ut Jocrj&ny Deel 1 n 1911 tot 1923 Rob Franssen Foto's: Scoutingmuseum Baarn 4 April 1911 Op 4 april is het precies 100 jaar geleden, dat er melding wordt gemaakt van padvinders in Bergen op Zoom. Scouting heette toen Padvinderij. Hoe ging dat anno 1911 in zijn werk? En hoe kwam dat? Het is interessant om eens een duik van 100 jaar terug in de tijd te nemen. Laten we daarvoor even terug gaan naar 1900. Auto's waren er nog nauwelijks. Er was geen tv en er waren geen mobieltjes. Ook geen kunst stoffen. Nederland was toen nog grotendeels agrarisch. Een grote stad telde maar een paar duizend inwoners en elektriciteit was schaars. In die tijd moesten jongeren snel 'volwassen' worden: meewerken op het land, in de huis houding of in de fabriek. Hier en daar waren er wel clubjes voor jongeren, maar dan wel met een sterk militair of kerkelijk karakter. Zo was in Engeland de militaristische 'Boys Brigade' actief en ook het kerkgebonden 'YMCA'. Ook scholen voor voortgezet onderwijs deden wel iets voor jongeren, maar niet iedereen was in de gelegenheid voortgezet onderwijs te volgen. Een heel groot verschil dus met de tijd van nu; voor de hedendaagse jeugd zou de tijd van 1900 uiterst primitief zijn. Baden-Powell In die tijd leefde Robert Baden-Powell, een militair, die opgeklommen was tot kolonel in het Britse leger. Zijn specialiteit was verken- ningswerk en daarvoor zat hij geruime tijd in India en Zuid - Af ri kaOm soldaten op te leiden tot verkenner, een 'scout', schreef hij een instructieboekje, waarin precies gelezen kon worden hoe je moest sluipen en observeren. Maar ook hoe je jezelf kon behelpen in de vrije natuur: slapen, koken, verplaatsen en jagen. In zijn Zuid-Afrikaanse jaren was hij daar écht niet op één of andere vredesmissie voor de Verenigde Naties. Engeland was door haar koloniale aspiraties gewoon in oorlog met de Boeren van Zuid-Af ri kaDaar kreeg hij het in 1900 voor elkaar om het strategisch gelegen plaatsje Mafeking uit handen te houden van een veel groter leger van de Boeren. Het beleg duurde 217 dagen. Dat betekende dat heel Engeland geruime tijd dit militaire hoogstandje kon volgen in de kranten. Eenmaal ontzet, kon Baden-Powell terug naar Engeland, waar hij als een ware held werd onthaald. En zoals wij in 2011 graag onze (televisie)helden willen nadoen, was dat in 1900 niet anders: het rode instructieboekje Aids to scouting werd heruit gegeven en was direct uitverkocht. Het werd vooral gebruikt door een publiek, waar dit boekje niet voor bedoeld was: door jongens. Dat bleef de uitgever niet onopgemerkt en dat was de reden, dat de boekjes door Baden- Powell herschreven werden voor het jongere publiek. Na een 'proefkamp' in 1907 op het Engelse eiland Brownsea Island kwamen die boekjes uit onder de titel 'Scouting for boys'. En toen Bergen op Zoom De start van Scouting in Nederland, dus van de Padvinderij, zat er na 1907 gewoon aan te komen, want in diverse landen werd deze organisatie opgericht. Het was slechts een kwestie van tijd. In de maand augustus van 1910 trok een patrouille (een kleine subgroep van ongeveer zes padvinders) Engelse boy scouts met de fiets door Nederland en 'De De Waterschans 1 - 2011 40 Telegraaf' berichtte daar over. De schrijver daarvan, de Amsterdamse journalist Gos de Voogt, regelde daarna in het late najaar een paar Engelse scoutinguniformen en liet daar vijf Amsterdamse jongens in poseren voor een fotoreportage. Hij wilde ook wel voor de Nederlandse Baden-Powell spelen en hij had nog succes ook. Op 7 januari 1911 werd zodoende in Amsterdam de Nederlandse Padvinders Organisatie opgericht met 200 jonge leden, die verdeeld werden over acht afdelingen. In Den Haag gebeurde op exact dezelfde datum iets soortgelijks. Daar werd de Bond van Jonge Verkenners opgericht met meteen 50 leden. Overal schoten nu de 'Padvindersafdeelingen' als paddenstoelen uit de grond. In januari in Amersfoort, in februari in Enschede, Assen, Apeldoorn, Wageningen, Naarden, Bussum, Hengelo, Zaandam, Den Briel, Den Helder en Nijmegen. In maart doken de afdelingen ook op in Groningen, Leiden, Rotterdam en Hoorn. En in april tenslotte werden er afdelingen opgericht in Baarn, Arnhem, Breda, Goes, Alkmaar, Dordrecht, Middelburg én in Bergen op Zoom. U moet niet denken dat er spontaan enkele Bergse jongens de straat op gingen, zich een breedgerande hoed en halsdoek aanmaten en gewapend met stok en lassotouw al marcherend het bos introkken om daarsluip- oefeningen te houden, om bij terugkomst in de stad even de krant te waarschuwen dat ook zij met padvinderen waren begonnen. Meestal ging het écht anders en zo ook in Bergen op Zoom. Enkele notabelen zagen het nut in van zo'n vereniging, hadden toevallig ook een zoon in de juiste leeftijd (12-16 jaar) en richtten eerst een plaatselijk comité op. Zo maakte het nieuwsblad De Avondster van 4 april 1911 in een heel klein artikeltje, waar je bijna over heen zou lezen, melding van de oprichting van een 'afdeeling der padvindersvereeniging'. Voorname heren, zoals burgemeester Hulshof, de majoor der artillerie Verf en de directeur van de H.B.S. met 5-jarige cursus, de heer Wolters, hadden zitting in het comité. Een leraar op die H.B.S., de heer A.J.A. Busquet, had er ook zitting in en hem kunnen we rustig de eerste Bergse padvindersleider noemen. Het kersverse weekblad De Padvinder, 16 jaargang N5 14 van 8 april 1911, deed een soortgelijke melding en een paar maanden Koken op houtvuur Eenmaal op kamp, bij voorkeur midden op de hei en altijd in patrouilleverband, kon de ware padvinder er zijn kennis en kunde laten zien. later op 26 augustus vermeldde ditzelfde blad, dat de afdeling als kamp een tuin buiten de stad had betrokken, onder leiding van A. Busquet. Zijn vrouw zorgde toen elke dag voor het koken (Hoitandse dames koken nog steeds beter dan alle padvinders tezamen), wat blijkbaar zeer op prijs werd gesteld door de P.V.'s (afkorting voor padvinders), want na afloop kreeg ze een bloemenhulde. 28 September van datzelfde jaar was voor de nieuwe afdeling een gedenkwaardige dag. Alle padvinders werden toen geïnstalleerd. Plaats van handeling was het Coehoornpark, naast de Zwarteweg. Om hoeveel padvinders het ging vermeldde het bericht niet. In heel Nederland liepen op dat moment al zo'n 2000 padvinders rond. De activiteiten In eerste instantie was het vooral de bedoeling dat een padvinder een goede staatsburger zou worden. Iemand dus, die een ander kon helpen en daarvoor moest je de goede menta liteit bezitten, flink en sterk zijn. En goed voor jezelf kunnen zorgen. Dat alles moest ertoe leiden, dat een padvinder een gelukkig mens werd, iemand met veel levensgeluk. Om dat te bereiken had je activiteiten en oefeningen nodig. Activiteiten, die grotendeels plaats vonden in de buitenlucht, in de vrije natuur. Vandaar dat kamperen altijd een belang rijke plaats innam in het padvindersspel. Voorbereidingen daartoe deed je tijdens weke lijkse bijeenkomsten, de zogenoemde oefe ningen. 41 De Waterschans 1 - 2011 Scouting PADVINDERS - BOY SCOUTS

Periodieken

De Waterschans | 2011 | | pagina 21