Px.g-oï>-zoom
.PLAN DE J3JB «H
Het toenmalige belang van de schaalmodellen
Al onder Lodewijk XIV vervulden de maquettes
meerdere functies:
- een hulpmiddel bij het nemen van besluiten
over het verbeteren of ontwerpen van
vestingwerken;
- een overzicht verschaffen van wat ter
verdediging van Frankrijk aan vestingwerken
was aangelegd;
- een hulpmiddel bij het voorbereiden van
veldtochten;
- de herinnering levendig houden aan de inname
van belangrijke buitenlandse vestingsteden;
- propagandamateriaal ter versterking van
het imago van Lodewijk XIV - te Roi-Soteil
- en zijn opvolgers. Buitenlandse vorsten,
ambassadeurs en andere hoge bezoekers
werden door de koning uitgenodigd de collectie
te bewonderen;
- de toeschouwer verbazen over de
zorgvuldigheid waarmee vooral de bebouwing
was vormgegeven. Let wel, voor het militaire
aspect was het niet noodzakelijk ook de stad
zelf weer te geven.
buitenlandse steden die men veroverde, een
schaalmodel te maken. Daarnaast kwamen er
meer en meer plans en relief van Franse grens-
en havensteden. Flun verdedigingswerken
dienden immers in orde te zijn.
Lodewijk XIV bewaarde de hem aangeboden
maquettes eerst in het Palais des Tuileries
en later in het Louvre. De verzameling was
in principe 'geheim' en voor bezoek was een
persoonlijke toelating van de koning vereist.
Van de onder Lodewijk XIV gevormde collectie
overleefde een dertigtal exemplaren de voorbije
eeuwen.
Wel en wee van de collectie
Onder het Regentschap (1715-1723) en onder
de regering van Lodewijk XV (1723-1774-)
groeide de productie van modellen fors
dankzij de oorlogen uit die tijd. Vooral de
Oostenrijkse Successieoorlog (174-1 -174-8)
leverde veel modellen op. Zo werden de
bestaande maquettes van Namen en Maastricht
gereconstrueerd en die van Bergen op Zoom
nieuw gemaakt.
Met de bedoeling - vanwege het strategische
Afb. 4. De maquette van Bergen op Zoom wordt overhandigd
aan Lodewijk XV onderaan rechts op de tekening. Op de
uitstulping van de tafel staan afgebeeld de Waterschans en de
Schelde met daarop miniatuurbootjes. Bovenaan rechts is de
fortenlinie met Moermont, Pinsen en Roovere goed zichtbaar.
Op de maquette in Bergen op Zoom ontbreekt dit deel. De
persoon die de koning tekst en uitleg geeft, wijst met een stok
de plaats aan waar in 1747 bressen in de verdedigingswallen
werden geschoten en waarlangs de stad werd veroverd: de
bastions Coehoorn en Pucelle. Deze pentekening hangt zeer
sterk uitvergroot in het Musée des Plans-Reliefs en was tot op
heden onbekend in Bergen op Zoom. Gewassen pentekening
van Lavis de Vigneux, 1751 (BnF, Bibliothèque de l'Arsenal,
ms 44291.
het afbeelden van de huizen en de openbare
gebouwen achterwege. Laterwerden deze
standaard toegevoegd.
De groei van de verzameling maquettes hield
gelijke tred met de overwinningen van Lodewijk
XIV (t 1715). Het werd de gewoonte om van
De Waterschans 2 - 2009
66
belang - de maquettes te bewaren besliste
maarschalk de Bel Isle in 1754- de oude te
restaureren en de meest vervallen exemplaren
te reconstrueren. Toen na de Zevenjarige Oorlog
(1757-1763) de rust weerkeerde in Europa,
werd de productie van nieuwe schaalmodellen
gestaakt, maar werd de restauratie van de
bestaande voortgezet.
Onder Lodewijk XVI verflauwde de
belangstelling voor de plans en relief en werd
de verzameling verbannen naar het Hotel des
Invalides. Daarwerden in zes maanden tijds
(1776-1777) meer dan duizend karrenvrachten
gedemonteerde maquettes afgeleverd.
Twaalf modellen overleefden de reis niet en
de anderen raakten beschadigd. Vaklieden
werkten twintig jaar aan de restauratie. Vier
jaar na de revolutie werd in 1793 weer een
nieuwe maquette gemaakt: van de havenstad
Toulon, die op de Engelsen was veroverd.
Napoleon zette de productie voort met nieuwe
modellen van ondermeer Brest en Cherbourg.
Door maquettes in particulier bezit aan te
kopen werd de verzameling uitgebreid. Ook
confisceerde Frankrijk collecties zoals die van
de Nederlandse stadhouder Willem V en van de
koning van Sardinië.
Na de Napoleontische tijd zette de Franse
staat het conserveren en restaureren voort.
Voor de vijftien Noord-Franse maquettes die
door Pruisen in 1815 als oorlogsbuit waren
meegenomen, werd van een aantal steden een
nieuwe gemaakt.
Toen tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870-1871)
duidelijk werd dat de verdedigingsstrategie
gestoeld op versterkte steden was achterhaald,
stopte de productie en de restauratie. De
collectie op de voormalige graanzolders van het
Hotel des Invalides verkommerde. In 1927 keerde
het tij en plaatste de regering de verzameling
op de monumentenlijst. Sinds enkele jaren
staat een gerestaureerd deel van de collectie
opgesteld in hypermoderne vitrines onder een
geraffineerde verlichting. Een vijftiental plans en
relief staat in het Palais des Beaux-Arts in Rijssel.
Vervaardiging
Het maken van een maquette startte met
het inmeten en in kaart brengen van het
stratenpatroon van de betreffende plaats, de
vestingwerken en het buitengebied. Militaire
landmeters verzamelden alle mogelijke
informatie over de bebouwing, onderdelen
van de vesting en de aard van het landschap.
Hiertoe hoorden ook de hoogteverschillen. Van
alle soorten bebouwing (huizen, werkplaatsen,
schuren en stallen, stedelijke en militaire
gebouwen, kerken en kloosters, boerderijen
en molens, sluizen en bruggen) vervaardigden
de landmeters niet alleen plattegronden
en afbeeldingen van het dakenpatroon,
maar ook tekeningen van voor,- achter- en
zijgevels. Bovendien ook van de gevels aan de
binnenplaatsen. De tint van de dakbedekking
werd ingekleurd of er met de pen bij
geschreven: oranje voor pannendaken, blauw
voor daken in leisteen en geel voor rieten of
strooien dakbedekking. Hetzelfde gebeurde
met de kleur van de gevels. Men werkte op een
schaal van 1:600.
Op basis van de verzamelde meetgegevens
werden twee soorten kaarten gemaakt. Een
kaart met het totaaloverzicht, het plan. In het
plan werden genummerde bouwblokken, flots,
aangegeven. Van elk bouwblok maakte men een
soort kadasterkaart waarop tevens de vorm van
de kappen werd aangegeven. De schetsen van
de gevels werden verzameld in boekjes, cahiers.
«r-
Afb. 5. Landmeters bezig met het inmeten van
hoogteverschillen. De personen met de letter d hebben
een 'ketting' in de hand voor het meten van afstanden
(uit I. Warmoes, Les Plans en Relief des Places Fortes
du Nord, Lille 2006, 181.
67
De Waterschans 2 - 2009