Een gewelddadige bruiloft WERKGROEP Frank Wierckx 9^^ Onder normale omstandigheden is een bruiloft een vrolijk feest, waarbij de gasten met elkaar en het bruidspaar plezier maken. Dit was ook de bedoeling bij het huwelijk tussen Laureijs Snakken en Maria van der Veeke, weduwe van Jan Cornelissen. Zij vierden hun bruiloft op zondag 24- april 1735 ten huize van Jan Franken, herbergier onder de heerlijkheid Zuidgeest. In deze heerlijkheid bewoonde Jan Franken de Schaliehoeve aan de huidige Antwerpsestraatweg.1 Op 26 april 1735 liet de heer A. de Groot, stadhouder van de heerlijkheid Borgvliet, een onderzoek instellen naar de verwondingen die Jan Cauvijns, wonend voor knecht ten huijze van Magiel Cornelissen, opgelopen had tijdens deze bruiloft. Allereerst legde Valentinus Salzgeber, chirugijn der heerlijkheid Wouw, een verklaring af. In deze verklaring beschreef hij de verwondingen van Jan Cauvijns. Hij omschreef het letsel als volgt: dat denselver quetzure was op de linkerzijde onder de korte ribben ter lengte van een halve vinger na binne penetrerende en vermeijnt [verondersteld] denselve niet dodelijk te wezen en den patient toegebragt te zijn door een scherpsnijdend instrument. Cauvijns had dus duidelijk een steekwond in zijn linkerzij opgelopen.2 Daarna verklaarde Jan Cauvijns hoe hij deze wond opgelopen had tijdens de eerder genoemde bruiloft van Laureijs Snakke en Maria van der Veeke. Jan verklaarde op de bruiloft geweest te zijn omdat daar bier geschonken werd voor de gasten. Onder de gasten bevond zich ook Jacobus Bové, een zoon van Pieter Bové, de molenaar op de Heimolen. Dit viel destijds onder de heerlijkheid Zuidgeest.3 Jan Cauvijns en Jacobus Bové kregen woorden met elkaar en verlieten de gelagkamer van de herberg. Jan Cauvijns verklaarde later dat zij elkander buijte de huijsinghe hadden vastgepakt en den selven comparant [Cauvijns] onder de voet geworpen was en beijde weder opgestaan zijnde, Jacobus Bové sijn mes heeft getrokken en den comparant enige sneden in sijn kleren heeft toegebragt.11 De schepenen, die bij het verhoor van Jan Cauvijns aanwezig waren (Marijnis Faes en Jacobus Verduit) bevestigden de beschadiging van de kleding van Cauvijns als volgt: Een sergie camisool (hemdl, die op 5 plaatsen doorsneden was aan de linker achterzijde, alsmede aan de linker voorzijde ter lengte van een handspan. Bovendien waren er nog kleinere sneden boven en onder de zak en bij de knoopsgaten. Een dieretijne gestreepte hemdrok, met een snede aan de linkerzijde, ter lengte van een vinger. Jan Cauvijns verklaarde uitdrukkelijk dat de sneede in zijn kleding hem toegebragt zijn ten dage voorschreven [eerder genoemd] door den meergenoemde [meermaals genoemde] Jacobus Bové.2 Waarschijnlijk liep alles toch goed af en herstelde Jan Cauvijns voorspoedig. Het kwam in ieder geval niet tot een proces. Voor Jacobus Bové had deze vechtpartij geen gevolgen. Laureijs Jans Snakken (1706-1767) stond aan het begin van een gelukkig huwelijksleven. Zijn vrouw bracht uit haar eerste huwelijk twee dochters mee (Janna en Maria Cornelissen). Daarnaast waren er kinderen van Laureijs en Maria van der Veeke. Als weduwnaar van Maria van der Veeke hertrouwde Laureijs met Magdalena de Bruijn. Na de dood van Laureijs leidde dit tot onenigheid tussen de kinderen Cornelissen enerzijds en de kinderen Snakken anderzijds. Het geschil ging over de nalatenschap van hun moeder Maria van der Veeke, zoals blijkt uit een akte voor notaris Pieter de Geep te Bergen op Zoom uit 1768.5 Naast landman was Laureijs ook actief in het openbaar bestuur van de heerlijkheid Zuidgeest: vanaf 1745 tot zijn dood was hij schepen van de heerlijkheid en burgemeester. In zijn rol als burgemeester was hij verantwoordelijk voor de inning van de belastingen, hetgeen de geringe populariteit van deze functie verklaren kan. Noten: Afb. 1. Luchtfoto van de Schaliehoeve in 1952. Deze hoeve werd waarschijnlijk gebouwd na het l dateerde uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Collectie MHC. van Bergen op Zoom in 1747 en De Waterschans 2 - 2009 84 «SS" 'ÜHS Afb. 2. De Schaliehoeve in 1958. Later moest dit gebouw wijken voor de verbreding van de Antwerpsestraatweg. Restanten van de Vlaamsche schuur van de hoeve zijn nog op het terrein aanwezig. Collectie MHC. 1. Wierckx, F.C.J. 'De hoveniersfamilie Franken te Bergen op Zoom', in Brabantse Leeuw, 39, (1990), pag. 33 e.v. 2. Het Markiezenhof Historisch Centrum hierna MHC, Oud Rechtelijk Archief Borgvliet, inv. nr. 9, 26 april 1735 (tevens afschrift in inv. nr. 86). 3. Idem. 4. Idem. 5. MHC, Notarieel Archief, inv.nr. 922, notaris P. de Geep, 15 maart 1768. 85 De Waterschans 2 - 2009

Periodieken

De Waterschans | 2009 | | pagina 19