Dat zat in twee grote gebouwen. Er woonden
170 mannen. BruijnzeeL zorgde voor het eten,
de was ging naar de wasserij. De overgang naar
Nederland was erg groot. Het was hier een heel
andere cultuur. Het grootste verschil vond ik
de gezinnen. Turkse gezinnen zijn groot, met
kinderen en ouders, grootouders en ooms en
tantes. Hier zijn de gezinnen klein, alleen ouders
en een paar kinderen. Ik zag hier ook vrouwen
met korte rokken, en vrouwen die een functie
hadden in het openbare leven. Dat was toen bij
ons nog niet. Wij gingen gelijk aan het werk.
De taal leren of cursussen volgen stond niet op
het program. Maar we werkten toch alleen met
Turken, en in het pension spraken we ook Turks,
dus dat was geen probleem."
Sommigen kwamen met een omweg
Niet iedere gastarbeider kwam hier via het
arbeidsbureau. Het waren vooral Marokkanen
die op eigen initiatief kwamen. Een aantal had al
eerder in Frankrijk of Spanje gewerkt.
M'hammed Jaballah was een van hen. "Ik kom
uit een familie met dertien kinderen, elf meisjes
en twee jongens. Ik was de 'prins' van ons
gezin en werd erg verwend. In die tijd was het
economisch erg slecht in Marokko: je leefde van
watje land opbracht: groente, schapen, een koe.
Ik besloot om naar Frankrijk te gaan toen ik daar
een halfjaarcontract kon krijgen bij een fruitteler.
Mijn ouders vonden het verschrikkelijk. Maar
mijn moeder zei toch ook: denk eerst aan jezelf,
aan je eten, je kleren, dan pas aan ons. Ze heeft
zó verschrikkelijk gehuild toen ik wegging. En al
mijn zussen ook. Het is 39 jaar geleden, maar ik
weet het nog precies, alsof het gisteren was. Ik
was toen 19 jaar."
Mohammed El-Alaoui was eerst twee maanden
in Limburg voor hij in 1965 naar Bergen op Zoom
kwam. "Alles was prachtig. De mensen waren
lief. Ik had het gevoel dat ik welkom was. De taal
was wel moeilijk in het begin. Gelukkig sprak ik
ook een beetje Frans en Spaans. Dat scheelde.
Bij Van Mechelen IJzerindustrie werkten ook
Spanjaarden. Zelf kwam ik terecht bij Asselbergs.
Ik deed ervan alles: kernen maken, heftruck
rijden, allemaal handwerk. Het was stoffig en
zwaar, maar ik had het goed naar mijn zin."
Nederland: een aantrekkelijk paradijs?
Oukacha Bouchiha is hiervanaf 1966. Ook hij
begon bij Holland Machinefabrieken. "Ik was al
getrouwd, en ik had werk gehad in Marokko. Ik
was baas over zeven man, ik had een auto van
de zaak. Maar mijn vriend, de eierverkoper, ging
naar Duitsland, en vandaar naar Nederland. En
die stuurde zulke mooie foto's... Het leek wel
een paradijs. Daar wilde ik ook wel naar toe.
Ik had neven in Duitsland, die zeiden: "Je bent
dom als je naar Europa komt. Wij leven hier als
varkens. Wij werken in de mijnen. Jij leeft als
een burgemeester". Maar ik ging toch. Ik dacht:
een beetje sparen en dan terug.
Op 23 januari 1966 besloot ik om naar Europa te
gaan. Ik was met mijn kameraad, die werkte in
de mijnen in Sittard. Ik mocht met hem mee. Hij
wist werk voor me: bij De Holland. Op 8 februari
kwam ik aan in Bergen op Zoom. Ik verstond
geen woord Nederlands. Ik vroeg de weg in
gebarentaal. Twee vrouwen hebben mij naar het
arbeidsbureau gebracht. Ik sprak een beetje
Frans, en de personeelschef van De Holland
ook. Hij was aardig, hij had werk voor me. Ik ging
mijn spullen halen bij mijn vriend in Limburg, en
de dag daarna ging ik aan het werk. Ik woonde
in het pension van de fabriek bij de watertoren,
en daarna bij Mina Akkermans. Nog later
woonde ik met drie collega's in een huis aan de
Dorpsstraat bij café Trees. Het was eigenlijk een
gouden tijd. In 1966 ging ik van De Holland naar
Beckers Haarden. Toen kregen we een pension
in de Blauwehandstraat."
Ook Mohammadi El-KhaLdi kwam op 25-jarige
leeftijd in 1966 op eigen gelegenheid naar
Bergen op Zoom. "Ik kende er geen mens, en
ik verstond niemand. Gelukkig sprak ik een
beetje Frans. Ik kwam bij Asselbergs. Ik heb
het gewoon gevraagd. Er waren toen nog maar
een paar Marokkanen hier, een stuk of vijf,
zes. Ik heb in een hotel gewoond, dat is nu een
bioscoop geworden. We sliepen met zes man op
een kamer, we kookten er ook zelf. We hadden
een tafeltje om op te koken, en een geiser.
We waren nog jong, we vonden dat niet erg.
Toen we hier kwamen waren de mensen nog
veel vriendelijker dan nu. We hadden iemand
gevonden waar we met onze kippen heen
konden om ze te slachten. Voor vlees gingen
we naar de slaqer. Kopen kon niet, dat was niet
ha lal".
Terugkeer naar huis steeds uitgesteld
Veel mannen werkten met plezier in de
fabrieken. Ze waren over het algemeen jong, de
toekomst lag nog vóór hen. Sommigen wilden
sparen, om dan laterthuis een huis te bouwen,
een gezin te stichten of een eigen bedrijfje te
beginnen. Jaballah: "Op vakantie in Marokko
keek ik naar garagebedrijven. Maar ik was
telkens teleurgesteld. Het was er smerig, weinig
gereedschap, geen structuur. Ik ging zelfs een
keer naar een failliete garage om de boedel te
kopen. Maar ik dacht telkens: dit is niet wat ik
zoek, daar zou ik niet meer aarden."
Anderen wilden hun eigen financiële situatie of
die van hun familie verbeteren. Eigenlijk ging
iedereen ervan uit dat hun verblijf tijdelijk zou zijn.
"Ik had nooit gedacht dat ik hier zou blijven",
zegt Bouchiha. "Maar als je op vakantie gaat,
maakjealjegeldop. Van sparen kwam niets
terecht." Daarom besloten op den duur steeds
meer gastarbeiders om hun vrouw en kinderen
te laten overkomen.
Gezinshereniging
Daut was al getrouwd toen hij naar Nederland
kwam. Zijn vrouw bleef met de kinderen
achter in Turkije. "Ik heb in die jaren mijn
schoonouders geholpen. Ik was erg blij toen
Daut na vijf jaar een huis kon krijgen. Met de
twee kinderen die we toen al hadden ben ik naar
Nederland gekomen. Ik kon me goed aanpassen
en heb nog tien jaar gewerkt bij de militairen
in Woensdrecht. Dat was heel plezierig." Daut
Sahin werkte achttien jaar bij De Holland, en
daarna tot zijn pensioen bij Philips.
El-Alaoui was in 1969 tijdens zijn vakantie in
Marokko getrouwd. In 1976 kon hij in Bergen op
Zoom een huis kopen. Hij had inmiddels twee
kinderen. Hij liet zijn gezin overkomen. Ook
Jaballah trouwde thuis in Marokko en liet zijn
jonge vrouw overkomen. "Mijn vrouw vond het
erg spannend om hier te komen. Ze was nog
heel jong. Volgens onze paspoorten zijn wij even
oud, maar zij is in werkelijkheid drie jaar jonger."
El- Khaldi trouwde toen hij in 1970, voor het
eerst na vijf jaar, met vakantie naar Marokko
ging. "Mijn ouders waren niet blij dat ik zo lang
was weggebleven. In die eerste vakantie ben
ik ook getrouwd. Ik heb mijn vrouw pas toen
en daar leren kennen. Zij bleef achter toen ik
weer naar Nederland ging. Ze woonde bij haar
ouders. Ik heb toen een huis aangevraagd. In
1976 kon ze overkomen. We hadden inmiddels
één kind."
Nurettin Buru kwam, 22 jaar oud, via het Turkse
arbeidsbureau hier. Hij was niet zozeer op zoek
naar werk, maar zijn verloofde was toen al een
jaar met haar ouders in Bergen op Zoom. Hij
trouwde en kwam in 1975 naar Nederland. "Ik
was kapper met een kapperszaak. Ik hoorde
mooie verhalen over Europa. Mijn vader smeekte
nog: 'Ga niet weg, je zult nooit meer terug
komen'. Maar ik dacht dat het daar goed was. Ik
wist niets over Nederland."
Aanvankelijk kwamen uitsluitend alleenstaande mannen naar
Nederland. Ze werden door hun werkgevers ondergebracht
in pensions, of in barakken zoals El Pinar (De Pijnboomin
Maasheze waar 254 Spaanse Philips-arbeiders woonden.
www.20eeuwennederland.nl van Teleac.
De Waterschans 4 - 2008
82
De aankomst van zestig Spanjaarden in Someren, 1963.
www.20eeuwennederland.nl van Teleac
83
40 jaar 1968 - 2008