in Bergen op_Zoom in ere jaren zestig van de twintigste eeuw Bas Verbiest, lid van het eerste uur, deelt zijn ervaringen. Wat zijn uw herinneringen aan Bergen op Zoom in de jaren zestig? Hoe was het leven in de stad toen? "Na mijn lagere schooltijd op Het Fort, ging ik naar het Mollerlyceum. Daar kreeg ik lessen van verscheidene leraren en één daarvan was Fons Gieles. Na de HBS ging ik naar de Bisschoppelijke Kweekschool voor onderwijzers in Oudenbosch. De school had de indrukwekkende naam 'Saint Jean Baptiste de la Salie'. In die periode kwam ik opnieuw met Fons Gieles in contact; ik schreef toen een werkstuk over hem. In 1960 studeerde ik af als onderwijzer met hoofdakte." "De jaren zestig startten voor mij als dienstplichtige in het leger. In 1962 zat dat erop en in september 1962 begon mijn loopbaan in het onderwijs; op de Sint-Jozefschool aan het Lourdesplein. Mijn eerste klas, klas drie, bestond uit maar liefst 52 jongens. Het Hoofd der School was broeder Alberik van Rijckevorssel. Ik zou daar tot de grote vakantie van 1968 blijven. En ondertussen was ik getrouwd." "In die periode kwam ook het aardgas 'tot' Bergen op Zoom. Er werden veel diepe sleuven gegraven; dat was voor de jongens een leuk speelterrein. Zo ook voor mijn leerlingen. Die vonden wel eens wat. En dat brachten ze dan mee naar school. Scherven van aardewerk. Op de zolder van de school was ruimte genoeg en daar hebben we alles neergelegd. Keurig uitgespreid, vele vierkante meters. Wij, de jongens en ik, zagen al visioenen van de potten en pannen die we in elkaar zouden lijmen. Nou, daar is het nooit van gekomen. Maar wat moesten we er dan mee, was de grote vraag. Broeder Alberik wist het ook niet. Ik wist me Fons Gieles en zijn opgravingen bij de Thaliamuur te herinneren. Niet moeilijk, want met hem had ik ondertussen weer con tact gehad. Hij ontwierp voor onze drie kinderen de geboortekaartjes in de jaren zestig. We hebben Fons uitgenodigd om eens naar onze 'schatten op zolder' te komen kijken. Hij kwam, was verbaasd en wist het verder eigenlijk ook niet. Behalve met de scherven waar iets van een stempel op was te vinden. Die heeft hij meegenomen." "Het was het begin van zijn studie naar de stempeling op Bergs aardewerk. Hij ontdekte er veel aan en kon zo een schema opbouwen waarin een systeem van datering te herkennen was. Wanneer werd welk stempel en door welke pottenbakker gebruikt? Hij publiceerde er een artikel over in het blad Antiek. Dat blad heb ik van hem gekregen. Lang bewaard, maar het is waarschijnlijk bij mijn laatste verhuizing kwijtgeraakt." Kunt u aangeven hoe de Geschiedkundige Kring zich in de afgelopen 40 jaar heeft ontwikkeld? "Broeder Alberik en Fons Gieles kwamen met elkaar in contact. Het heeft uiteindelijk gere sulteerd in de oprichting van onze vereniging, onze Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom. En ik meen, in alle bescheidenheid, te mogen denken dat ik daar een heel klein steentje aan bijgedragen heb. Samen met mijn jongens van Het Fort. In de eerste jaargang, nummer één van De Waterschans staat immers: 'A. Gieles, voorzitter en Br. A. van Rijckevorssel, secretaris'. Ik ben toen ook lid geworden en als ik even opkijk boven mijn computer, dan zie ik alle uitgaven van De Waterschans voor me staan." Opgravingen, archeologische ontdekkingen, vondsten uit het verre verleden, ze prikkelen de fantasie en trekken de aandacht van velen. Dat was eeuwen geleden zo en geldt nog steeds. Archeologie wordt door veel mensen geassocieerd met het ontdekken van het geheimzinnige, het verborgene. Dit wekt gevoelens op uit onze eigen jeugd en zelfs de meest onverschillige cultuurbarbaren onder ons zullen niet ontkomen aan een herinnering aan het spelen in de zandbak, wanneer ze langs een opgraving lopen of erover lezen in een krantenbericht. Archeologie, de studie naar de materiële overblijfselen van voorbije tijden en culturen, is in feite niet meer dan één van de hulpwetenschappen in de studie van het verleden. Maar juist de fascinatie van het ontdekken geeft het haar unieke imago, waardoor zij vaak belicht wordt in de media. Drs. Marco Vermunt In de loop der eeuwen is archeologie uitgegroeid van een hobby van rijke verveelde heren en verzamelaars van antiquiteiten tot een serieuze wetenschap en een methode om 'ons verborgen erfgoed voor het nageslacht veilig te stellen'. Waar vroeger objecten werden verzameld of bij toeval werden gevonden, graven archeologen nu met de modernste hulpmiddelen om zoveel mogelijk gegevens uit grondsporen te kunnen halen. Of ze graven niet, maar proberen in de geest van het Verdrag van Malta zoveel mogelijk het bodemarchief te beschermen en voor het nageslacht intact te laten. 40 jaar 1968 - 2008 Bas Verbiest (rechtsboven! in 1968 als leider van een voetbalteam van de Sint-Jozefschool. De Waterschans 4 - 2008 64 De bouwput van V&D in 1950. De muren van bastion William worden gesloopt. Fotograaf L.H. van derAa. Collectie MHC. 65

Periodieken

De Waterschans | 2008 | | pagina 33