Een hebzuchtige
PREDIKANT TE
bemin op Zoom?
Genealogie
Genealogie
Werkgroep
In oktober 1685 besloot Lodewijk XIV, koning van
Frankrijk, het zogenaamde Edict van Nantes in te trekken.
Daarmee verloren de leden van de Religion Prétendu
Réformée hun godsdienstvrijheid, werd de openbare
uitoefening van hun godsdienst verboden en werden
hun predikanten verbannen. Hiermee begon de
uittocht uit Frankrijk van de Hugenoten, zoals zij
in de volksmond genoemd werden. De meeste
Hugenoten vertrokken naar buurlanden van
Frankrijk zoals het huidige Saarland,
destijds onderdeel van de Palts, het
Koninkrijk Pruisen en de Republiek der
Zeven Verenigde Nederlanden.
Vele nakomelingen voeren tot op
heden een Franse familienaam en
zijn als zodanig herkenbaar.1
Afb. 1. Disco, tekening
van de kapel van het
voormalige klooster
van Sinte Margriet in het
dal van Josephat. Op deze
plek oefende Seigneur Jacques Lenoir zijn beroep als predikant van de
Waalse Gemeente te Bergen op Zoom uit.
1 22
1 9 6 8 - 2 OO 8
Werkgroep
Afb. 2 Foto van de Geweldigerstraat uit de jaren dertig van de vorige
eeuw met de toenmalige hoofdingang van Huize Sint Catharina met op
de achtergrond de genoemde kapel van het Margrietenklooster.
H»,».
Frank Wierckx
Een kleine groep Hugenoten
kwam in Bergen op Zoom te
recht. Zij deelden met de even
eens kleine Lutherse gemeente
de voormalige kapel van het
klooster van Sinte Margriet in het
dal van Josephat, op de hoek van
de Geweldigerstraat en de Min
derbroederstraat. Deze gotische
kapel werd in 1702 door het
stadsbestuur aan de Hugenoten
ter beschikking gesteld. De ge
meente verliet de kerk in 1848
en uiteindelijk werd het gebouw
in 1952 gesloopt om plaats te
maken voor nieuwbouw van
Huize Sint Catharina.2
Seigneur Jacques Lenoir was in
1699 predikant van de Waalsche
gemeente te Bergen op Zoom.
Hij huwde Maria van de Leur,
een dochter uit een Bergse fami
lie van pottenbakkers. Haar
grootvader, Philip Adriaensen
van de Leur, bezat de pottenbak
kerij Den Rooden Leeuw en was
tevens eigenaar van de potten
bakkerij De Drij Pottekens, beide
in de Dubbelstraat.3 Haar vader
Cornelis Philipsen van de Leur
was meester broodmaker van be
roep.
In 1699 was Cornelia de Bel
dienstmeid bij dominee Lenoir
en zijn vrouw. In deze tijd woon
de de schoonmoeder van domi
nee Lenoir, Geertruijd van Kes-
sel, weduwe van Cornelis
Philipsen van de Leur, in bij haar
■40
dochter Maria en haar echtge
noot. In 1715 ontstond onenig
heid over de nalatenschap van
Geertruijd van Kessel tussen haar
zoon Seigneur Philippus van de
Leur en Seigneur Jacques Lenoir,
als echtgenoot van zijn zuster
Maria van de Leur. Op verzoek
van Philippus legde Cornelia de
Bel, sinds 1705 gehuwd met
Rombout (Jansen) van Nispen,
een verklaring af voor notaris Si
mon Turcq te Bergen op Zoom.4
Cornelia de Bel, huisvrouw van
Rombout van Nispen, poorter
van de stad, verklaarde dat Seig
neur Jacques Lenoir, gehuwd met
Maria van de Leur, had gezegd
dat Juffrouw Geertruijd van Kes
sel, weduwe van Seigneur Cor
nelis Philipsen van de Leur, zijn
vrouw alle meubiliaire goederen,
als lijnwaet, kopere en tin, ijsere
platen, ledikant met behangsel
en toebehoren, ses stoelen en
kussens, mitsgaders veel silver
wel als poeijerdoos, schenkbort,
vorken, borstel, ketting, welcke
sij draegt en dergelijcke, mitsg
aders een groote quantiteit geit
en voorts een groote diamente
rink met steene heeft belooft.5
Aangezien in het begin van de
akte duidelijk vermeld werd dat
Seigneur Philippus van de Leur
hier nadrukkelijk optrad als erf
genaam van zijn moeder, ging
het waarschijnlijk om de verde
ling van de genoemde goederen
en dus om een relatief waardevol
bezit.
Cornelia de Bel verklaarde verder
dat zij in 1699 gedurende 6
maanden als dienstmaagd ten
huijse van genoemde Lenoir was.
In deze periode is Juffrouw Geer
truijd van Kessel gestorven. Cor
nelia verklaarde dat Juffrouw van
Kessel 14 daegen a 3 weecken
onbegrepen [ongeveer] voor haer
doodt aan de deponente [per
soon die een verklaring aflegt]
dikmaels [vaak] geklaegt [heeft]
dat Lenoir en sijne huijsvrou oor
saak waeren dat sij geruineert en
in so slegter staet was door alle
haere goedere weg te hebben
sluijtendef Verder verklaarde
Cornelia dat sij deponente gedu
rende ses weeken onbegrepen at
met de voorn, [voornoemde, eer
der genoemde] juffr. van Kessel
en dat sij door hem [Lenoir] en
sijne huijsvrou distincte malen
[verschillende keren] is geem-
ploijeert om de voorn, huijsraed
en silverwerk in haere presentie
over te dragen.7
Geertruijd van Kessel overleed in
1699 en was op dat moment tus
sen 70 en 80 jaar. Haar klachten,
die zij ten overstaan van de
dienstmaagd Cornelia de Bel uit
te, hingen mogelijk samen met
haar ontevredenheid over haar
leven, dat op dat moment zijn
einde naderde. Het was zeker in
het voordeel van dominee Lenoir
dat hij en zijn vrouw voor hun
(schoon)moeder gezorgd hebben
tot haar dood. De positie van
Philippus van de Leur leek meer
ingegeven door de opportunisti
sche kans meer geld uit de nala
tenschap van zijn moeder te krij
gen, dit ten nadele van zijn
zuster Maria. Was dit dan toch
gewoon een ordinaire ruzie om
geld en bezit?
Noten:
1J.S. Bartstra, Handboek tot de
staatkundige geschiedenis van de
landen van onze beschavingskring
tot heden, deel 1's-Hertogen-
bosch 1959, 130-136.
2.W. van Ham en C. Vanwesen-
beeck, Gids voor Oud Bergen op
Zoom, Antwerpen 1983, 302-303.
3. L.J. Weijs, C.C.). van de Watering
en C.J.F. Slootmans, Tussen hete
vuren, deel II, Bijdragen tot de Ge
schiedenis van het Zuiden van Ne
derland XIX, Stichting Zuidelijk
Historisch Contact, Tilburg 1970,
87-91.
4. Historisch Centrum Het Markie
zenhof, Notarieel Archief, inv.nr.
458, 21 maart 1715.
5. Idem.
6. Idem.
7. Idem.