de landelijke en regionale pers en werden de plannen sterk bijgesteld. Amersfoort, Maastricht en Gouda haalden de landelijke pers omdat in de reconstructieplannen daar wel rekening werd gehouden met de historische binnenstad. Ook in het Bergen op Zoom van 1961 zou men van het weldenkend deel van gemeenteraad en stadsbevolking mogen verwachten dat dit een landelijke krant las, de TV bekeek, de radio beluisterde, de bibliotheek bezocht en zich wel eens buiten de stad begaf. Men mag aannemen dat dit deel van de ingezetenen globaal was geïnformeerd over wat er op het terrein van de bescherming van het cultuurhistorisch erfgoed speelde. Zeker omdat in datzelfde jaar 1961 de Monumentenwet van kracht werd. Men mag kortom veronderstellen dat die bewoners een referentiekader hadden waarin historisch besef en de aandacht voor het cultureel erfgoed een plaats innamen. Ondanks extra prikkels van Brabants Nieuwsblad kwam de culturele elite van Bergen op Zoom echter niet in beweging. Deze krant memoreerde namelijk in de aanloop naar de informatieavond hoe in andere, met name genoemde steden, delen van de gemeenteraad en vooral de bevolking in opstand waren gekomen tegen al te rigoureuze reconstructieplannen.51 Het mocht niet baten. Het bleef oorverdovend stil in Bergen op Zoom. Burgemeester Peters en ir. De Ranitz troffen op 23 maart, de openbare informatieavond, wat het cultuurhistorische aspect van de plannen betreft, een zaal vol makke schapen tegenover zich. In juni 1961 nam de raad een positief besluit over het Reconstructieplan 'Centrum' en over de uitvoering van de eerste fase daarvan, de doorbraak tussen het Geertruidaplein en de Oranje Nassaustraat, welke later de naam Westersingel kreeg. Een hamerstuk De unanieme besluitvorming in de gemeenteraad en de inspanningen voor een passend draagvlak onder de burgerij lijken op het eerste gezicht te getuigen van een goed georkestreerde aanpak: eerst met drie besloten vergaderingen de raad over de streep trekken en dan enkele maanden lang de bevolking en in het bijzonder maatschappelijke organisaties rijp maken voor acceptatie. Dit laatste door artikelen en interviews in de kranten, openbare Oorverdovend stil Ook uit de bevolking kwam - zoals blijkt uit de krantenverslagen van de informatieavond - geen woord van kritiek. De ingezonden brieven in de periode januari-juni gaan over velerlei-allerlei, maar niet over het Reconstructieplan. Nu kan men stellen dat van de betrokkenen anno 1961 niet verwacht mag worden dat zij toen al met de ogen van de tegenstanders van het bebouwen van het Ravelijn met een muziekschool (1967] naar het Reconstructieplan keken, ook niet met die van de oprichters van de Stichting Stadsherstel (1972) of met de blik van de stichters van de Vereniging Binnenstad Bergen op Zoom (1981Wie echter de jaargangen van de Bond Heemschut doorbladert of de jaarverslagen van de Vereniging Hendrik de Keyser naleest uit de tweede helft van de jaren vijftig en de eerste helft van de jaren zestig, weet beter. Toen in die periode overal in den lande reconstructieplannen het daglicht zagen, bestond daartegen op landelijk en lokaal vlak wel degelijk weerstand bij zowel bestuurders als burgers. Zo kwam Alkmaar bij herhaling in bijeenkomsten en mogelijk ook veel lobbywerk onder de besturen van die organisaties. De vele activiteiten kloppen, orkestratie lijkt echter te veel eer voor de bestuurders. Een step-stone benadering ligt waarschijnlijk meer voor de hand. Het college dacht het met één besloten vergadering in oktober 1960 te kunnen halen, maar laste er nog twee extra in om de raad over de streep te trekken. Vervolgens meende het college de raad in januari een besluit te kunnen laten nemen, maar ging direct met die raad mee toen daar het idee werd geboren eerst de burgerij te informeren. Een idee dat voortkwam uit de naar later bleek onterechte angst voor de negatieve reacties uit de bevolking. Uiteindelijk werd pas in juni het besluit genomen. Toen betrof het nog slechts een hamerstuk. De burgemeester had er zijn studiereis naar de Verenigde Staten niet voor afgezegd en De Ranitz bleef in Rotterdam. Voor de twee problemen die resteerden, het vrijmaken van de Gevangenpoort en het belang van tussentijdse bijstellingen, werden de gebruikelijke procedurele oplossingen gevonden, respectievelijk nader onderzoek en vijfjaarlijkse evaluaties.52 Wel heeft het college, waarschijnlijk in nauwe samenspraak met De Ranitz en met Van Vianen, alle tussentijdse kansen om de meningsvorming selectief te voeden en de besluitvorming in goede banen te leiden uitstekend benut. Zo werd vlak voor de raadsvergadering in januari bekend dat het rijk de provincie Noord-Brabant en de gemeente Bergen op Zoom mogelijk in Houding monumentenzorg De Rijksdienst voor Monumentenzorg is in dit artikel nog niet ter sprake gekomen. Verzette die dienst zich dan niet tegen de grove aantasting van de historische binnenstad van Bergen op fgr—jr jj j HffiHVius rf j||: De Rijksdienst was en is nog steeds per definitie een organisatie die nooit vooroploopt bij nieuwe ontwikkelingen. Zo is het beschermen van cultuurlandschappen nog maar van B fl recente datum. Het zijn onderzoekers en maatschappelijke organisaties op de terreinen historisch erfgoed, monumenten en archeologie die in discussies over gewenste veranderingen het initiatief nemen. De Dienst denkt daarin uiteraard wel mee, maar kan alleen opereren binnen de haar toegestane (wettelijke) kaders en het vastgesteld beleid. Oog voor woonhuismonumenten en zeker voor gevelensembles groeide eerst in de loop van de jaren vijftig en kreeg gestalte inde monumentenwet van 1961,53 Vóór die tijd ging alle aandacht - en dus ook geld - uit naar de bekende grote monumenten en een enkel woonhuismonument. Men had geen oog voor de historische omgeving waarin die gebouwen stonden. Een omgeving waarin straten en pleinen, woonhuismonumenten en gevelensembles een cruciale rol spelen. Wat zijn in Bergen op Zoom Stadhuis, Peperbus en Maagd nog waard op een Grote Markt met beeldverstorende architectuur volgens de regels van het Nieuwe Bouwen of het Markiezenhof aan een viermaal zo groot parkeerterrein met wanden in eigentijdse nieuwbouw! Het vaststellen van de monumentenwet luidde een periode in waar de geesten van bestuurders en ambtenaren op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau rijp moesten worden gemaakt voor de nieuwe inzichten. Dit heeft jaren geduurd. In Bergen op Zoom weet de Vereniging Binnenstad, die opkomt voor het historisch erfgoed in deze gemeente, hiervan mee te praten. Enkele jaren geleden nog oordeelde de meerderheid van de gemeenteraad het niet van belang om de Spiritusschoorsteen op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. SCHCL De huizen Oostenrijck en De Eyke in de Lievevrouwestraat zouden in ieder geval gesloopt moeten worden wanneer het idee van sommige raadsleden om ook een omleiding ten noorden van de Gevangenpoort te maken, een raadsmeerder- heid had gekregen. Vraag is of het Exterken dan gespaard had kunnen worden. De Waterschans 4 - 2008 24 De Spiritusschoorsteen. Enkele jaren geleden was er geen raadsmeerderheid om dit industriële erfgoed op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. De schoorsteen, een van de drie hoogste van Nederland 173 meterj, is vanwege achterstallig onderhoud met 12 meter ingekort. De stenen zijn opgeslagen. 25 40 jaar 1968 - 2008

Periodieken

De Waterschans | 2008 | | pagina 13