Een partner uit het land van herkomst Veel migranten van de eerste generatie waren nog vrijgezel toen ze hier kwamen. Bijna allemaal trouwden ze met een meisje uit hun geboortestreek. Opmerkelijk is dat veel van hun inmiddels volwassen kinderen ook hun hu welijkspartner uit het land van herkomst halen. El-Quahdani: "Mijn kinderen hebben nog goede contacten in Marokko. Ik wil graag dat ze met Marokkanen trouwen, anders krijgen ze toch vroeg of laat ruzie over de opleiding van hun kinderen. De een wil islamitisch opvoeden, de ander niet, dat geeft ruzie". Idrissi: "Ik ben bewust getrouwd met een Marokkaanse vrouw. Ik heb wel relaties gehad met Nederlandse vrouwen. Maar je krijgt toch problemen als het over opvoeding gaat en zo. Dat wil ik niet. Toen ze hier kwam heeft ze gelijk een cursus Nederlands gedaan en is ze op een vrouwenclub gegaan. Ze is redelijk probleemloos opgenomen hier". Lang niet allemaal voelen ze zich hier zo snel thuis. Velen hebben heimwee, moeite met de taal en met het vinden van werk. Khadijd Gousfi kwam hier toen ze 22 was, nu negen jaar geleden. "Het was moeilijk om hier te zijn zonder familie. Mijn man is de hele dag aan het werk en komt pas 's avonds thuis. De buurvrouw probeerde wel met mij te praten, zij ging ook mee naar de dokter en de vroedvrouw toen ik zwangerwerd; ik had niemand anders. Nu is mijn zoon zes jaar. Hij spreekt Nederlands, Arabisch en Berber. Ik wil heel graag werk, maar met een hoofddoek is het moeilijk. Ik word ziek als ik altijd thuis moet zitten. Ik heb heimwee, ik denk altijd aan mijn ouders en mijn familie. Ik mis ze erg". Ahmed Aoulichk kwam hier in 2006. "Ik ben toen getrouwd met een Marokkaans meisje, en heb nu een kind. Ik begrijp de taal slecht en vind die ook moeilijk. Ik ben nu bezig met de inburgeringscursus. Ik hoop dat ik hier gemakkelijker werk vind dan in Marokko. Ik wil wel alle soorten werk doen. Ik heb geen specifieke opleiding." Terugblik Veel gastarbeiders van het eerste uur zijn inmiddels veertig jaar of meer hier. Zij zijn nu met pensioen. "Ik zou het zo weer doen", zegt El-ALlaoui"met de mensen uit die tijd. Nu is het allemaal veel harder, nu zijn er goede en slechte mensen. Toen waren de mensen lief. De laatste jaren zijn ze hier een beetje te streng tegen de vreemdeling. Dat is nooit zo geweest. Onze kinderen hebben er last van. Maar die zijn hier geboren, die zijn Nederlander. Daarom ga ik ook niet terug naar Marokko. Ik ben in de winter daar, en in de zomer hier, bij de kinderen." Ook El-Khaldi kijkt tevreden terug. "Ik heb het hier altijd goed gehad, altijd werk, ik verdiende goed. Teruggaan is een probleem: mijn vier kinderen zijn hier opgegroeid, ze zijn goed hier, ik heb al twee kleinkinderen. Ik heb wel een huis in Marokko, mijn moederwoont er nu in, en misschien ga ik op en neer" "Ik heb hier altijd met plezier gewoond", zegt mevrouw Sahin. Haar twee kleinzoons voelen zich Turk én Nederlander. Ze zitten op het VMBO nog twee jaar gebleven." Jaballah volgde, naast zijn werk als automonteur, een opleiding tot leraar wiskunde aan de Hogeschool in Rotterdam. "In 1990 kon les gaan geven in Den Haag. Iedere dag ging ik op en neer. In 1992 was ik klaar met mijn studie." en willen na afloop van die opleiding nog verder studeren. Hun ideaal: ze willen werk en een goed leven dicht bij huis hier in Nederland. Haar landgenoot Buru denkt daar anders over. "Als ik wist wat ik nu weet, zou ik het nooit meer doen. Ik heb heimwee, veel heimwee. Mijn familie in Turkije is gestorven, ik was er niet bij. Ik ben hier alleen met mijn vrouw. Ik ga zes maanden daar naar toe en ben dan weer zes maanden hier." Ook Yildir zou het, met de wetenschap van vandaag, nooit meer overdoen. "Ik ben werkloos geweest. Ik heb veel problemen gehad. De Nederlandse taal is moeilijk gebleven, ik moet nog steeds iemand meenemen als ik naar de dokter ga en zo. Mijn familie woont verspreid over Nederland. Ik ken niemand meer in Turkije, veel oude kennissen zijn overleden. In Turkije is ook veel veranderd. Voor ons is het op het moment vreemd om er op vakantie te gaan. We zijn daar ook buitenlanders. Maar de kinderen zijn hier geboren. Ze voelen zich hier thuis. Ze zijn Turk én Nederlander Ook al omarmt Nederland ze op dit moment niet, ze blijven hier omdat ze hier geboren zijn. Hun toekomst ligt hier" Het echtpaar Golpunar gaat over acht jaar met pensioen. "We zijn hier gekomen, we hebben gewerkt, gespaard, kinderen gekregen en opgevoed. De kinderen hebben kunnen studeren. De pensioenen zijn hier goed. Als ik oude collega's bij de post hoor, dan hebben die het ook vaak moeilijk. Ze krijgen weinig salaris en moeten soms een tweede baan zoeken om rond te kunnen komen. Als je daar ziek of werkloos wordt, heb je het veel moeilijker dan hier. Hier kunnen we bovendien voor onze mening en onze religie uitkomen. Wij zijn aleviet, die hebben het in Turkije moeilijk. Nederland is ons tweede vaderland. We hebben er geen spijt van, het is goed geweest". Idrissi is nog lang niet aan pensioen toe. "Met vallen en opstaan en veel doorzetten ben ik goed terechtgekomen. Ik ben er in geslaagd een positie in te nemen in de samenleving. Ik heb een gezin. Maar mijn wortels liggen in Marokko. Ik voel me Marokkaan. Maar of ik er nog aansluiting zou vinden? Mijn zus en familie wonen er nog, ik ga er regelmatig heen. Ik mis mijn familie. Ooit wil ik wel terug. Maar nu ik kinderen heb, weet ik niet of dat nog haalbaar is. Toen ik kwam had ik een heel ideaal beeld van Europa. Ik zag mensen met auto's en luxe. Dat wilde ik wel. Met wat ik nu weet, zou ik het niet meer doen. Al ben je nog zo geïntegreerd, al participeer je nog zo, de samenleving kijkt toch anders naar jou dan naar een geboren Nederlander. Maar ik heb dat besluit toen genomen. Ik ben nu hier en daar ben ik nu tevreden mee". De toekomst ligt in Nederland Over de toekomst zijn alle migranten het met elkaar eens. Die ligt hier, in Nederland. Hoe zwaar ze het ook gehad hebben, hoe moeilijk het ook soms was of nog is, en hoezeer het heimwee ook knaagt, zij zijn burgers van Nederland geworden. Hun kinderen zijn hier geboren en geworteld. Zij kunnen en willen niet meer terug, al blijft het vaderland trekken. Jaballah: "Na mijn pensioen blijf ik hier. Ik ben hier thuis, het is hier sociaal goed geregeld, ik heb goed contact met mijn buren en met de Marokkaanse gemeenschap. Mijn kinderen en kleinkinderen groeien hier op. Je kunt niet definitief terug". El-Quahdani: De politieke situatie is nu beter in Marokko, maar voor mij is het te laat. Wij hebben zes kinderen, vier zijn hier geboren. Ze zijn hier allemaal goed gesettled. We willen onze kleinkinderen zien opgroeien. Als ik 65 ben, kan ik misschien een halfjaar hier en een half jaar daar wonen." Voor de jongeren die hier geboren zijn, is de vraag of ze ooit naar het land van hun ouders terug zullen keren, eigenlijk niet aan de orde. En ook voor de nieuwkomers is het geen vraag. "Mijn kind gaat hier in Nederland zijn toekomst opbouwen," zegt Khadijd Gousfi. Dat gaat lukken, dat weet ik zeker'". Noten Gebedsruimte in de Marokkaanse Moskee Et Feth aan de Oude Stationsweg 37, 2005. Fotograaf A. van Dijck. Collectie MHC. De Waterschans 4 - 2008 88 1. Gemeente Bergen op Zoom, Concept-nota inzake de culturele minderheden in Bergen op Zoom, oktober 1981 2. Archief Machinefabriek Holland, dossier 'komst arbeiders uit Turkije'. 3. Gemeente BoZ, Concept-nota inzake de culturele minderheden in Bergen op Zoom, oktober 1981en Notitie Buitenlanders, opgesteld ten behoeve van het Beleidsplan Binnenstad, 1980. 4-, Volkstelling 31 mei 1960. 5. Volkstelling 28 februari 1971. 6. Bron: Gemeente Bergen op Zoom, Concept-nota inzake de culturele minderheden in Bergen op Zoom, oktober 1981, met aantekeningen uit 1982. 7. Gemeente BoZ, Concept-nota inzake de culturele minderheden in Bergen op Zoom, oktober 1981 89 40 jaar 1968 - 2008

Periodieken

De Waterschans | 2008 | | pagina 45