m
V
w
t
antwoorden, dat bereids en wel op 28 Julij
LL eene publicatie is uitgevaardigd tegen het
misdrijf der bedelarij, en tengevolge heeft
gehad zulke nagenoeg heeft opgehouden, en
laat voorzien binnen weinig tijds geheel niet
meer binnen deze gemeente zal bestaan en
dat opzigtens de te geven uitbreiding aan de
plaatselijke policie alhier, dit een punt van
deliberatie uitmaakt bij den Gemeenteraad."
Catharina had pech dat de regels voor het
'misdrijf der bedelarij' net waren aangescherpt.
Maar lezen kon zij de uitgevaardigde publicatie
niet, want ondanks de onderwijswet van
1806 had zij niet leren lezen en schrijven.
Veldwachter Meeüs maakte een proces verbaal
op voor de bedelende Catharina en een dag later
zat ze in de gevangenis en werd er een eerste
signalement van haar opgesteld.26 Op 9 oktober
kwam het bevel tot Voorlopige gevangenhouding
van de Arrondissementsrechtbank in Breda
en op 11 oktoberwerd zij ingebracht door
de heer P.J. van den Broek, ingeschreven
en overgenomen door cipier F. Kaptijn in het
Huis van Arrest voor Vrouwen. Het is nog niet
de tijd van de fotografie, maar er werd een
geschreven signalement van haar opgesteld
met iets meer gegevens dan de eerste keer.27
Hoe zag zij eruit? Volgens het signalement had
zij een gezonde kleur, blauwe ogen, rosachtig
haar en wenkbrauwen. Haar 'gewone taal' was
nederduitsch. Haar lengte was 1 el 49 duim.
Naar onze huidige maatstaven was zij dus een
klein vrouwtje van 1.49 m.28 Haar voorhoofd
en aangezicht zijn rond, haar neus klein,
haar kin breed. Als bijzondere kentekenen
werd opgegeven dat zij pokdalig was en
zomervlekken had, sproeten dus. Als haar
laatste woonplaats werd opgegeven Bergen
op Zoom. Ze was ongehuwd en "Roomsch".
Zij had geen lager onderwijs genoten. Vader:
"Hermanus Trip", moeder "Maria de Kort",
ouderdom "56 jaren". Op geen van de officiële
stukken zal later haar leeftijd nog juist vermeld
worden. Op dit signalement werd ook de
"aard der aanklacht of beschuldiging vermeld:
verdacht van bedelarij".
Op maandag 22 oktober 1855 is de Openbare
correctionele terechtzitting.29 Daar stond
Catharina en tegenover haar zaten vijf heren
van de rechtbank: de rechter Loke, de president
van de rechtbank Van Oldeneel tot Oldenzeel,
Van Mierlo, Spoor en Van Ryen. Als getuigen
waren aanwezig Cornelia Strijers, die haar een
cent gaf en de veldwachter die haar oppakte.
Zij verklaarden onder ede dat "op den 4
October jl. de beklaagde bij haar aan de woning
heeft gebedeld en dat zij haar een cent heeft
gegeven." Ook aan Catharina zelf werd gevraagd
"Of zij niet op den 4 October jl. te Bergenopzoom
bedelende is gevonden ten huize van Johannes
Wijnen."
Haar antwoord was eenvoudig: "Ja". En ook
staat in het verslag dat "De beklaagde volhard
bij hare gegeven antwoorden." Catharina ging
weer terug naar de gevangenis en de uitspraak
zou 29 oktober zijn.30 Toen stond zij weer
tegenover Loke, Van Oldeneel tot Oldenzeel en
de anderen en hoorde zij haar vonnis aan "dat
het de Regtbank moge behagen de beklaagde
schuldig te verklaren aan bedelarij in eene
plaats, voor welke een openbare inrigting tot
voorkoming van bedelarij bestaat en mitsdien
te veroordelen tot gevangenzetting voor de tijd
van een maand, en in de kosten van het proces,
desnoodig bij lijfsdwang te verhalen, met bevel
dat zij na het uiteinde harer gevangenisstraf
naar een bedelaarsgesticht of werkhuis zal
worden overgebragt."
De kosten van het proces bedroegen 8,931/2.
Hoe deze verhaald zouden kunnen worden
op iemand als Catharina, die bedelde voor
één cent, is mij een raadsel en dat is het
gebleven. Na het vonnis werd zij geplaatst in
de strafgevangenis voor vrouwen te Breda.
Nu alles bewezen was, werd in het register31
vermeld dat haar misdaad "bedelarij" was
en dat zij op 29 oktober voor de eerste maal
gevonnist was. De ingang van de straf was
oktober 1855, de dagtekening van het einde
van de straf was 10 november. Ook werd nog
vermeld dat zij na haar straf "elders nog eene
andere moet ondergaan".
Die andere straf zal uiteindelijk Het Tweede
Gesticht in Veenhuizen in Drenthe worden, het
bedelaarsgesticht, maar de bedelaars worden
in eerste instantie naar Ommerschans dichtbij
Veenhuizen gebracht. Ommerschans was een
soort verdeelkantoor. Hoe Catharina naar
Veenhuizen is gegaan, vertelt het verhaal niet.
Bleef zij iets langer dan die tiende november
Jjj.a -v '//V//
^ÏÏ'ft/riri/r-f.U'r'rY ef/y, J,* A rr.
//A an emjh.
in de gevangenis? Werd zij per paard en wagen
vervoerd? Hoe lang duurde de reis van Bergen
op Zoom naar Ommerschans?
Aankomst in Ommerschans
Nadat Catharina haar straf in Breda had
uitgezeten, moest zij naar het bedelaarsgesticht
in Drente. Hoewel het een normale winter
was, was het toch behoorlijk koud, toen zij
op transport moest. Tegen Kerstmis vroor
het in Utrecht -15°C. Toen zij op 12 januari
1856, twee maanden na haar veroordeling,
in Ommerschans aankwam, was er nog wel
wat vorst en sneeuw, maar het werd steeds
droger zodat er geen sneeuw meer viel in
februari en maart. In Ommerschans, de plaats
waar alle bedelaars aankwamen, werd een
goede administratie bijgehouden. Zij staat op
de mutatielijsten van het jaar 1855/1856 uit
Ommerschans.32 Op de kaft staat geschreven:
"Nominatieve staat van voorgevallen
veranderingen in het personeel der Kolonisten
huisgezinnen, Weezen, bedelaarskolonisten,
hulpbehoevenden, Arbeiders en Militaire
Kolonisten, alsmede ambtenaren gedurende de
maand Januari 1856." In het register zijn lange
lijsten met aangekomen bedelaars opgetekend.
Volgens de administratie is Catharina
"opgezonden" vanuit Breda. Hier wordt
Catharina 'genoemd', niet met haar naam, maar
met het nummer 5957, dat gedurende de rest
van haar bestaan 'haar' nummer zal blijven.
Eindbestemming:Tweede Gesticht Veenhuizen
Met nog tweeënveertig anderen, die alleen
met een nummer worden aangeduid, ging zij
naar Veenhuizen: "Den 15 Januari 1856 zijn
de bedelaarskolonisten onder vorenstaande
Nommers gevestigd overgeplaatst naar het 2e
gesticht Veenhuizen en aldaar overgenomen."
En op hetzelfde blad staat geschreven onder
de kolom 'sterkte' dat er 43 "opgenomen" en
43 "afgevoerd" zijn. Op 15 januari 1856 kwam
Catharina aan in Veenhuizen. Ook hier werden
haar gegevens weer nauwkeurig opgeschreven,
leder register begint met het 'hoofdnommer',
in dit geval 5957. Als iemand ontslagen werd
'Y j^ff
-H
■y's
Mr"
I
/rfr JU y
^'7'"
A's
De Waterschans 1 - 2009
36
Jf,r' t /SI/ A A ///'S&fJWWs*»
-tlfU
V//rv/ /././/•Jy T //V '.J.Ói'X/jMm/A4».Zhdl-fJ.. frui/Éi //-,
Afb. 6. Kaft van het register, 1756.
UOÖFD-
KOSIMEB.
NAMEN.
WANNEER
GEBOREN.
GODSDIENSTIGE
gezindheid.
^/Z>rX
\eXXss2 Jt-cr-tdt/ f'Cn
tr&-v7nJcA/
Ztbo
eeé
/JCJ/
tré
'i/^ê'szz /j
v 2/Ckv/v 7. r n r.
/iïc
te//
z-Xz-zv-X
/t2y
U
i
u ftm/Ui-ii
c. Jezvc-a?*
.f'
Z-s/t-ev 7" (JreTe-ie/
jy /ni
Jas/ree
tel/
~Zyfeey' J es?r ere
y'a~,r.yy /SO^
sgss
sgsê
sgsy
syti)
sgi-3
I j
sgêy
'tyéf
Afb. 7. No. 5957 en 5938 zijn aangekomen en geregistreerd, 1856.
van waar
°l'GEZOXDF.N\
DOMICILIE
ONDERSTAND.
WANNEER
AANGEKOMEN.
l-9'er-Z
Z?ertsen y, cZ*
<»-T s/jh
<r
ROEDANIG
AANGEKOMEN.
Aanmerkingen.
//ll 'n f/ti.
/yjiyWf //ff
/6S~
SAS
JSéC
SJit
é'flZZtfét-
é-'o-Zt/i
l'tïZr/A.
/yt dén/'
37
De Waterschans 1 - 2009