Afb. 5. Bergen op Zoom in 1747, maquette door Henk van Titborg in Het Markiezenhof, foto collectie MHC.
Zend ook die nog, het zat eene formidabele
belegering zijn.
Willem van Haren - evenals zijn broer Onno
Zwier van Haren een bekende achttiende-
eeuwse dichter - was gedeputeerde te velde,
de vertegenwoordiger van de Staten-Generaal
bij het leger. Op 17 juli, wanneer het beleg al
in volle gang is, vertelt Folkers dat Van Haren
vertrekt met het jacht naar Tholen, en onze
gouverneur heeft het gouvernement verlaten
en zijn intrek genomen in het huis van mevrouw
Fauve. Zo gespeld klinkt de naam van die
mevrouw een beetje wild, maar zij heette
natuurlijk 'Faure'36. De tekstbezorger, Bezemer,
uit de negentiende eeuw, zal wel een leesfout
hebben gemaakt. Folkers merkt verder op dat
vele heeren van de Regeringe zijn gevlucht. Op
20 juli bericht hij dat de Princesse van Philipsdal
vertrekt over Tholen naer Hollant, werwaerts
mede vele burgers vluchten39
Aan het eind van die maand zei de hertog van
Cumberland: We must actually reckon on the
Dutch troops as nothing.38 Maar ook de Fransen
waren niet bepaald optimistisch. Tijdgenoot
Voltaire schrijft later: Van alle belegeringen die
men ooit heeft uitgevoerd, was dit misschien de
moeilijkste. De geallieerden en de Fransen, de
belegerden en zelfs de belegeraars geloofden dat
de onderneming zou mislukken. Löwendal was
vrijwel de enige die op succes rekende.39
De troepen die de stad moesten verdedigen,
waren in twee contingenten verdeeld. Het
garnizoen van de vesting, 4.500 man, stond
onder bevel van de luitenant-generaal
prins van Hessen-Philipsthal, gouverneur
van Bergen op Zoom. Ten noorden van
de stad, achter de linie Bergen op Zoom-
Steenbergen, lagen kort voor het beleg
aangekomen troepen, volgens Van Gils en
zijn mede-auteurs een 'zwak korps',40 maar
dan toch wel van 1 1.000 man.41 Deze stonden
onder bevel van de luitenant-generaal prins
van Saksen-Hildburghausen. In de vesting
Steenbergen lagen nog eens 1.600 man. De
De Waterschans 2 - 2009
80
beide generaals konden slecht met elkaar
opschieten en vlogen elkaar geregeld in de
haren. Hessen-Philipsthal, die al een tijdje
gouverneur van de vesting was, had weinig zin
om nu het erop aan begon te komen ineens
te moeten buigen voor zo'n nieuwe collega
die pas geleden van elders kwam aangerukt.
Stadhouder Willem IV benoemde daarom de
oude en ervaren generaal Van Cronström
tot algemeen commandant, boven de beide
luitenant-generaals. Deze moest zien hen in
het gareel te houden.42
Willem IV stelde wel Cumberland van de
benoeming op de hoogte, maar niet het hoofd
van de Staatse troepen, generaal Waldeck.43
Dat lag ongetwijfeld gevoelig bij KAREL
AUGUST FREDERIK, regeerenden Vorst van
Waldeck Deze was op den 19en van de
Sprokkelmaand [februari, zoals een blik in
de Enkhuizer Almanak ons leert, A.S.] door
de Algemene Staaten, aangesteld tot 'General
en Chef, over de Troepen van den Staat, in de
Nederlanden, gedestineerd tot secours der
Koninginne van Flongarije en Boheeme' en stond
in die hoedanigheid onder de bevelen van den
Flertog VAN CUMBERLAND. Schwarz legt uit
dat Cronström, als generaal der infanterie,
een van de ondercommandanten was van de
veel jongere Waldeck. Dat lijkt geen prettige
positie voor een oude en gerenommeerde
generaal. Waldeck vond dat Cronström in
1745 bij de bestorming van het dorp Fontenoy
niet doortastend was opgetreden, waardoor
de geallieerden de slag zouden hebben
verloren.44
Hoe Zweeds was Cronström?
De Zweedse naam Cronström spreek je uit als Kroenstreum maar de meeste Nederlanders die van zijn
bestaan weten, lijken onze generaal 'Kronstrom' te noemen. Er zijn ook tegenwoordig nog Cronströms in
Zweden. Onze Cronström - volledige naam: Isaac Koek baron van Cronström - was geboren in Avesta, in het
Zweedse landschap Dalarna, op 3 juli 1661 of 22 januari 1662. In het proces voor de Hoge Extraordinaire
Krijgsraad', waar we nog op terug zullen komen in de volgende delen van dit artikel, geeft Cronström
aan: getreden in zijn achtentachtigste jaar [namelijk den 22sten Januarij 17491. In zijn achtentachtigste jaar
betekent dat hij in 1749, zoals wij nu zouden zeggen, 87 was. Dat zou inhouden dat hij in zijn zesentachtigste
jaar was, en dus 85, in 1747, ook al geven velen aan dat hij toen 86 was.45 Cronströms grootvader, Marcus
Koek, kwam oorspronkelijk uit Luik. Hij moest die stad verlaten omdat hij luthers was. In 1626 trad Marcus
in dienst van de Zweedse koning Gustaaf II Adolf, die op het Europese vasteland druk in de weer was met de
Dertigjarige Oorlog. De zoon van Marcus, en vader van Isaac, was in de Zweedse adelstand verheven en had
daarbij de lange naam gekregen van Cronström tot Bjursfors in Hagerwals. De jonge Isaac begon in 1680 in
Leiden aan een studie. Het jaar daarop ging hij in Franse krijgsdienst. Wegens gebrek aan promotiekansen
trad hij in 1693 in dienst van de Staten-Generaal. In 1695 trouwde hij met een Nederlandse vrouw. Generaal
Cronström woonde op het kasteeltje Nemelaer, dat hij kort na aankoop in 1718 had laten herstellen. Het
bestaat nog steeds en ligt even ten zuidwesten van het Brabantse dorp Haaren, tussen Tilburg en Boxtel.
Tegenwoordig is het eigendom van het Brabants Landschap. Cronström overleed daar op 31 juli 17514°
Een hele reeks aan slechte verhoudingen
dus, aan de vooravond van het beleg.
De gouverneur van de vesting kan niet
samenwerken met de commandant van
de troepen in de linie die zijn noorderfront
beschermen. De hoogste bevelhebber van
het Staatse leger heeft een lage dunk van de
nieuwe commandant over de gezamenlijke
troepen in devesting en de linie, maar wordt
gepasseerd bij diens benoeming - en is
misschien jaloers omdat hijzelf graag het
bevel over de verdedigers had gevoerd tijdens
het veel aandacht trekkende beleg van Bergen
op Zoom. De troepen bij Maastricht staan
onder leiding van een Engelse koningszoon
en een Oostenrijkse generaal met een
Hongaarse naam, Batthyanyi. Het zou niet
verwonderlijk zijn wanneer de Nederlanders
naar verhouding de meeste waarde zouden
hechten aan de verdediging van Holland en
Zeeland, en dus aan het behoud van Bergen
op Zoom. De geallieerde commandanten
81
De Waterschans 2 - 2009