Aanstootgevende of opruiende ontwerpen
konden zo op voorhand worden uitgestoten
van deelname. Volgens oud-secretaris Wim
Besling is er in die periode wel eens een wagen
afgekeurd "omdat deze niet paste binnen
de optocht. Een voorbeeld was een ontwerp
waarop een figuur stond die op aswoensdag
'meer dan levensecht' de gevolgen van een
zware kater aan het verwerken was!"1 De
Stichting controleerde bovendien of dat wat
getekend was ook zo uitgebeeld werd in de
optocht. Indien een bouwclub acht dagen vóór
aanvang van de vastenavond nog geen tekening
had ingediend, kon de wagen onherroepelijk
worden geweigerd.2
Het duurde tot 1959 eer dat een jury de
ontwerpen zelf ging beoordelen middels de
instelling van een ontwerpersprijs. Vanaf dat
jaar tot begin jaren negentig werden alle inge
diende tekeningen ook bewaard in het archief
van de Stichting.
Befaamde ontwerpers uit de beginperiode
Dat Louis Weijts in 1959 met de eerste prijs
ging strijken verbaasde niemand. Hij bepaalde
toen al jarenlang voor een belangrijk deel het
gezicht van de optocht. Deze alom bewonderde
kunstenaar behaalde jaren achter elkaar grote
successen met diverse bouwclubs, zoals 'de
Verhoevens' en 'de Dwarskoppen' van Bart
Rijnkels. Het laatste ontwerp voor een carna
valswagen van de hand van Weijts stamt uit
1974 voor bouwclub 'de Krabbekwekers': 'Zo
d' ouwe zonge, zo piepe de jonge!' Het waren
ook 'de Krabbekwekers' die in 1981 alle
ontwerpers, maar in het bijzonder Louis Weijts
De meeste ontwerpen gaan over typisch Bergse
onderwerpen zoals actuele plaatselijke politieke
kwesties, de hoveniers, de (weer)visserij en
de historie van de stad. Veel van dergelijke
ontwerpen kregen een hoge beoordeling van de
jury. Maar er zijn in een bepaalde periode ook
een aantal ontwerpen die over wereldpolitiek en
ruimtevaart gaan. Zeker zo veel ontwerpen gaan
over de Bergse of de algemene Vastenavond
en met dieren of circus als onderwerp. Een
vastenavondjubileum is eveneens een dankbaar
thema, omdat al lang van tevoren over een
ontwerp nagedacht kon worden.
eerden met de aan hem opgedragen wagen:
'Ge wit wel (Le)wie, beter ere kenne me oe nie',
ontworpen door Henny Knoet.
Tot de grote ontwerpers van het eerste uur
behoorden ook Fons Gieles en het echtpaar
Anton en Martha van Meurs. Heel beroemd
van de hand van Fons Gieles is de zogenoemde
'Markiezenhofwagen' met de oud-stadsar
chivaris Corneel Slootmans op de schouders
van de twee wildemannen. In de jaren vijftig
deed het Markiezenhof nog dienst als kazerne.
Bergen op Zoom wilde graag in het bezit
komen van dit prachtige gebouw, maar het
Ministerie van Oorlog (nu Defensie! had daar
toen nog geen oren naar. Gieles beeldde voor
bouwclub "t Gaspitje' het ministerie uit als
de bezetter. "Een wagen om nooit meer te
vergeten en tot voorbeeld te stellen aan alle
bouwers en ontwerpers in het hele carnava
leske Zuiden en Noorden".3
'Deurbraak op 'oog nivoo'
Bouwclub 't Gaspitje' besloot in 1959 om het
over een andere boeg te gooien. Men was met
T
4' PRÜS 1959.
Afb. 2. Ontwerp voor de Bouwclub de Leutige Krabben door
Louis Weijts, 1959. Gemengde techniek.
De Waterschans 4 - 2010
144
'-""V
Afb. 3. Louis Weijts leverde na 2 maanden tekenen zijn laatste ontwerp voor bouwclub de Krabbenkwekers. Gemengde techniek
op board.
Afb. 4. 'Ge wit wel Leiwiebeter ere kenne me oe nie', een eerbetoon aan Louis Weijts, Henny Knoet, 1981. Potlood.
145
De Waterschans 4 - 2010