181
n
111
li
verzorgingsgebied van 100.000 mensen. Die
mensen zouden in principe in de stad kunnen
kopen. Laten we het makkelijk maken: daar
is 10.000 vierkante meter vloeroppervlakte
voor nodig en is er behoefte aan 1.000
parkeerplaatsen. Als er nu bij die vierkante
meters of bij die parkeerplaatsen 'iets niet
klopt' dan is één ding zeker: de mensen blijven
wel in het verzorgingsgebied wonen. Maar
men zoekt een andere weg. Als bijvoorbeeld
de aantrekkelijkheid of de toegankelijkheid
van het centrum niet goed is, dan ontstaat
koopkrachtafvloeiing; er komt te weinig
geld in een stad om die vierkante meters
vloeroppervlak in stand te houden. Vervolgens
gaan de collecties zakken en komen mensen
niet meer. De eigenaren van panden wachten
op hun beurt maar een jaartje met schilderen.
En zo krijg je verval, verloedering. Dat heeft in
zeker opzicht ook in onze stad plaatsgevonden.
C&A en Hema genereerden in de jaren zeventig
en tachtig een behoefte aan parkeerplaatsen
die er eigenlijk niet was. Met een rigoureus plan
als de Parade is de koopkrachtstroom weer
teruggebracht en is de economische potentie
van historische panden gegroeid. Eigenaren zijn
nu wel bereid het goed te onderhouden of het
verantwoord te gaan verbouwen."
"Het hete hangijzer in een stad is altijd om meer
toevoer van koopkracht te blijven genereren.
Alleen dan kan bijvoorbeeld 't Vierkantje zich
tot een krachtig shoppingcenter ontwikkelen.
Anders zal het een komen en gaan van
winkeliers blijven. Het is geweldig dat er nu
panden gerestaureerd worden, maar is de
economische rentabiliteit van die panden goed?
Ik zeg van niet."
Hoe ziet de stad er over 50 jaar uit, denkt u?
"Het is een geschenk om in zo'n stad als Bergen
op Zoom te mogen lopen. Hier voel ik me thuis,
hier voel ik me geborgen. Generaties voor mij
hebben hier gewerkt en gezweet. Met angsten,
verdriet, maar ook met vreugde. De schaal is in
ieder geval erg sfeervol. En dat gevoel zal in een
'verweesde' wereld nodig blijven - welbevinden
en een gevoel van bescherming. Op het moment
dat je echter buiten de ring van de stad komt,
zal de modernisering verder om zich heen
grijpen."
"Kopen blijft emotie. Voelen aan stoffen, kleding
passen in het pashokje en het beeld in spiegel:
dat zal nooit weggaan. Ondanks de opkomst
van shopping mails en centres commercials
blijven een heleboel mensen - vooral toeristen
- aangetrokken worden door historische
binnensteden. Het is er schilderachtig, oud en
knus. En dan nog het internet. Je kunt altijd
nog spullen kopen op internet nadat je het
vooraf in je handen hebt gehad. Winkelen is
vrijetijdsbesteding; op zaterdagmiddag wordt
nog steeds het merendeel van de wekelijkse
omzet gegenereerd. Als je als ondernemer
anticipeert op mogelijk te verwachten
ontwikkelingen, dan moetje daar op voorhand
in investeren. De kans of de investering
rendabel wordt, vraagt echter een tijdsspanne
die economisch gezien niet te overzien valt."
Heeft u inhoudelijk de waardering gekregen
waar u recht op denkt te hebben?
(lange stilte) "Dat is een gewetensvraag. Met
het voortschrijden van de jaren zie je dat dat
zeer beperkt is. In de periode van Peter van
der Velden als burgemeester kon ik als het
ware binnenlopen bij het college. Als ik nu mijn
neus binnensteek, dan zeggen ze: 'wie bent
u?' Dat heeft met tijd te maken. Zeker toen ik
afscheid nam, was er alom waardering voor
mij en mijn werk. Ook het huidige college,
redelijk autochtoon van opbouw, weet nog
wel wat ik voor de stad betekend heb. Ik had
trouwens het vermogen om met verschillende
groepen bezoekers van mijn winkel te kunnen
communiceren. Ik sprak op hun niveau en kon
een bepaalde belangstelling demonstreren
waarmee ik wist dat ik hun sympathie verwierf
- dat is dan wel een beetje middenstanderig
- maar aan de andere kant bracht dat een
bepaalde wisselwerking te weeg. Zo kreeg je
het besef van het waarom der dingen."
"Na de middelbare school ben ik naar
Schoonhoven gegaan, heb stage gelopen en
ben daarna 'in het vak' terechtgekomen. Mijn
zoon Wilbert heeft dat ook gedaan; ik heb twee
zonen en twee dochters. Michel is rechten gaan
studeren en wilde daarna ook het vak in. Dan
heb je toch een probleem als papa - toen is de
zaak in Roosendaal opgericht. Mijn ouderlijk
huis staat in de Blauwstraat in Steenbergen,
waar mijn grootvader in 1896 met zijn zaak is
begonnen. Het huis is er nog, mijn dochter zit
er nu met haar zaak. Ook de zoon van Wilbert,
Arthur - zestien jaar oud - komt in het vak. Hij
is pas op oriëntatie in Schoonhoven geweest.
Dat kan gaan betekenen dat de derde generatie
Herbers naar Schoonhoven gaat. Vanuit
een zekere bedrijfshistorie vind ik dat best
bijzonder."
Hoe vindt u dat de belangenbehartiging van
ondernemers op dit moment is georganiseerd?
"De MGH is gefuseerd met de BOB, de
Bergse Ondernemersbelangen. De BOB was
op haar beurt een voortzetting van de Bergse
winkeliersvereniging. De mensen van BOB waren
de vlaggenophangers en de organisatoren
van de braderie. De MGH bemoeide zich met
andere aspecten in de binnenstad. De BOB-
MGH is nu STERCK geworden en die richt
zich voor een groot deel op promotie - onder
andere het organiseren van de Krabbenfoor, de
ijsbaan en koopzondagen. Een goede zaak, geen
misverstand. Ik vind het wel van het grootste
belang dat STERCK de gemeente op de huid
blijft zitten."
Afb. 9. Een historische opname van het pand 'Onse Vrouwe'
(bron Het Markiezenhof Historisch CentrumI
Afb. 8. Een detail van het pand 'Onse Vrouwe' op de Grote
Markt te Bergen op Zoom Ifoto Bas ter Stegel.
De Waterschans 1 - 2009
12
■1
Afb. 10. Het pand 'Onse Vrouwe' op de Grote Markt te Bergen
op Zoom (foto Bas ter Stegel.
Afb. 11. Een foto van het eerste pand van de fa. Herbers
in de Blauwstraat in Steenbergen, circa 1910 (bron Het
Markiezenhof Historisch Centrum!
13
De Waterschans 1 - 2009