MOOISTE DEK DAQEN WARTAAL f Rond het begin van nvtticen. ouz Z V,XV rDJZKST( DXC NXX* D£ "WEL Ward Warmoeskerken december, 8,9 AB vabecondfta tALVE LIVIX onze jaartelling schreef de Romeinse historicus Livius: "In de maand december wordt er een offer gebracht bij de tempel van Saturnus in Rome; volgens opdracht wordt een godenmaal bereid - de senatoren treffen daarbij de voorbereidingen - en een gastmaal; door de stad heen wordt overdag en 's nachts ^Saturnalia' geroepen; het volk wordt opgeroepen om op die dag feest te vieren en dat tot in eeuwigheid vol te houden." Livius spreekt hier over het Romeinse feest ^Saturnalia', een verre voorloper van ons vastenavondfeest. De vroege bevolking van Italië bestond groten deels uit boeren. In de winter vierden zij na het zaaien van het winterkoren feest. Zij eerden daarmee de Italische god van de landbouw en van het gezaaide graan: Saturnus. Naar hem werd het feest 'Saturnalia' genoemd. De god Saturnus is reeds in de Oudheid gelijk gesteld met de Griekse god Kronos. Zodoende wordt hij gezien als jongste zoon van moeder Aarde, Gaia, en vader Hemel, Ouranos (Latijn: Uranus). Zij zijn volgens de Griekse mythologie de eerste goddelijke krachten die vanuit de Chaos nieuw leven voortbrengen. Als vader figuur was Ouranos weinig geschikt; hij sloot al zijn nakomelingen op in het binnenste der aarde. Gaia zag dit met lede ogen aan en kon haar jongste zoon Kronos ervan overtuigen zijn vader te ontmannen met een zeis. Kronos nam ONZE KOK APICIW IS XL DK.UK It op ne J£ K0M". CX VAN ÏXTUR.NUÏ? IK HOOP JE DXXK TE ONTMOETEN. aai^ Te VAL e Cf^ecopjus de wereldmacht van zijn vader over, trouwde met zijn zuster Rheia en bracht met haar zes kinderen voort. Ook Kronos was geen beste vader: hij verslond al zijn kinderen, omdat hem voorspeld was dat ook hij eens door een nakomeling van de troon gestoten zou worden. Rheia wist hun jongste zoon, Zeus (Latijn: Jupiter) te sparen; hij wist zijn vader later te overmeesteren en heerste sindsdien met zijn zuster en echtgenote Hera (Latijn: Juno) over de goden en de wereld. De Romeinse dichter Ovidius verwijst in zijn epische gedicht Metamorphoses naar deze mythische geschiedenis: "Nadat Saturnus in de duistere Onderwereld terecht was gekomen, kreeg Jupiter de heerschappij over de wereld; toen ontstond een zilveren geslacht, dat zwakker was dan het gouden, maar kost baarder dan het glanzend bronzen geslacht." In deze regels spreekt Ovidius over de geschie denis van de mensheid, die door de eeuwen heen steeds slechter is geworden. Wij leven volgens Ovidius tegenwoordig in het ijzeren tijdperk, waarin mensen snel de wapens ter hand nemen. Een stap terug in de tijd was er het bronzen tijdperk, de tijd van helden als Odysseus, Agamemnon, Ajax en Menelaos. Nog verder terug in de tijd leefde het zilveren geslacht dat bestuurd werd door Jupiter. Het oudste geslacht der mensen leefde in de gouden eeuw, het tijdperk waarin Saturnus de macht had. Ovidius schrijft daarover: "Als eerste ontstond een gouden geslacht, dat zonder wraak, uit eigen wil en zonder wet zorg droeg voor trouw en het goede." Het was een ideale tijd waarin mensen gelijk waren en de wereld in vrede leefde. Een tijd waarnaar hunkerend verlangd werd door de Romeinen: tijdens de Saturnalia riepen ze de herinnering aan deze gouden tijd op. Oorspronkelijk werd het Romeinse Saturnus- feest op één dag gevierd: 17 december. Twee dagen later was ereen ander feest: de Opalia van de vruchtbaarheidsgodin Ops, die wel geassocieerd wordt met Kronos' echtgenote Rheia. Deze feesten raakten in de loop der eeuwen met elkaar versmolten, waardoor de Saturnalia al in de eeuwen voor Christus zeven dagen duurden. De eerste Romeinse keizer Augustus bepaalde dat er gedurende de eerste drie dagen van de Saturnalia geen rechtszaken mochten plaatsvinden; onder keizer Caligula werd deze termijn zelfs verlengd tot vijf dagen. Niet alleen gerechtshoven waren gesloten tijdens de Saturnalia, ook scholen gingen dicht. Er werden geen gladiatorenspelen gehouden en erwas in het geval van oorlog een wapenstilstand. Op de eerste dag van de Saturnalia werd er in opdracht van de senaat (het bestuur van Rome) een offer gebracht aan Saturnus bij zijn tempel op het Forum Romanum. In de tempel werden de voeten van het ivoren beeld van de god ontdaan van de wollen touwen, die er gedu rende het hele jaar omheen gedraaid waren. Naar Grieks gebruik werd er vervolgens voor de tempel een godenmaal gehouden: er werden aanligbedden neergezet met kussens waarop godenbeelden werden gelegd; aan de beelden werden allerlei spijzen voorgeschoteld. Dit godenmaal werd gevolgd door een gastmaal, waaraan de Romeinse bevolking deel kon nemen. Aan het eind van dit officiële gedeelte ging iedereen door de straten van Rome naar huis onder het zingen van 'io Saturnalia', hoera! De dagen na 17 december werd het feest bij mensen thuis voortgezet. Op het huisaltaar werd een speenvarken geofferd. Varkensvlees stond ook op het menu bij de overvloedige maaltijden die genuttigd werden. Daarbij was de gehele familia aanwezig: ouders, kinderen, grootouders, gasten, slaven en slavinnen. Tussen het vele eten en drinken door gaven de aanwezigen kleine cadeautjes aan elkaar: waskaarsen, terracotta olielampjes, beeldjes van klei of brooddeeg, olijven en zakjes noten. Met deze noten werden spelletjes gespeeld, ook door volwassenen. De noten werden dan op een stapeltje gelegd. Vervolgens moest je proberen de stapel aan te vullen door er een nieuwe noot op te werpen, zonder de andere ervan af te stoten. Een ander spelletje: de noot splijten zonder deze kapot te maken. Ook werd er gewoon geknikkerd met de noten. Voor de slaven en slavinnen waren de Saturnalia een heel bijzonder feest: moesten WARTAAL Saturnalia De Waterschans 4 - 2010 170 Afb. 1. De kinderen die Kronos verwekte bij Rheia at hij stuk voorstuk op. Pieter Paul Rubens beeldde dit gegeven af op zijn schilderij Kronos 11637, Prado, Madrid!. Afb. 2. Op dit Romeinse reliëf zijn van links naar rechts de drie zonen van Saturnus te zien: Jupiter, Pluto met zijn echtgenote Proserpina en Neptunus [Palazzo Altemps, Romefoto van de auteur, februari 20101. 171 De Waterschans 4 - 2010

Periodieken

De Waterschans | 2010 | | pagina 26