1747, eene formidabele belegering Eerste deel Cheerleader van de oorlog Anton SchelLekens Afb. 1. Allegorie op de verovering van Bergen op Zoom. Het boek voorbij1 In De Waterschans van september 2008 bekeken we een passage over het beleg van Bergen in het boek Het Vooroudergevoel van de drie Blokkers.2 Deze keer gaan we wat dieper in op de rampzalige gebeurtenissen van 1747. We stellen ons daarbij een aantal vragen. Waarom waren de Fransen in 's hemelsnaam helemaal naar Bergen op Zoom gekomen om hier de boel in puin te schieten? Wat veroorzaakte de val van de vesting? Deden de verdedigers hun werk niet goed? Hoe goed voldeden de vestingwerken, de hardware Wat deden andere Nederlandse troepen en onze bondgenoten gedurende het beleg? Wat waren de gevolgen van de belegering en de val? Welke visies bestaan er op dit alles en wie kan destijds belang hebben gehad bij het verhaal dat de verdedigers van de vesting er een potje van hadden gemaakt? De traditionele visie In september 2008 vatten we de traditionele visie samen, waarmee we als Bergenaren zijn opgegroeid: de verdedigers geloofden dat de vesting zo sterk was dat die zichzelf wel zou verdedigen en lieten het er schandelijk bij zitten. Zij waren te bang, te lui of te dom [of alle drie] om uitvallen te doen. Tijdens het beleg werd het zuidelijke deel van de stad, tot en met de Gertrudiskerk, in brand geschoten en verwoest. De Fransen kwamen bij verrassing binnen door een uitvalspoort [sortie] die de slordige verdedigers open hadden laten staan. De 'Franse Sortie', het straatje tussen de Schoolstraat en de Kloosterstraat, herinnert nog altijd aan die ramp.3 De kern van deze traditionele visie, namelijk dat de verdedigers het er lelijk bij hebben laten zitten, keert ook terug in veel literatuur over het beleg. Een goed en levendig geschreven voorbeeld vinden we in het boekje Bergen op Zoom als militaire stad, dat de Sectie Militaire Geschiedenis van de Koninklijke Landmacht heeft uitgebracht toen het garnizoen Bergen op Zoom werd opgeheven/ Ook een Brits werk als Anderson's The war of the Austrian Succession geeft dat beeld: de Bergse vestingwerken waren sterk: de beklagenswaardig zwakke verdediging die het garnizoen bood versterkte daarom de zeer lage dunk die de Britten en Oostenrijkers hadden van de Nederlandse 'fighting spirit'.5 Die lage dunk vinden we evenzeer terug in een rijmpje op een onbekende uit meerdere taferelen bestaande Britse satirische prent, die kort geleden werd aangekocht door het Markiezenhof: As Lowendahl of late the Walls he did scour, He spy'd a small sally port open before, When strait rushing forward, he quickly made Room, And thus got Possession of Bergen-op-zoom The Lady surpriz'd, to call-out did begin: But alas! T'was too late when the Hero was in. Who, ravish'd with Joy, cry'd in rapturous Fume 0! the lovely! - the charming - sweet Bergen-op-zoom.b Net als op allerlei andere plaatsen, zien we ook hier een vergelijking tussen Bergen en een De Waterschans 1 - 2009 18 Afb. 2. Voltaire vergeleek Bergen op Zoom met Madame de Pompadour, de minnares van koning Lodewijk XV. lieftallige vrouw, die wordt veroverd door de amoureuze Fransman.7 Ach ja, bij een vesting die zichzelf 7a pucelle' (de maagd) noemt, ligt die vergelijking natuurlijk ook wel een beetje voor de hand. Laten we het beeld van de verdedigers die er niets van bakten eens even vergeten, en zonder vooringenomenheid proberen uit te vinden hoe heterdatjaaraan is toegegaan. Daarbij moeten we zeker ook bekijken wat de plaats van Bergen was in de verdediging van de Republiek, de voorloper van het tegenwoordige Nederland. En ook wat de belegering van Bergen betekende in de grote oorlog waarvan zij deel uitmaakte, de Oostenrijkse Successieoorlog. Bij al onze aandacht voor de lotgevallen van de stad dreigt het verband met de wereldgebeurtenissen nog wel eens achter de horizon te verdwijnen. De Republiek8 De voorganger van - ongeveer - het huidige Nederland waren de Noord-Nederlandse gewesten, verenigd in wat officieel heette de 'Geünieerde Provinciën'. In de wandeling wordt deze federale staat (eigenlijk meer een statenbond) vaak aangeduid als 'de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden', of kortweg: 'de Republiek'. Deze bestond uit zeven autonome provinciën (Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Friesland, Overijssel en Groningen), een landschap (Drenthe) en drie rechtstreeks door de Staten-Generaal bestuurde Generaliteitslanden. Die drie laatste gebieden waren veroverde delen van andere gewesten waarvan het oorspronkelijke hartland in de 19 De Waterschans 1 - 2009

Periodieken

De Waterschans | 2009 | | pagina 10