■^7 VyA,'.v./ Boekbespreking Echter een half uur voor zijn dood vertelde Jacob een andere versie van het gebeurde. Adriaen Verduit verklaarde dat daer hij aen dander zijde sijnde nu gecomen tot omtrent een half uur voor zijn doot verclaerende mett de voorn. Anthonij Neckers noijt enighe woorden oft questie gehadt te hebben, maer wel met eenen anderen van het voorss. gevecht welcke oock naemaels vant gevecht een was. J JrTk fcr</ <vV S .0/ I j«C 4*— ^friTT <lSir-iw (6 jr4t- (4.SZ 4— £>$-£'♦ «^p »>W 7 Wk f"«Kb I Ox rllSub' 02/y1 Ak'-iW.n<- 4k In J V.4 r)« ,- Ij Wr~A N' JpK Afb. 2. Handtekeningen onder de verklaring van 5juni 1669. Adriaen Verduit schreef zelf zijn naam. Zijn vrouw Maijke Pieters plaatste haar handmerk.1 Als laatste ontlastende feit voor Anthonij Neckers voerde Adriaen Verduit aan dat Neckers gezien het verloop van het gevecht ten minste bloed aan zijn kleding gehad zou moeten hebben, aangezien hij bij de fatale steekpartij onder lag: ten andere considerende dat de voorn. Anthonij Neckers int onderleggen niet int minste is bebloet geworden twelcke nootsaeckelijck soude moeten geschiet sijn, soo sijns voorn, soon daenmaels [op dat moment] de wonde gecregen hadde. Blijkbaar berustte de arrestatie van Anthonij Neckers op een eerdere getuigenverklaring van Adriaen Verduit. Hij moest echter op grond van de feiten tot de conclusie komen dat Neckers het ten laste gelegde niet gepleegd kon hebben. Adriaen Verduit was zich dit bewust en het laatste gedeelte van de akte bestond dan ook uit een spijtbetuiging aan het adres van de beschuldigde Anthonij Neckers: om welcke voorn, redenen verclaerde de attestant leet te zijn [te spijten, te betreuren] dat hij oijt op de voorss. Neckers presumpties [verdenkingen] gehaedt heeft die hij gelooffde [beloofde] voortaen niet [meer] te sullen hebben ende te re...schen [de akte is hier beschadigd en slecht leesbaar] datA... Neckers voorden geheel wereldt mochten diet verclaert worden gelijck hij attestant als van sijne huijsinghe hem verclaerden. Aan het eind van de akte werd nog een bijzon derheid gemeld, die aangaf dat Adriaen Verduit zich echt schuldig voelde. Hij bleek de moeder van Anthonij Neckers gevraagd te hebben bij het afleggen van de verklaring aanwezig te zijn: [Adriaen Verduit] seght deses speciael te hebben willen doen in de presentie [in het bijzijn] van sijns Neckers moeder als haer to dien sijnde expres ontboden hebben. Adriaen Verduit overleefde zijn ziekbed. Hij overleed enkele jaren later tussen 1676 en 1680. Als vorster van de poorterij werd hij opgevolgd door zijn tweede zoon Jan. Deze Jan noemde zijn enige zoon Jacobus. Jacobus Verduit (1687-1771) is de stamvader van de huidige familie Verduit te Bergen op Zoom. Noot: De Waterschans 1 - 2011 46 Mark Buijs Willem Heijbroek e.a. (red.), Bergen op Stoom. Productiebedrijven in de gemeente Bergen op Zoom van 1800 tot 1950. Bergen op Zoom 2009. 2e druk, 44,95. Bergen op Stoom, als er één titel is die direct het juiste beeld oproept van de onderliggende publicatie dan moet het deze wel zijn; het gaat over Bergen op Zoom en het gaat over stoom. Om meer precies te zijn gaat het over het industriële verleden van de gemeente tussen 1880 en 1950, zoals ook blijkt uit de ondertitel op het lijvige en stoere boek. De foto op de omslag geeft direct weer dat de aangeduide periode slechts als richtinggevend bedoeld kan zijn en dat ook lijnen doorgetrokken zijn naar het meer recente verleden om daarmee ook een completer en beter interpreteerbaar verhaal te geven. De foto toont immers in kleur de koepeloven, zoals die in gebruik was bij het bedrijf 'Rogier Nerincx Richter'. De indeling Het boek is heldervan opzet. Na een inleidende kader stelling volgen de beschrijvingen die per categorie bij elkaar gebracht zijn. Achtereenvolgens zijn dat openbare nutsbedrijven, verwerking van grondstoffen en constructie, verwerking van agrarische producten, alcoholproductie en -verwerking, visserijproducten, winning en verwerking van minderalen, papier en karton. Het boek is voorzien van een uitgebreide verantwoording in de vorm van een notenapparaat en literatuurverwijzingen. Bij de afkadering hebben de samenstellers het zich niet gemakkelijk gemaakt. Er is voor gekozen om uit te gaan van productiebedrijven en niet van dienstverlenende bedrijven of agrarische bedrijven. Daarbij doemen onherroepelijk problemen op (we snappen de problemen niet). Immers veel bedrijven zijn door opschaling of specialisatie voort gekomen uit kleinere bedrijven in de dienstverlenende of agrarische sector. Doordat deze bedrijven en hun voorgeschiedenis uitgebreid aan bod komen, komt ook dit interessante aspect dat nauw samenhangt met de industrialisatie van de negentiende eeuw goed in beeld. De samenstellers hebben als eindgrens 1950 gesteld. Dat wil zeggen dat bedrijven die zich nadien op het Bergse grondgebied vestigden, veelal bedrijven van buiten waaronder ook verschillende internationale bedrijven, niet aan bod komen. Van de bedrijven die wel beschreven zijn staat ook de geschiedenis na 1950 opgetekend zodat ook de lijnen naar het recente verleden en daarmee de herkenbaarheid voor een breed publiek gewaarborgd zijn. Voor wie ook maar enigszins bekend is met de Bergse geschiedenis roept het boek meteen herkenning op. Onder andere ijzergieterijen, keramische bedrijven en producten als bakeliet, meekrap, groenten- conserven en alcohol passeren de revue. Groot pluspunt is daarbij het feit dat de aandacht voor grote en kleine bedrijven min of meer gelijk is. Zo komt de kleine meer ambachtelijke bierbrou werij 'De Halve Maan' van de familie Van den Eijnden in Halsteren evenzeer aan bod als de grote industriële 'Bergen op Zoomsche Beiersch Bier Brouwerij Asselbergs, van Heijst en Co' van de gelijknamige families in Bergen op Zoom. Een dergelijke publicatie neerzetten vraagt veel onderzoek en inzet van auteurs en redactie. De vormgeving Zoals al eerder is opgemerkt, is Bergen op Stoom een stevig boek. Dat maakt het boek zo interessant. Juist door het brede karakter en de omvang geeft het boek direct het gevoel dat er wat in te vinden is over elk facet van de industrie. En die verwachting wordt waar gemaakt. Het geselecteerde beeldmateriaal sluit goed aan bij de uitgebreide verhalen over de bedrijven en de dikwijls ook persoonlijke achtergronden van de onder nemers. Het boek bevat historisch, maar ook heden daags materiaal, veelal in kleur en groot afgedrukt is aanwezig, zodat ook daar de herkenningsfactor prominent aanwezig is. Het oude materiaal roept het beeld op van een stad waar het met alle dampende en stampende machines nooit rustig geweest zal zijn. Het nieuwere materiaal toont de verstilde schoonheid van soms vervallen of herbestemde relicten. Een prachtig tijdsbeeld krijgt men bovendien door de oude reclame-uitingen die, afhankelijk van de mode van de tijd, steeds wijzigden. Tot slot Als er dan na alle loftrompetten toch nog een lichte aanbeveling mag zijn dan is het deze. Ook voor niet-Bergenaren is het boek van grote waarde. Het illustreert immers processen die zich ook elders hebben voltrokken op grotere of kleinere schaal. De ligging van Bergen op Zoom op de Brabantse wal met de prachtige samenkomst van hoge zandgronden, kleipolders en de Oosterschelde maakt dat voor vrijwel alle takken van bedrijvigheid letterlijk de juiste vestigingsgronden aanwezig waren. Daarbij komt ook dat de verschillen tussen de stedelijke en landelijke achtergronden goed tot uiting komen. Wie het boek doorbladert komt zeer veel bedrijven en locaties tegen. Indien het boek voorzien zou zijn van kaartma teriaal uit de beschreven periode dan zou het geheel nog rijker en beter interpreteerbaar zijn geworden. Wellicht iets voor een derde druk die dit prachtige boek zeker verdient. 47 De Waterschans 1 - 2011 FAUSTO NUMINE BERBA VICTRIX 0- H» 4- I vrvu-V' d-vA&lKN ..*<->"4,/ j <V8Ti«( <V 1 1 4 4}uV "V 0 -l I \Z-' I <\v\y bu vi, ajlir c A Ih trv-C*. 3 »A_ y*iy *- W i5t o w m-vW,4 .AV^tSf f tar o-*w fV. j" A'iifH j tvij 'ir-i^^nV -~y. y <K VA h A-irG I r 'f ~f N j P>hn|i !^tiu i i*r*.u o 1. Het Markiezenhof Historisch Centrum, Notarieel Archief, inv.nr. 206, akte 17, 5 juni 1669 (Notaris Charles van der Mast).

Periodieken

De Waterschans | 2011 | | pagina 24