WARTAAL
Onbekende bekende
Bergenaren
Dinsdag 3 augustus 2010
De Korenaere, 13.50 uur
Joris van Spilbergen
van zijn leermeester en betaalde daarvoor rond 1637 een
contributie van 23 gulden en vier stuivers. In datzelfde jaar
werd Bosschaert poorter van Antwerpen; zodoende kon hij er
legaal werken als schilder.
1637 was ook het jaar waarin Bosschaert het genoemde
zelfportret waarschijnlijk gemaakt heeft. Het is niet het enige
portret dat hij geschilderd heeft: er volgden er meer, naast
religieuze voorstellingen, historiestukken en allegorieën.
Bosschaert maakte al snel naam als schilder. Dat blijkt
wel uit het volgende: stadhouder Frederik Hendrik vervulde
tijdelijk de functie van Markies vanwege de katholieke
overtuiging van de rechtmatige Markiezin van Bergen op
Zoom. In die hoedanigheid bezocht hij de stad regelmatig.
Tijdens een van die bezoeken zag hij enkele schilderijen
van Bosschaert. Op 3 oktober 1641 schreef hij vanuit
Bergen op Zoom aan zijn echtgenote Amalia van Solms (in
modern Nederlands vertaald): "Zijne Hoogheid heeft hier
smaak gekregen van de schilderkunst van een jonge, maar
beroemde schilder uit Antwerpen, genaamd Willeboirts,
van wie er mooie en grote stukken in deze stad zijn, en Zijne
Hoogheid wenst hem een schoorsteenstuk te laten maken."
Thomas Willeboirts Bosschaert was niet de eerste in
zijn familie die banden met het hof in Den Haag had. Zijn
grootvader Pieter Willeboirts Bosschaert was door prins
Maurits aangesteld om in Bergen op Zoom de belastingen
te ontvangen voor het gezag in Den Haag. Eerder was hij
vijfmaal schepen van de stad geweest. Thomas' vader, die
ook Pieter Willeboirts Bosschaert heette, bekleedde later
dezelfde functie van 'rentmeester-ontvanger van de gemene
middelen' als zijn vader. De welgestelde katholieke familie
Bosschaert was daarmee een invloedrijke factor in Bergen
op Zoom.
Na het schoorsteenstuk voor Frederik Hendrik volgden
nog ruim dertig andere werken van Bosschaert voor het
stadhouderlijk hof. En of dat niet genoeg was, werd hem
samen met andere kunstenaars na de dood van Frederik
Hendrik gevraagd om in de Oranjezaal van Paleis Huis ten
Bosch fragmenten uit het leven van Frederik Hendrik aan
te brengen. Bosschaert beeldde hem af met prins Maurits
tijdens de Slag bij Nieuwpoort in 1600 en als heerser over
de zeeën. Beide schilderingen zijn nog steeds in het huidige
woonpaleis van onze vorstin aanwezig.
Veel andere schilderijen van Boschaert bevinden zich in
diverse musea, onder andere in Berlijn en Potsdam. Na zijn
dood op 23 januari 1654 werden enkele van zijn schilderijen
geërfd door zijn zuster, die ze later schonk aan haar neef.
Wellicht behoorde het zelfportret van het Noordbrabants
Museum ook tot die erfenis.
Behalve het zelfportret van Bosschaert heeft het Noordbrabants
Museum in haar collectie nog twee werken van de kunstenaar:
De treurende Venus bij het tijk van Adonis en het Visioen van de heiiige
Antonius van Padua met een verschijning van Maria en Kind. En Het
Markiezenhof heeft niets van hem. Toch raar.
Of niet? Misschien komt het door de tijd waarin Willeboirts
leefde. Het is de tijd van grote namen als Hugo de Groot, Spinoza,
Rembrandt, Frans Hals, Vondel, Rubens, Van Dijck.
Een man als Bosschaert viel daarbij in het niet. Maar hij is niet de
enige. Ook een andere bekende Bergenaar uit dezelfde periode
is bij het grote publiek onbekend: Joris van Spilbergen (1568-
1620). Als tweede Nederlander voer hij om de wereld, als eerste
Nederlander kwam hij op Ceylon. Maar beroemd werd hij niet.
Tien jaar geleden verscheen een uitgave van mijn scriptie over deze
'grote' Bergenaar. Wil je meer weten over Joris van Spilbergen?
Exemplaren van het boekje zijn voor 5,- verkrijgbaar bij boekhandel Quist.
Op de zolder van Wijkcentrum De Korenaere heeft hij net
plaatsgenomen op de 'troon' van Kunstkring Bosschaert.
Vanwege zijn lengte staat de troon niet op het podium, maar gewoon
op de grond. De negen aanwezige leden van de kring staren hem
aan. Twee dames, de rest heren. De een heeft voor rustgevende
muziek gezorgd, de ander bracht verse houtskool mee. De een zit
met een plank op zijn schoot, de ander staat achter zijn ezel. "Je kop
wel stilhouden hoor!" Vakkundig worden lijnen op papier gezet. De
een krast driftig met houtskool, een ander gebruikt pastelpotloden
en weer een ander maakt een klein portretje met aquarel. De blikken
gaan van het papier naar het model en weer naar het papier. Met een
potlood worden de juiste verhoudingen afgemeten. "Je lijkt bij mij net
vijftien. Ik weet niet waar het door komt." De een is tevreden over het
resultaat, de ander niet. Maar alle resultaten mogen er zijn. Negen
portretten van een jongeman, eind twintig. Hij staart in de verte. Zijn
korte haar steekt wat verward fier de lucht in. Hij draagt een tuniek
in dezelfde bruine kleur als Bosschaert. In zijn linker hand heeft
hij een veer vast en een tweetal boekjes. Met zijn rechterhand wijst
hij naar beneden. Het zijn portretten van Ward Cornelia Mattheus
Warmoeskerken.
1568 -1620
Afb. 11. Ward, getekend door
Dhr. Ch. Brooijmans.
De Waterschans 3 - 2010
116
Afb. 12. Ward, getekend door
Mevr. A. Buijs-Bakx.
Ward Warmoeskerken
Afb. 14. Ward, getekend door
Dhr. A. Cloïn.
117
De Waterschans 3 - 2010