De Waterschans nr. 3-2008
Afb. 2 De Franse Sortie in de jaren vijftig van de twintigste eeuw.
Tweehonderd jaar na de val van de vesting zag zij er nog altijd
weemoedig uit. Collectie Het Markiezenhof Historisch Centrum,
fotonr. SFRI 001.
roep om een sterke man, en dat
kon niemand anders zijn dan de
Leeuwardense stadhouder die im
mers, al was het maar op een af
geleide manier, familie was van de
grote Nassaus en inmiddels ook
hun prinselijke tweede naam weer
mocht dragen"3
Het is mijn bedoeling volgend
jaar een uitgebreider artikel over
het beleg van 1747 te publiceren,
waarin ik de belegering en inna
me van Bergen plaats in het ver
band van de Oostenrijkse Suc
cessieoorlog en de hierboven
geschetste 'traditionele visie' af
zet tegen een andere kijk. Die
andere kijk heeft overigens niets
te maken met de geciteerde pas
sage uit het boek van de Blok
kers. Vooruitlopend op de publi
catie van volgend jaar geef ik
hieronder alvast een aantal be
vindingen met betrekking tot het
citaat uit Het vooroudergevoel.
Zijn het beleg en de val van Ber
gen werkelijk toeval geweest,
voor rekening van 'een paar
(Franse) soldaten die waar
schijnlijk verdwaald waren'? Of
verwart Jan Blokker de Fransen
met Sinterklaas? Laten we de
verschillende elementen eens be
kijken.
"Frankrijk had geen enkele inten
tie om de noordelijke Nederlan
den in zijn oorlog te betrekken,"4
Dit is een rare opmerking en in
strijd met alle mij bekende boe
ken over dit onderwerp - Frans,
Brits, Amerikaans en Neder
lands.5 De Republiek, zoals de
voorganger van het huidige Ne
derland meestal wordt genoemd,
was reeds jaren in de oorlog be
trokken: de Oostenrijkse Succes
sieoorlog (1741-1748), waarin wij
bondgenoot waren van Oosten
rijk en Groot-Brittannië en
waarin Frankrijk onze belang
rijkste tegenstander was. Frank
rijk had in 1745 de Oostenrijkse
Nederlanden (ongeveer het hui
dige België) veroverd, met inbe
grip van de vestingsteden die de
Republiek daar als bescher
mingsgordel vlak bij de Franse
grens had (de 'barrièresteden').
Aan een inval in de Republiek
had de Franse koning Lodewijk
XV aanvankelijk geen behoefte
- hij vocht al op genoeg fronten
en hoopte dat de Republiek het
ook zonder verder wapengeweld
wel zou opgeven. Vandaar mis
schien Blokkers misvatting.
Toen de Republiek in 1746 niet
bereid was gebleken, zich uit de
oorlog terug te trekken, besloot
Lodewijk tot een veldtocht om
haar tot vrede te dwingen.6 In
1747 rukte een deel van zijn troe
pen onder maarschalk Maurits
van Saksen (Maurice de Saxe) op
naar Maastricht. Een ander deel,
onder Van Saksens ondercom
mandant generaal Löwendal,
veroverde Staats-Vlaanderen
(nu Zeeuws-Vlaanderen) en
sloeg op 12 juli 1747 het beleg
voor Bergen. Gebiedsuitbreiding
was niet het doel. Frankrijk
hoopte, door het innemen van
Staats-Vlaanderen en van de
sleutelvesting Bergen op Zoom
(dat nog altijd 's Lands boom'
was), troeven in handen te krij
gen voor de uiteindelijk te ver
wachten vredesonderhandelin
gen (Vrede van Aken, 1748).
Naar de meest gangbare opvat
ting was oorspronkelijk Maas
tricht het eerste doel.7 Volgens
Voltaire was het daarop volgen
de doel Nijmegen.8 Ook voor
wie de drie generaliteitslanden
ten onrechte niet tot de toenma
lige Noordelijke Nederlanden
96
1968 - 2 O O 8
De Waterschans nr. 3-2008
rekent, behoort het Gelderse
Nijmegen toch zeker wel daartoe
(zelfs al vindt misschien niet ie
dereen in het concurrerende
Arnhem dat aangenaam om te
horen). De Britse historicus M.S.
Anderson schrijft:Saxe had now
been given permission to act di
rectly against the Dutch by inva
ding their territory,"9 'Hun ge
bied binnen te trekken', willens
en wetens - hoe kun je dat rij
men met het hebben van "geen
enkele intentie om de noordelijke
Nederlanden in zijn oorlog te be
trekken
"- een paar soldaten die waar
schijnlijk verdwaald waren -"10
Het is best denkbaar dat grote
schrik aan de ene kant, en uitbun
dige vreugde en overwinningsge-
bral aan de andere, optreden
wanneer een vermaarde vesting
toevallig wordt ingenomen door
een rondtrekkende bende solda
ten. Beide partijen hebben er be
lang bij daar achteraf iets gróóts
van te maken. Was dat wellicht
het geval met Bergen?
Het beleg paste volstrekt in de
Franse strategie, eerst in combi
natie met de aanval op Maas
tricht, vervolgens als zelfstandige
operatie, zodra bleek dat de geal
lieerde troepen bij Maastricht
daar rustig bleven liggen. Geen
toeval dus, en de Fransen waren
niet verdwaald. De belegering
duurde van 12 juli tot 16 septem
ber 1747, dus meer dan zestig da
gen. Aan Franse kant begon men
met ten minste 20.000 man,11 de
Fransen leden een verlies van ve
le duizenden aan doden en ge
wonden, die werden vervangen
door verse troepen.12 De Franse
krijgsmacht begon zijn veldtocht
tegen de Noordelijke Nederlan
den met 336 kanonnen van aller
lei soort, waaronder 87 stukken
zwaar belegeringsgeschut. Met
de inname van de vesting Bergen
op Zoom maakten zij 238 stuk
ken geschut buit.13 Er werden
aanzienlijke verwoestingen aan
gericht aan de vestingwerken en
de stad. Nee, de Franse troepen
bij Bergen waren bepaald niet
'een paar soldaten'.
Het enige punt dat je met wat
goede wil 'toeval' zou kunnen
noemen, was dat de Fransen naar
de meest gangbare opvatting
aanvankelijk niet zozeer ver
wachtten Bergen in te nemen,
maar vooral hoopten de geal
lieerde troepen bij Maastricht
weg te lokken en zo die vesting
te veroveren.
De uiteindelijke overrompeling
van de vesting, de stormaanval
op 16 september 1747, kan wel
licht in zekere zin een 'aanslag'
worden genoemd. De wallen wa-
Afb. 3 Afbeelding van de bombardeering der stad Bergen op Zoom,
door de Franschen, op den len Augustus des jaars 1747", getekend en
gegraveerd door S. Fokke en afgedrukt in de "Beschrijving der stad
Bergen op den Zoom" van Wagenaar (uitgegeven bij Arend Fokke
Simonsz., te Amsterdam, in 1780).
ren op enige plaatsen wel aange
tast door belegeringsgeschut en
mijnen, maar waren nog nergens
geheel doorbroken. Anders ge
zegd: de bressen waren naar de
toenmalige opvattingen nog niet
stormrijp.14 Je kunt daaruit op
maken dat de Franse comman
dant bewust een risico nam, in de
hoop de verdedigers te verras
sen. Dat maakt de aanval nog
niet tot een kwajongensstreek
van een klein stelletje baldadige
voorbijgangers. Het ging om een
doelbewuste en goed voorberei
de operatie; het boek van Eggers
bevat de teksten van de gedetail
leerde schriftelijke orders van de
Franse commandant voor deze
aanval op drie onderdelen van
de vesting.15 De aanval ging zelfs
gepaard met een niet geringe af
leidingsmanoeuvre: een aanval
op de forten in de linie ten noor
den van de stad.16 Het was dus
een weloverwogen culminatie
van een zorgvuldig gedurende
meer dan twee maanden gevoer
de belegering, ook al was de be
storming riskant en in strijd met
de regels van de toenmalige
krijgskunst en al hadden de ver
dedigers, als zij goed voorbereid
en waakzaam - of letterlijk: wak
ker - waren geweest, deze waar
schijnlijk moeten kunnen af
slaan. Het ging hier om een echte
val, niet om een 'val'
"en weer waren het Fransen die -
vanwege een conflict met de
Habsburgers aan wie sinds 1713
de zuidelijke Nederlanden waren
toegevallen - in Zeeland en Bra
bant het grondgebied van de Re
publiek te na kwamen,"17
Het is niet van wezenlijk belang,
en het is vervelend om op alle
slakken zout te leggen, maar
tóch: het toenmalige Staats-
Vlaanderen is weliswaar tegen
woordig als Zeeuws-Vlaanderen
een onderdeel van de provincie
Zeeland, maar in 1747 was dat
nog niet het geval. Het ging om
de noordelijke strook van het
graafschap Vlaanderen, die als
bezet gebied rechtstreeks werd
bestuurd door de Staten-Gene-
raal ('Generaliteitsland', net als
Staats-Brabant en Staats-Lim-
burg Staats-Overmaze).18 De
Fransen waren dus niet 'in Zee
land'.
1968- 2008 97
40