Afb. 4. Gedeelte van een vesting volgens het Nieuw-Nederlands Stelsel, illustratie door C. Weber, in: Terminologie Verdedigingswerken, uitgave Stichting Menno van Coehoorn, Utrecht 2004. Coehoorn bij zijn plannen ook rekening hield met de betaalbaarheid. Het is dan ook aan geen twijfel onderhevig dat COEHOORN bij de meeste spaarzaamheid het grootst mogelijke verdedigingsvermogen heeft weten te verkrijgen, en de Fransche vestingbouwkundige BOUSMARD terecht van hem mocht beweren dat hij in staat was 'd'allier iéconomie des dépenses a la multiplicité des moyens de chicanes'. Juist daarom mocht Bergen- op-Zoom COEHOORN'S meesterstuk worden genoemd. Toch zou dit werk naar Coehoorns schatting nog altijd komen te beloopen op eene somma van twee millioen en zeshonderd duizend guldens.23 Dat was in die tijd een fenomenaal bedrag. De sterkte van de vesting was niet alleen te danken aan de kwaliteit van de verdedigingswerken, maar ook aan de haven. Die bood over water verbindingen naar het zuiden, westen en noorden. Zij maakte daardoor het aanvoeren van levensmiddelen, wapens, munitie en verse troepen mogelijk - alsook het afvoeren van gewonden en burgers. Voltaire heeft het over Bergen op Zoom, een stad met de reputatie onneembaar te zijn, niet zozeer door het vakmanschap van Coehoorn, die haar had versterkt, als door een zeearm die wordt gevormd door de achter de stad gelegen Schelde u Bovendien was Bergen op Zoom, zoals we zagen, door een onder water gezette (geïnundeerde) linie verbonden met de kleinere vestingstad Steenbergen. Troepen konden achter deze lijn in reserve worden gehouden voor uitvallen tegen belegeraars of voor versterking van het garnizoen van de beide vestingen. Troepen en voorraden konden achter de linie tevens worden aan- en afgevoerd via Tholen. In feite vormden Bergen op Zoom en Steenbergen met het daartussen gelegen gebied één groot versterkt verdedigingscomplex. Bergen op Zoom kon het normaal gesproken Nieuw-Nederlands stelsel. 1. courtine 4. bastion 2. (natte) gracht 5. ravelijn 3. glacis 6. frontaal vuur dus lang volhouden: totdat het oorlogsseizoen over was (oorlog was geen winterbedrijf) of totdat de vesting door bevriende troepen werd ontzet. Vaste verdedigingswerken konden de opmars van de vijand wel vertragen, maar niet onbeperkt tegenhouden. Dat wist men in die tijd maar al te goed. In 1747 kwam daar bij dat vestingwerken niet meer dezelfde bescherming boden als in de zeventiende eeuw. Nieuwe wapens, tactieken en technieken geven de gebruiker een voordeel, zolang de tegenstander nog geen antwoord heeft gevonden. Dat ging ook zo met de moderne vestingbouw. Die bracht de verdedigers in de zeventiende eeuw in een sterkere positie dan de aanvallers. In de achttiende eeuw begon de situatie om te slaan in het voordeel van de aanvallers, toen dezen betere methoden hadden ontwikkeld. Alleen uitzonderlijk sterke vestingen, zoals Bergen op Zoom, waren nog in staat lange tijd weerstand te bieden 25 Ook Cronström had twee jaar vóór het beleg van deze vesting al gewezen op het destijds bestaande voordeel van de aanvaller. Hij deed dat tijdens de belegering van de citadel van de barrièrestad Doornik, in een brief aan Adriaan van der Hoop, de secretaris van de Raad van State. Hij voegde daaraan toe: Den grooten generaal Coehoorn heeft dit eerst in 't werk gesteldt en gedemonstreerd.26 Coehoorn was namelijk niet alleen een groot vestingbouwer, maar ook een bekwaam belegeraar. De Waterschans 2 - 2009 78 Dat klinkt mooi, maar hoe zag het er nou eigenlijk uit? Omdat de constructie van de vesting nogal ingewikkeld is, en moeilijk in woorden kan worden uitgelegd, plaatsen we bij dit artikel enige illustraties. Om te beginnen een tekening van West-Brabant, met alle onderwaterzettingen, inundaties zoals die er in 1747 bij lagen (afb. 2. pag. 75). Zij liepen van Bergen op Zoom via de linie Bergen op Zoom - Steenbergen, helemaal tot voorbij Oudenbosch. We zien bovendien dat niet alleen het terrein vóór de linie was geïnundeerd. Ook een eindje achter de linie was land onder water gezet. Deze inundaties in de tweede lijn waren een extra hindernis als de vesting en de linie van Bergen op Zoom naar Steenbergen zouden worden veroverd. Ze volgden gedeeltelijk de lijn van de oudere linie van de Eendracht. Een aantal van de oude forten werd hersteld.27 Het overzichtskaartje demonstreert meteen ook wat de functie van de beide vestingen, Bergen op Zoom en Steenbergen, en de linie was. Zij dienden niet in de eerste plaats om de steden zelf en hun burgerij te verdedigen, maar zij vormden een schild voor Holland en Zeeland. Ook zien we dat de vijand nog moeite genoeg zou hebben gehad om over de inundaties en de grote rivieren Holland aan te vallen, ook al zou hij Bergen op Zoom en de hele linie, met inbegrip van Steenbergen, in handen hebben gekregen. Zeeland zou in zo'n geval meer gevaar hebben gelopen. Verder drukken we een plattegrond af van de vesting naar het ontwerp van Coehoorn, met de namen van de verdedigingswerken (afb. 3. pag. 77). Deze illustratie is ontleend aan de studie van W.A. van Ham, Merck toch hoe sterck,28 en toont de toestand van de vesting in 1755, die overeenkomt met de situatie van 1747. Ook nemen we een illustratie op van een stuk van de opbouw van een vesting volgens het Nieuw-Nederlands stelsel, waarop we de karakteristieke bastions met gebogen flanken zien (afb. 4. pag. 78).29 Ten slotte vindt u bij dit artikel een foto van de maquette in het Markiezenhof, die de vesting Bergen op Zoom laat zien zoals zij was in 1747 (afb. 5. pag. 80). U kunt ook zelf eens een kijkje gaan nemen buiten de deur: de vesting Naarden is in goede staat bewaard. Zij is overigens niet door Coehoorn aangelegd en is gebouwd volgens het Franse stelsel. De vesting als geheel en de afzonderlijke werken waren kleiner dan Bergen op Zoom en haar opzet was minder ingewikkeld. Er liggen bijvoorbeeld geen lunetten in de bedekte weg. Zij had, anders dan Bergen op Zoom, volledig met water gevulde grachten. Het stadje geeft niettemin een goed beeld van een vesting uit die tijd, voorzien van bastions (met gebogen flanken) en ravelijnen, en met een glooiend glacis. Een dagtochtje waard. Een goed voorbeeld van een vesting van het Oud-Nederlands stelsel is het vestingstadje Heusden, dat tegenwoordig in Noord-Brabant ligt, maar destijds behoorde tot Holland. Heel mooi, ook gebastioneerd, eveneens volgens het Oud-Nederlands stelsel ingericht, is verder de vesting Bourtange (spreek uit: Boer Tange; het is voor de verandering ook eens geen versterkte stad, maar een versterkt dorp). Zij ligt in de gemeente Vlagtwedde in Groningen, in het noorden van het Oosterfrontier van de staat Het beleg begint30 Na het uitbreken van de oorlog was de Republiek in 1740 begonnen de vesting te versterken en in staat van verdediging te brengen. De werken waren in 1744 afgerond. We kunnen dus niet zeggen dat het land onverhoeds werd verrast door het offensief tegen Bergen op Zoom in 1 747.31 Op woensdag 12 juli 1747 verscheen Löwendal met een legermacht van ten minste 20.000 man voor de stad.32 Deze troepen werden vanuit de vesting meteen onthaald op een vrijwel ononderbroken artilleriebeschieting.33 De stad maakte zich op voor het beleg. De militairen lieten de bomen op de wallen omkappen. Dominee Folkers ziet dat met lede ogen aan: op 12 juli werden de burgers geordonneert de boomen, op den wal staende en groot cieraet aen de stadt, liefelijke wandelingen aen de ingezetenen gevende, omverre te hakken 36 Op 13 juli voerde Löwendal terreinverkenningen uit en troffen de Fransen de nodige voorbereidselen. Het beleg begon formeel op 15 juli 1747 met de plechtige opening van de loopgraven, het steken van de eerste spade.35 Burgers die het zich konden veroorloven, verlieten onderwijl de stad. Folkers vermeldt dat hij op donderdag 13 juli zijn vrouw en twee jongste dochters aan boord had weten te krijgen op een schuit naar Den Haag, die pas de volgende dag mocht vertrekken. Die vrijdag ging hij langs bij gouverneur Van Hessen-Philipsthal, en zag dat men ook aldaer ijverig aan het pakken was. Van Hessen-Philipstahl raadde de dominee aan, ook zijn twee oudste dochters, die nog in Bergen op Zoom waren, in veiligheid te brengen: 79 De Waterschans 2 - 2009

Periodieken

De Waterschans | 2009 | | pagina 16