naar Moermont gebragt sijnde om tot bekooming van haar goed regt tegen den meergemelde Willem de Ram en teegen desselfs vader Christoffel de Ram meede gewoont te hebbende binnen Bergen op Zoom dan welke Willem en Christoffel de Ram eerst naar het aanleggen deeser zaak voor Burgemeesters van opgemelde stad met de woon zijn vertrokken naar de jurisdictie van Wouw Marquisaat van Bergen op Zoom proceduures te entameeren en na bekoomen renvoy [verzoek] van welgemeld Burgemeesters aan Burgemeesteren en scheepenen van opgemelde stad op fundament van haar onvermogen, als weesende eene onbestorvene dochter welke geen middelen altoos is hebbende en die met haar kind tot nog toe van haare ouders onderhouden word. Van Burgemeesteren en scheepene van Bergen op Zoom voornoemt heeft versogt om in gemelde proceduures Pro Deo en zonder gebruik van zegels te worden bediend met dat ongelukkig gevolg voor suppliante dat aan deselve bij marginaale appointement van welgemelde Burgemeesteren en scheepene van Bergen op Zoom in dato 18 juni 1787 na examinatie van het bericht. Afb. 2. Uittreksel van het RK doopboek te Bergen op Zoom. Gedoopt 4 april 1754 Elisabeth dochter van Stephanis Cores en Anna Catharina Cantten Doopgetuigen Jacobus Saentelo en Maria Montaeck in plaats van Maria Duker Kortom Elisabeth (29 jaar) doet een beroep op de rechtelijke macht, burgemeester en schepenen, om Willem de Ram te dwingen zijn beloften jegens haar, Elisabeth Cores, na te komen. Ze beroept zich op het feit dat Willem de Ram haar met lieve woorden en trouwbeloften zo ver heeft gebracht dat uit de relatie een dochter is geboren. Ze is zonder middelen van bestaan want ze wordt onderhouden door haar ouders Stephanus Cores en Catharina Cantten. Het kind wordt twee dagen later gedoopt in de rooms-katholieke kerk op 25 juni 1782 met de naam Wilhelmina als dochter van Willem de Ram en Elisabeth Cores. Hij heeft het kind wel erkend. Echter van trouwen is het nooit gekomen want op 10 augustus 1832 komen Andreas Hebgen 41 jaar schoenmaker en Henricus Gussenhoven 42 jaar winkelier, beiden bekenden van de overledene, aangeven dat op 9 augustus 1832 ongehuwd is overleden Elisabeth Cores 78 jaar 4 maanden en 5 dagen, dochter van Stephanus Cores en Catharina Cantten. Op 1 juni 1850 overlijdt op 68-jarige leeftijd de dochter Wilhelmina de Ram. Ook zij bleef vrijgezel want er wordt geen echtgenoot genoemd. Jos Huffmeijer Anno 1246 De gezondheidszorg in de Nederlanden De godshuizen en gasthuizen in deze streek zijn ontstaan uit de christelijke geloofsleer en christelijke cultuur. De kerk propageerde de werken van barmhartigheid: hongerigen spijzen, reizigers herbergen, dorstigen laven, naakten kleden, zieken troosten, gevangenen verlossen en doden begraven. De mens kon hierdoor zijn eigen zieleheil bevorderen en de kans op een plek in de hemel vergroten. Toen in de Nederlanden de steden tot ontwikkeling kwamen ontstonden daar ook de zogenaamde gasthuizen, ook wel hospitia of hospitalen genoemd, bestemd voor vreemdelingen voor wie een verblijf in een herberg te kostbaarwas. Ook zieken, kreupelen en ouden van dagen konden een beroep doen op deze instellingen. Door de opkomst van wereldlijke instellingen voor liefdadigheid en door een besluit van het Concilie van Vienne in 1311 kwam er een einde aan het beheer van hospitalen en gasthuizen door de kerkelijke overheid. Anno 1400 Het Hospitale de Berghen was gevestigd op de hoek van de Wouwsestraat - Zuivelstraat en Blauwehandstraat. De dagelijkse leiding van het gasthuis was in handen van de gasthuismeesters die op hun beurt weer onder toezicht stonden van het stadsbestuur. In archiefteksten staat de instelling vemeld als 't gasthuis van Berghen. Later krijgt het de naam Sint-Maartensgasthuis. Gasten verbleven er een of twee nachten in een ruimte die baaierd of beierd heette en waar een vuur brandde. Men kreeg een strozak met een deken, bier en soms een warm maal. In de vijftiende eeuw werden aparte zalen ingericht voor mannen en vrouwen. Gasten moesten zich bij aankomst geheel ontkleden en hun kleding inleveren - die zij pas de volgende dag terugkregen - nadat geconstateerd was dat er niets aan de inventaris van het gasthuis ontbrak. Wie te ziek was om verder te gaan werd verpleegd. Bij overlijden in het gasthuis kreeg men een nette begrafenis op het aangrenzende kerkhof. Er zijn aanwijzingen dat het gasthuis nauwelijks dienst deed voor de genezing van patiënten. Men kwam niet verder dan verzorging. Bij hoge uitzondering werd een chirurgijn ingeschakeld. De Waterschans 1 - 2010 34 Afb. 1. Hypothetische reconstructie van het gasthuisgebouw in de 74e eeuw lbovenl en in de 15e eeuw (onder). In: W.A. van Ham e.a. (red.), Te gast bi] Sint- Maarten: opgravingen bij het Sint-Maartensgasthuis te Bergen op Zoom. Bergen op Zoom 1993, p. 35. 35 De Waterschans 1 - 2010

Periodieken

De Waterschans | 2010 | | pagina 18