de kou zou Laten staan met hun Kreekrak- c.q. Reimerswaalplan. Weg groeikansen Bergen op Zoom! Op dat moment had men daar niet zo gauw een alternatief voor. In maart echter noemde De Ranitz zowel in het interview met Dagblad De Stem als op de informatieavond het effect van de "uitstulping van de Randstad Holland" overloop) waarvoor Bergen op Zoom klaar moest zijn. In zijn 'Toelichting' op het Reconstructieplan repte hij daar nog met geen woord over. Ook het pleidooi van Van Vianen voor opbouwende kritiek paste in het tussentijds benutten van kansen, die zich aanboden. In de kranten stond geen woord van kritiek over de plannen, integendeel alleen woorden van lof. Kennelijk wist het college rechtstreeks - er was ten stadhuize nog geen afdeling voorlichting, laat staan communicatie - goed gebruik te maken van de lokale pers. Zo geeft het te denken dat geen van beide kranten zijn oor te luisteren legde bij mogelijke oppositionele organisaties of individuele Bergenaren. In de onderste bureaulade Van het Reconstructieplan werd alleen het onderdeel verkeersdoorbraak Gevangenpoort, de latere Westersingel, uitgevoerd. De rest van de voornemens verdween al vrij snel in de onderste bureaulade. De redenen daarvoor waren uiteenlopend. Het plan stoelde op de maakbaarheidsgedachte die er na de oorlogsperiode niet alleen onder socialisten maar ook onder liberalen en confessionelen heerste. Denk hier aan de positieve ervaringen met de wederopbouw van Nederland.54Niemand vond zo een in sociaal, stedenbouwkundig, financieel en organisatorisch opzicht drastisch plan ongerijmd. Niemand vroeg zich af of er wel voldoende ambtenaren waren om de plannen voor te bereiden, of de stad zich wel zulke investeringen kon veroorloven en vooral of de aannames wel klopten. Het was echter in een tijd dat voor alle gemeenten de bomen tot in de hemel leken te groeien. Achteraf heeft men eens alle uit die tijd daterende groeiplannen van de Nederlandse gemeenten opgeteld en de uitkomst luidde dat ons land omstreeks 2000 wel ZO miljoen inwoners zou tellen! Met de voorbereidingen van de doorbraak Westersingel in de loop van de jaren zestig bleek hoeveel de stad diende te investeren in menskracht en geld. Terwijl, gezien de nog heersende woningnood, alle zeilen moesten worden bijgezet om nieuwe wijken uit de grond te stampen. Bovendien ging het Bergen op Zoom in die tijd economisch helemaal niet voor de wind. In 1964 wordt de stad van rijkswege nog aangewezen als 'stimuleringsgebied'! De effecten van de in 1959 begonnen aanleg van de Theodorushaven zouden pas in de jaren zeventig zichtbaar worden. Ook op een andere manier bleek de realiteit van alle dag harder dan de besluiten van de gemeenteraad. Het bedrijf Albert Heyn, met een winkel aan de Grote Markt - hoek Zuivelstraat, wilde in 1963 in Bergen op Zoom een supermarkt vestigen en liet zijn oog op het Thaliacomplex aan de Parade vallen en kwam met de eigenaar, J.U. Coppenolle, tot een vergelijk. Het reconstructieplan voorzag niet in een grootschalige winkel op die plek. Het zou juist een rustige hoek van de stad moeten blijven. Toch gaf de raad toestemming en handelde daarmee in strijd met zijn eigen voornemens. Korte tijd later legde een plaatselijke projectontwikkelaar, Hoppenbrouwers, een plan op tafel om aan de Burgemeester Van Hasseltstraat een kantoorflat van vijftien bouwlagen op te richten met op de begane grond een winkel. Het was in de periode dat in het kader van het scheppen van werkgelegenheid rijksdiensten werden gedecentraliseerd. Bergen op Zoom wilde, net als Groningen en Heerlen, wel een graantje meepikken. Met de komst van C&A in de Lucernaflat (1967) zette de 'verwinkeling' van de Sint Josephstraat zich in gang. Een ontwikkeling die dwars stond op de keuzen in het reconstructieplan. Mede door het vaststellen van de monumentenwet (1961), waarin het niet alleen ging over de bescherming van losse monumenten, maar ook over de bescherming van stads- en dorpsgezichten, kwam er een kentering in het tij. Meer en meer burgers en schoorvoetend ook ambtenaren en bestuurders kregen oog voor het belang van historische bebouwing, voor het eeuwenoude stratenpatroon, voor de klassieke functies van stadspleinen. Alom in den lande verdwenen de reconstructieplannen in bureauladen. Op de bureaus verschenen rehabilitatieplannen. Plannen waarin oude wijken werden opgewaardeerd. In Bergen op Zoom viel die eer te beurt aan het Havenkwartier. In 1970 was dit historische stadsdeel letterlijk uitgewoond. De gemeente had er in de jaren vijftig en zestig al panden opgekocht en dichtgeplankt met het oog op de sanering volgens het plan van De Ranitz. Particulieren en het bekende raadslid Nijpels, hadden er uit speculatiezucht pandjes opgekocht en deze bijvoorbeeld omgetoverd tot pensions voor gastarbeiders. De oorspronkelijke bewoners waren voor een deel weggetrokken naar de nieuwe wijken in het oosten van de stad. Met dit rehabilitatieplan en met nieuwe bestemmingsplannen voor dit stadsdeel en voor de binnenstad verdween 'Het Plan' definitief uit beeld. In feite was het plan al naar de bureaula verwezen toen de gemeenteraad in december 1967 het 'Structuurplan Stadskern' vaststelde. Dit plan van, jawel, ir. De Ranitz was veel bescheideneren realistischer van opzet. De gemeenteraad maakte, zes jaar na dato, weinig woorden vuil aan het Reconstructieplan. Alleen Noorman, de wethouder die zes jaar eerder het 'Plan' omarmde, merkte op dat hij verheugd is dat "nu de typische sfeer en het karakter van de stad ongerept worden gelaten." Hij is blij met het verdwijnen van de Tussen' en zegt "Men dacht dat dat de hoogste wijsheid was."55 Een terugblik Bijna 50 jaar na dato is het boeiend om na te gaan hoe binnenstad en Havenkwartier zich hebben aangepast aan de ongelooflijke uitbreiding van het autobezit en -gebruik, aan de economische groei, aan de immer voortdurende woningbehoefte en aan de uitbreiding van bestaande en de komst van nieuwe voorzieningen c.q. functies. En dit dan zonder de in 1961 beoogde doorbraken en grootschalige kaalslag. En zonder, dat dient ook te worden opgemerkt, de groei naar 100.000 of zelfs 200.000 inwoners. De stad behield haar historische karakter. Vaak ondanks het gemeentebestuur en dankzij burgerinitiatieven en organisaties als Stichting Stadsherstel (1972) en Vereniging Binnenstad (1981). Zo moest nog geen tien jaar geleden het behoud van de Grebbe nog voor de poorten van de hel worden weggesleept. Plaatsing op de lijst van rijksmonumenten verplichtte de gemeente tot restauratie over te gaan. Aanvankelijk had men heel andere bedoelingen: de gewelven bekleden met spuitbeton! Mede dankzij de stijgende welvaart restaureer den en renoveerden burgers, instellingen en organisaties, de Stichting Stadsherstel voorop, nagenoeg de gehele binnenstad en versterkten daarmee het historische karakter. De gemeente Bergen op Zoom vervulde daarin vooral een faci- literende rol. In tegenstelling tot wat De Ranitz in 1961 voorzag breidden de bestaande voorzieningen in de binnenstad zich niet uit, noch vestigden zich er nieuwe. De binnenstad veranderde niet in een city waar kantoren en winkels de boventoon zouden voeren. Integendeel, kantoren en banken, bedrijven en scholen, volumineuze detailhandel, gemeente en postkantoor vertrokken uit het centrum. Zij vonden een plaats in de wijken om de negentiende eeuwse schil. Voornamelijk op Plein XIII, de Blauwehandstaat 2, huis 'Fortuyne' of 'de Gouden Leeuw'. Collectie MHC. De Waterschans 4 - 2008 26 De achterzijde van de voormalige supermarkt van AH aan de Parade [hoek Koevoetstraatj. 27 40 jaar 1968 - 2008

Periodieken

De Waterschans | 2008 | | pagina 14