y E R H A A L
BERGEN OP DEN ZOOM,
Spaanse (Later Oostenrijkse) Nederlanden
was gelegen: Staats-Vlaanderen - het huidige
Zeeuws Vlaanderen; Staats-Brabant - een groot
deel van de huidige provincie Noord-Brabant;
en Staats-Limburg/Staats-Overmaze - een deel
van de huidige Nederlandse provincie Limburg.
Het woord 'Staats' wordt ook in ander verband
gebruikt als bijvoeglijk naamwoord dat verwijst
naar de Republiek: zo spreken we van het
Staatse leger, Staatse troepen, enzovoort.
Na pleonasme de 'Tachtigjarige Oorlog' en de
officiële erkenning van de Republiek door Spanje
en de andere mogendheden bij de Vrede van
Münster/Westfalen in 164-8, werd Frankrijk,
dat traditioneel een vijand van Spanje was,
onder de expansionistische Lodewijk XIV vrij
spoedig ook een vijand van de Republiek, als
concurrent op het wereldtoneel. In die periode
waren Spanje - en later Oostenrijk - en de
Nederlanden eikaars bondgenoten tegen
Frankrijk in een aantal oorlogen. De Republiek,
had er groot belang bij dat de Zuidelijke of
'Spaanse' Nederlanden (ongeveer het huidige
België) niet in Franse handen kwamen. Met het
oog daarop bezat de Republiek na de Vrede van
Rijswijk, 1697, in de Zuidelijke Nederlanden een
aantal vestingsteden, die dicht bij de Franse
grens lagen. Zij werden de 'barrièresteden'
genoemd en vormden een vooruitgeschoven
buffer tegen een eventuele aanval van
Frankrijk op de Republiek. Vanaf 'het derde
barrièretractaat' uit 1715, als uitvloeisel van de
Vrede van Utrecht van 1713, waren het er zeven:
Namen, Doornik, Menen, Waasten (Warneton),
leper, Knokke en Veurne.9 Sinds de Vrede van
Utrecht werden de Zuidelijke Nederlanden niet
meer geregeerd door de Spaanse koning, maar
door de Oostenrijkse tak van het Habsburgse
vorstenhuis. Zij worden daarom vanaf die
tijd veelal aangeduid als de 'Oostenrijkse
Nederlanden'.
Meer en meer had de Republiek ook de steun
van het steeds machtiger wordende Engeland
nodig tegen Frankrijk. Zij werd geleidelijk aan -
sinds de periode van stadhouder Willem III, die
tevens koning van Engeland was - zowel politiek
als militair, te land en ter zee, steeds sterker
afhankelijk van de vroegere concurrent Groot-
Brittannië:
De Hollandse Oorlog [van het rampjaar 1672
- A.S.] had duidelijk gemaakt dat een alliantie
met Oostenrijk en Spanje de Republiek niet de
gewenste hulp opleverde. De Spanjaarden waren
van goede wil maar uitgeput, terwijl de keizer
zolang er oorlog woedde met het Ottomaanse Rijk
- in 1683 werd Wenen nog belegerd - geen troepen
voor de verdediging van de Spaanse Nederlanden
kon en wilde leveren. Voor een effectieve
verdediging van dit gebied was Engeland derhalve
onmisbaar,10 In januari 1678 was inmiddels het
defensief verbond tussen Engeland en de Verenigde
Nederlanden gesloten, dat tot 1780 [begin van de
Vierde Engelse Zeeoorlog - A.S.] zou gelden en
de buitenlandse politiek van onze staatslieden een
eeuw lang zou beheersen."
De Nederlandse oorlogsvloot trad nu niet
langer onafhankelijk op, maar in samenwerking
met de oude rivaal, Engeland. Willem III had
deze verandering door een verdrag in 1688
teweeggebracht, nadat hij dankzij de Glorious
Revolution2 eerder dat jaar koning van Engeland
was geworden. De verdragsbepalingen zorgden
ervoor dat Engeland een overwicht had in de
gecombineerde vloot. De opperbevelhebber
van deze vloot was altijd een Engelsman en het
Engelse aandeel in elke gecombineerde vloot
verhield zich tot het Nederlandse als vijf staat tot
drie}3
Nog een boek
Twee jaar geleden kwam er een unieke
aanvulling uit op de literatuur over het
beleg van Bergen in 1747: een gedetailleerd
ooggetuigenverslag, geschreven door de
Zweedse militair Jacob Eggers, oorspronkelijk
uitgegeven in het Frans in 1750. Dit 'Journal'
is in het verleden door veel historici gebruikt
als bron.u Het geeft een ongelooflijk aantal
exacte militaire gegevens - er wordt bij wijze
van spreken geen schop in de grond gestoken
en geen schot gelost, of Eggers neemt het op
in een overzichtelijk staatje per dag. Daarnaast
geeft hij zijn relaas van de gebeurtenissen,
eveneens per dag. Zijn journaal is een
tegenhanger van ooggetuigenverslagen aan
Nederlandse kant - zoals de verhalen van
de Bergse predikanten Folkers en Janssen,15
die allebei waren verbonden aan de Grote of
Gertrudiskerk.
Dominee Folkers verslaat voor zijn vrouw
De Waterschans 1 - 2009
20
en dochters in Den Haag van dag tot dag de
gebeurtenissen vanaf het begin van het beleg
tot na de val van de vesting op 16 september
1747. Hij vertelt wat hij in de stad ziet en
hoort. Je maakt met hem alle ellende van de
bewoners en verdedigers mee. Om en boven
hem verandert het Franse geschut zijn huis
stukje bij beetje in een bouwval, terwijl hij in
de kelder ijverig doorschrijft. Op maandag 7
augustus merkt hij mistroostig op: Nu heb ik
alles aen mijn huis gehadt wat de oorlog uitlevert:
kogels in menigte, een bom, een houwitser
[bedoeld is blijkbaar een granaat, afgeschoten
door een houwitser - A.S.].16 Zijn jongere
collega Janssen biedt een helder overzicht van
de troepenopstellingen aan Staatse kant aan
de vooravond van de 'overrompeling' en van
de gevechten en andere gebeurtenissen op 16
september en kort daarna.
Eggers geeft zoals gezegd in zijn journaal
de voortgang van de belegering aan de
Franse kant van dag tot dag weer. Dit boek
KORT en BEKNOPT
Van 't gepasfeerde ten tyde van de Overrompelinge
der STAD
Op den 16 September 174-7.
ALS MEDE
De Detail's van Guarnizoenen de DiipolTtie
des daags te voren .gemaakt.
N-E.FFENS,
Set Wedervarenen de Ontmoetinge van den A U
T HE UK op dien dagai de volgende dagen.
Guarnizoen van Bérgen op den Zooji,
tWÈ Ra 'ieefc» ten tYde van de Overrompelinge der Scad 5
fc Fg kon-n-» uit negen Regimenten, of Batraillons a
narne'yk dat van den Vórft van Waldek, van
Saxen-Gotha JLcwe EvartfenHolflein-Got-
torp, ivcutz, Graaf Leopold van Regteren en de twee Schot-
fche Regimenten, van Coijear en Majoribanks.
Alle de Regimenten hadden ordre, om op hetminflegerugt;
van een Attaejue of Alarmten eerden in de Wapens voor
F 3_het.
Afb. 3. Eerste pagina van het verhaal van dominee Janssen.
is uitstekend in het Nederlands vertaald
door luitenant-kolonel buiten dienst Wim van
Riemsdijk en is uitgegeven door de Stichting
Vrienden van de West Brabantse Waterlinie en
de Geschiedkundige Kring van Stad en Land
van Bergen op Zoom.'7 Zo is een belangrijke
historische bron, rechtstreeks voor ons, als
gewone lezers, toegankelijk geworden. Het
onderstaande verhaal maakt van dit werk
dankbaar gebruik.
Waarom werd Bergen in 1747 door
de Fransen belegerd?
De Oostenrijkse Successieoorlog'8
De historicus Olaf van Nimwegen noemt
de verhouding tussen de Republiek en het
Frankrijk van Lodewijk XIV in de jaren 1672
tot 1712 een veertigjarige oorlog. De afloop
van die concurrentiestrijd bevestigde de status
van de Republiek als grote mogendheid en
maakte haar tot beschermer van het Europese
machtsevenwicht. Tot het midden van de
achttiende eeuw zou de Republiek de
spilfunctie in het Oude Systeem, zoals
het gemeenschappelijk veiligheidsstelsel
van Groot-Brittannië, Oostenrijk en de
Republiek werd genoemd, vervullen.
Daarna verviel zij tot een mogendheid van
de tweede rang}'' Dat de Republiek tot het
midden van de achttiende eeuw de rol
speelde van een Europese grootmacht,
is de centrale stelling die Van Nimwegen
wil bewijzen met zijn diepgravende werk
De Republiek der Verenigde Nederlanden
als grote mogendheid.20 Volgens de
traditionele opvatting, die hij bestrijdt,
was de Republiek al sinds de Vrede
van Utrecht (1713) een tweederangs
mogendheid,21 at bleef dat tot 1748
wellicht verborgen voor de buitenwereld:
Ontmaskerd werd ze [de Republiek,
A.S.] pas in 1747, en toen voorgoed.22 Dit
Laatste citaat komt trouwens al heel
dicht bij de opvatting van Van Nimwegen.
Zolang de andere landen je zien als een
grootmacht en je als zodanig respecteren
en vrezen, heb je immers de invloed
van een grootmacht - en bén je er dus
een. Hoe dan ook: de reductie van de
Republiek tot een macht van de tweede
rang werd bezegeld in de Oostenrijkse
Successieoorlog, die in 1748 eindigde
21
De Waterschans 1 - 2009