van Rijckevorsel. schop van Antwerpen. Hun na men staan dan ook veelal opge tekend in de wijdingsregisters van het bisdom Antwerpen. Het Huijbergse wilhelmieten klooster (afb. 2) kent een bewo gen geschiedenis die reeds uitvoe rig is beschreven. Het klooster werd in 1847 opgeheven. In grote lijnen wordt die geschiedenis ge kenmerkt door: - uitbreiding van bezittingen en grensgeschillen (14e eeuw) - verslapping van de klooster tucht (15e eeuw) - vervolging, verdrijving en moei lijkheden tijdens en na de Tach tigjarige Oorlog (16e/17e eeuw) - opleving ten tijde van het prio raat van Siardus Bogaerts (17e eeuw) - moeilijkheden en processen (18e eeuw) - verdrijving en gevolgen bij de Franse Revolutie - afname van het aantal monni ken en opheffing (19e eeuw). Over de gehele bestaansperiode (1278-1847) van het klooster zijn momenteel 181 wilhelmieten be kend van wie slechts zes Berge naren. Het Bergse aandeel in de kloostercommuniteit was dus be paald niet groot. In het restant van de kloostergebouwen te Huijbergen is momenteel nog het wilhelmietenmuseum en het archief gehuisvest. De bekende Bergse wilhelmieten waren: Afb. 3 Basijn. Thomas Basijn Geboren rond 1520 en overleden op 6 december 1571. Hij was een zoon van Jan Basijn die te Ber gen op Zoom werd begraven, en Josijne van Dunenborch.1 Hij Afb. 4 Gevelsteen 'De Dri Coninge' in het ouderlijk huis van Joannes de Beaugue, Zuidzijde Haven nr. 35. werd op 28 augustus 1538 inge schreven als student te Leuven.2 Hij werd geprofest in 1543 en op 20 mei 1556 te Antwerpen tot priester gewijd. Thomas stamde uit een goed ont wikkelde en gefortuneerde fami lie. Zijn zuster Maria was ge trouwd met Jan Bogaert, dokter in de medicijnen en magister. Een broer van hem, Jan Basijn, was deken in Souburg in Zee land. In 1543 werd voor Thomas een financiële regeling getroffen in verband met zijn intrede en le ven in het klooster van Huijber gen. Zolang Thomas zou leven zou het klooster jaarlijks 36 gul den ontvangen. Bij de dood van Thomas verplichtte de familie zich tot een eenmalige betaling van 100 karolus guldens of tot een eeuwigdurende rente van 6 gulden. Na zijn overlijden heb ben de erfgenamen van het Ba- sijn-kapitaal, Jan Basijn en Govaert van Bergen, de 100 ka rolus guldens nooit uitbetaald. Wel voldeden ze nog zes jaar lang de rente ervan. Dat gebeur de 'Opten Palmboom' in Bergen op Zoom.3 O. Schutte vermeldt Thomas Ba sijn ook als prior van het convent van Huijbergen en weet ook te vertellen dat hij een dochter had, Anna Basijn genaamd die trouw de met Jasper van de Werve.4 Dit kan in verband met de latere ce libaatsverplichting verwondering wekken, maar in de 15e en 16e eeuw waren veel priesters ge huwd en hadden ook kinderen, ook buitenechtelijke. Dit zal dus ook voor Thomas Basijn het ge val zijn geweest. Zijn dochter zal echter niet in het klooster zijn opgevoed, maar bij de vrouw bij wie hij het kind had verwekt. Het familiewapen Basijn is in zilver een rode keper vergezeld van drie afgerukte leeuwenkoppen van natuurlijke kleur, rood ge- tongd en goud gekroond (afb. 3). Joannes Huvenius/Jan Huve Hij wordt vermeld als Joannes Huvenius Bergensis, dus afkom stig van Bergen op Zoom. Hij was prior te Huijbergen van 1543 tot zijn dood in 1560. Hij ver kreeg gedurende zijn prioraat van de markiezin van Bergen op Zoom het beheer over de Wouw- se Plantage. Jaarlijks legde hij zijn rekeningen over op het Mar kiezenhof. Zijn rekeningen zijn bijzonder gedetailleerd en geven een goed beeld van de Plantage en het boerenbedrijf dat er werd uitgeoefend. Hij voerde het be heer over de Plantage vanaf 1543 tot zijn dood in 1560.5 Joannes de Beaugue Geboren in 1640 te Bergen op Zoom en overleden te Huijber gen op 25 februari 1717 op 77-ja- rige leeftijd. Hij was een zoon van Jean de Beaugue de oude en Maria Prevost. Op 10 september 1667 deed hij zijn professie in het wilhelmietenconvent en hij werd op 20 april 1669 te Antwerpen tot priester gewijd. Hij was in 1672 procurator in het College te Luik waar hij ook studeerde. Hij was pastoor te Hoogerheide en Wilhelm ikten uit Bergen op Zoom 40 r

Periodieken

De Waterschans | 2008 | | pagina 16