D. lx Af**--' 24. Voltaire, Précis, 1330. Truus Stevens Woord vooraf Tien jaar geleden riep het blad Gens Nostra zijn lezers op om een stukje te schrijven voor zijn themanummer 'Bijzondere verwantschappen'.1 Ik heb toen een stuk geschreven over een oud-oudtante, Catharina Trip, die in 1797 in Bergen op Zoom geboren werd, wegens bedelarij veroordeeld werd en vervolgens naar Veenhuizen verbannen werd. Het onlangs verschenen boek van Suzanna Jansen, Het pauperparadijs, herinnerde mij aan 'mijn bedelares'. Toen ook nog bleek dat Wil Schackmann in het eerste nummer van De Waterschans van 2008 een artikel had geschreven over de lotgevallen van Bergse families in de Drentse landbouwkoloniën, leek me dat een mooie gelegenheid te onderzoeken of ik iets meer over het leven van Catharina te weten kon komen. Het resultaat is dit artikel geworden. Inleiding Aan het eind van de achttiende en begin negentiende eeuw heerste er grote armoede2 in Nederland.3 De bevolking was sinds het midden van de achttiende eeuw sterk gegroeid en de voedselproductie bleef hierbij achter. Hierdoor stegen de prijzen van voedsel, wat nog verergerd werd door de misoogsten van de aardappels in 1816 en 1817. De regering verbood daarom in 1817 het verstoken van aardappels tot jenever.4 Catharina groeide op in dit verarmde Nederland waar rond 1820 ongeveer 190.000 mensen permanent of tijdelijk bedeeld werden. Dit was gemiddeld een op de elf inwoners. Opgroeien in Bergen op Zoom Na hoeveel generaties ben je een 'echte Bergse familie'? De Trippen uit mijn familie hebben niet altijd in Bergen op Zoom gewoond. Catharina's overgrootvader, Anthonius Trips5, kwam oorspronkelijk uit Bohemen, vertrok naar Groningen en trouwde daar haar overgrootmoeder Catrina Scheerhorst, die uit Asschendorp uit Westfalen kwam. Hun nakomelingen behalve hun kleinzoon Hermanus (Michael) bleven in Groningen wonen. Deze Trip kwam in Bergen op Zoom terecht. Als hij daar in 1791 trouwt met Maria de Cort,6 wordt als zijn beroep opgegeven 'soldaat onder Pabst'. Hij moet naar Zutphen om zijn 'attestatie' te halen, wat zoiets moet zijn als een bewijs van goed gedrag. Lodewyk Pabst was 'Tweede Lieutenant van het Eerste Bataillon derVyfde Halve Brigade Infanterie, in dienst van de Bataafsche Republiek'.7 In 1797 was Lodewyk Pabst 48 jaar en was hij in Zutphen geregistreerd. Vanaf 1786 was het Regiment Pabst in verschillende garnizoensplaatsen gelegerd. In 1786 lag het tweede Bataillon van het Regiment van Pabst in Nijmegen, in maart 1787 te Naarden, Steenbergen en Bergen op Zoom. Het lijkt erop dat Hermanus Trip uit Groningen door zijn beroep van soldaat in Bergen op Zoom terecht is gekomen. Hermanus en Maria kregen drie kinderen; Josephus in juli 1794, Catharina in juli 1797 en Johannes in mei 1801. Deze Johannes werd de overgrootvader van mijn oma. Josephus is vermoedelijk jong overleden. Van hem is alleen W- 5/ .,<5*,./tin fa y//. a/ i t/.f/a,-,*. j/-'" gespecialiseerde boeken: Anderson; Reed Browning, The war of the Austrian succession, New York 1993 (hierna: Browning], 318; Van Nimwegen, Grote mogendheid-, uit de tijd zelf: Voltaire, 'Précis du siècle de Louis XV' (hierna: Voltaire, Précisen 'Histoire de guerre de 1741' (hierna: Voltaire, Histoire) - de gedeelten die niet reeds zijn verwerkt in het genoemde Précis - gepubliceerd in de 'Pléiade'-reeks: Voltaire, CEuvres historiques. Édition présentée, établie et annotée par René Pomeau, Parijs, 1957, 1297-1571 (hierna te noemen: Voltaire, Précis), respectievelijk 1573-1654 (de niet in het Précis verwerkte passages uit de Histoire)-, de gehele tekst van de Histoire de la Guerre de 1741, op basis van een onuitgegeven handschrift, is te vinden in: Voltaire, Histoire de la Guerre de 1741. Texte établi avec introduction, notes, chronologie, bibliographie et choix de variantes par Jaques Maurens, Professeur a la Faculté de Lettres et Sciences humaines de Toulouse, Parijs, 1971 - door Voltaire nooit in die vorm uitgegeven; een groot deel heeft hij, met verbeteringen, verwerkt in het Précis du siècle de Louis XV-, voor het beleg van Bergen is het Précis zeker zo nauwkeurig. 19. Olaf van Nimwegen, 'Deser landen crijchsvolck'. Het Staatse legeren de militaire revoluties 1588-1688, Amsterdam 2006 (hierna: Van Nimwegen, Crijchsvolk), 17. 20. Van Nimwegen, Grote mogendheid, 9: Het doel van dit boek is om het veronderstelde machtsverval van de Republiek na 1713 ter discussie te stellen. 21. Duco Hellema, Neutraliteit en vrijhandel. De geschiedenis van de Nederlandse buitenlandse betrekkingen, Utrecht 2001, 28. 22. Van Deursen, 164. 23. De bijzonderheden over de 'Pragmatieke Sanctie' zijn vooral ontleend aan Anderson 25. Anderson, The 108; Rogier, 200-202 - 'jingoïsme', is een vernederlandsing van het bekende Engelse woord jingoism-, dit kwam in gebruik door een revueliedje uit de tijd van de Russisch-Turkse Oorlog (1877 - 1878): We don't want to fight But, by Jingo, if we do, We've got the ships, We've got the men, We've got the money, too. (We willen niet vechten, maar, bij Jingo, als we het willen, hebben we de schepen, hebben we de manschappen en hebben we ook het geld.) By Jingo was een al lang bestaande bastaardvloek, om de uitdrukking byJesus te vermijden - zie Wikipedia:http://en.wikipedia.org/wiki/ Jingoism (Engels) en http://nl.wikipedia.org/wiki/ Jingo%C3%AFsme (Nederlands). 26. Anderson, 109-110. 27. Anderson, 144. 28. De koning, die hen niet kon overreden, werd gedwongen een deel van hun land te veroveren I..J: hij liet een deel van zijn troepen Nederlands Vlaanderen binnentrekken. Voltaire, Précis, 1421. 29. Van Nimwegen, Grote mogendheid, 298. 30. Beschryving der stad Bergen op den Zoom. Verrykt met een omstandig bericht van het beleg dier Vesting door de Fransschen in den Jaare 1747, Benevens een platte grond des Belegs en eenige Authentique Relaasen, ter dier tyde gemeen gemaakt, kunnende dienen tot een supplement op de Vaderlandsche Historie, door den heerJ. Wagenaar, Amsterdam, 1780, 19 en 20; let wel: dit boekje is kennelijk niet geschreven door de populaire 18e-eeuwse historicus Jan Wagenaar (die was toen al zeven jaar dood), maar lijkt een van de vele latere 'supplementen' op zijn Vaderlandsche Historie. Bezemer neemt het in zijn literatuurlijst bij Folkers' Dagverhaal dan ook op zonder autersnaam; Google Books (internet) meldt: "Wordt toegeschreven aan Arend Fokke Simonsz." - zie http://books.google.nl/ books?id=4aeeMwAACAAJ&dq=Wagenaar+Vaderland sche+Plistorie&lr= ;Wagenaar zelf wijdt aandacht aan het beleg van Bergen in het twintigste en voorlaatste deel (deel 21 zijn de registers), uit 1759, van zijn Vaderlandsche Historie-, de volledige Franse tekst van de voorgelezen verklaring déclarationj staat in Schwartz, nummer2, 104 en 105, noot 4. 31Browning, 333. 32. Voltaire, Précis, 1452. 33. Voltaire, Précis, 1449. 34. Van Nimwegen, Grote mogendheid, 16 en 308. 35. J.G.M. Sanders (eindred), W.A. van Flam, J.G.M. Sanders, J. Vriens (red.), Noord-Brabant tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden, 1572-1795. Een institutionele handleiding, 's-Flertogenbosch/Plilversum 1996, 171-173, kaartje op 172 36. Van Nimwegen, Crijchsvolck, 331. 37. Van Nimwegen, Fatalen dag, 33. 38. Van Nimwegen, Fatalen dag, 31. 39. Voltaire, Précis, 1451. 40. Eggers, Journal, door het gehele boek. 41. Folkers, 30. 42. Jean de Viguerie, Histoire et dictionnaire du temps des Lumières, Robert Laffont, Parijs 2003, 1137-1138 ("LOWENDALou LCEWENDAFIL, Ulrich Frédéric Valdemar, comte de"); Jean-Pierre Bois, Maurice de Saxe, Parijs 1992, 121/122; internet: http://web.genealogie.free/Les_dynasties/ Les_dynasties_celebres/Fra nee/Dy nastie_de_ Lowendal.htm; http://fr.wikipedia.org/wiki/Ulrich_ Fr%C3%A9d%C3%A9ric_Woldemar_de_Lowendal. De Waterschans 1 - 2009 30 4 27 r. jiarU 7>e Csr/'J.P .Jrt 't/ CnCV ZV-j oc Ji ^3 ana Y...V, f< X'X ?L y Xi '/rtr-iJe-n Afb. 1. Doopboek Pastoor Boenders, 1797. t-tr 31 De Waterschans 1 - 2009

Periodieken

De Waterschans | 2009 | | pagina 16