De molens van Bergen op Zoom 1 verzanding. Die leidde uiteindelijk in 1893 tot het staken van de maalactiviteiten. Het schoe penrad verdween nog vóór 1900. Het gebouw is daarna als café-restaurant ingericht. De overstroming van december 1973 heeft grote schade aangericht, die uiteindelijk in 1979 tot staking van de exploitatie heeft geleid. De restauratie is in 1994 en 1998 uitgevoerd. De molen te Tholen Een andere getijdenmolen in de buurt lag te Tholen, ongeveer naast het restaurant 'Hof van Holland'.9 Die molen is wellicht kort voor 1530 opgericht. Het 'gaande werk' is in 1806 verkocht. Het gebouw is wel stadseigendom gebleven. In 1820 was de molen buiten bedrijf maar de molenkom werd toen nog gebruikt voor het spuien van de haven. Die is in 1826 gedempt, waarna het molenwater in 1832 verdwenen is. De molen te Middelburg Een andere molen, waar nog belangwekkende restanten van over zijn, staat te Middelburg.10 De eerste vermelding van een getijdenmolen dateert uit 1314. De molen was er toen wellicht al langere tijd, omdat er tussen 1304 en 1314 een nieuw molenwater werd gegraven en bedijkt. Die molen lag nabij de Dam en Spuistraat. De straatnaam herinnert aan de nevenfunctie van het molenwater, namelijk het spuien van de haven. Door verzanding van de Arne werd de getijstroom te klein en raakte de molen wellicht buiten bedrijf. In 1527 kreeg de stad van keizer Karei V vergunning om een nieuwe watermolen op te richten. In 1551 is een spui voltooid aan het eind van de nieuwe haven, evenals een daarop staande watermolen. Al in 1588 is er een nieuwe molen gebouwd; de oude was wellicht door storm vloeden verloren gegaan. Een betere getij denwerking was verkregen door het graven van een nieuw havenkanaal. Ook de weer in gebruik genomen molen aan de Dam profi teerde daarvan. In de achttiende eeuw slibden de haven en het molenwater dicht, wat de maalkracht niet ten goede kwam. Ter verbe tering, natuurlijk ook voor de scheepvaart, werden uitgebreide baggerwerkzaamheden ondernomen. De molen bij de Dam is in 1852 buiten gebruik gesteld. Het maalgebouw is enige tijd daarna afgebroken. De molen aan de nieuwe haven raakte eind 1858 buiten bedrijf. Het gebouw is met andere functies blijven bestaan. In 1994 is de restauratie van de molen, met de er naastliggende spui-, schut- en keersluizen gereed gekomen. Gebleken is toen, dat deze molen, evenals de Bergse, op palen gefundeerd staat, in afwijking van de huizen in de stad. De molen te Breda In Breda waren er vroeger drie getijdenmolens. Gelet op de ligging was de getijwerking beperkt, maar toch waren het getijmolens. Twee molens lagen naast elkaar bij de kruising Van Coothplein en Markendaalseweg en een lag er bij het kasteel.11 De laatste was de in 1509 gebouwde Kasteelmolen, de eersten de in 1563 in gebruik genomen Grote Watermolen en respectievelijk de watervolmolen Het Fortuin. De Grote Watermolen had vier koppels stenen en wellicht ook vier raderen.12 Hij zal daarmee geleken hebben op 's Hertogenmolen in Aarschot. De Kasteelmolen had twee raderen. Door het dichtslibben van de Mark nam de getijdenwerking af. Daarnaast waren de beheerders van de vesting van mening dat de molens mede verantwoordelijk waren voor het dichtslibben van de stadsgrachten. Na 1672 werden de molens meermaals gedurende langere tijd stilgelegd. Ook het regelmatig voor de scheepvaart open zetten van de sluis naast de molen bekortte de maaltijd aanzienlijk. In 1700 stortte de sluis van de Grote Watermolen in, waarna die maar op halve grootte herbouwd werd. Al bij al was het geen succesvolle aange legenheid. De molen Het Fortuin is in 1712 nog omgebouwd tot watervluchtmolen (een combi natie van water- en windmolen), waarna sinds 1718 het watergedeelte buiten gebruik gesteld is. De Grote Watermolen is in 1817 afgebroken, de Kasteelmolen na 1826. De molen te Duinkerken Zoals eerder vermeld stond er in Duinkerken een dubbelwerkende molen, de Peertsmolen genaamd.13 Niet alleen maalde deze bij opkomend en afgaand tij waarbij zes koppels stenen aangedreven werden, er waren ook nog twee koppels aanwezig die door een wind molen aangedreven werden (afb. 2). De molen was in 1691 gebouwd bij de samenvloeiing van de kanalen van Veurne en van Hontschoten, De Waterschans 1 - 2011 14 Afb. 5. Detail van de kaart van Jacob van Deventer, circa 1545, MHC Bergen op Zoom. latervan Moëres genoemd, direct buiten de oudste vestingwerken aan het eind van de havenkom. Daar werd opkomend en afgaand tij benut, evenals het door de kanalen aange voerde water en de wind, een technisch hoog standje. Toch kwamen daar wellicht problemen uit voort die er toe leidden, dat de molen in 1714 stilgelegd werd. In 1721 werd hij weer in bedrijf gesteld, waarna hij in 1725 verwoest werd. Enkele jaren vóór 1782 zijn de restanten afgebroken. Andere molens Tot slot valt nog te vermelden, dat zich in de vestingwal van Sas van Gent nog een restant van een getijdenmolen bevindt. Het bijbehorend molenwater is in 1951 gedempt. In Schiedam in de Brandersbuurt stond ook een getijdenmolen die nog in de Tweede Wereldoorlog elektri citeit heeft opgewekt voor het in het molenhuis gevestigde bedrijf. In de jaren zestig van de vorige eeuw is alles gesloopt. Het sluiswerk zou ondergronds nog aanwezig moeten zijn. Ook in Antwerpen is er een getijdenmolen geweest, en wel nabij de Hessenbrug, die vroeger Watermolenbrug heette. De Stijfselrui en Ankerrui, nabij de Tunnelplaats, zullen als houwer gediend hebben. In Hingene en Hamme zijn er nog molenrestanten aanwezig. Ook in Vlissingen, Hulst, Sluis en meerdere andere steden en dorpen in de delta zijn er getijden- molens geweest.14 Een moderne variant is de getijdencentrale in de Rance in Bretagne. Het getijdenverschil is hier 13 meter. De molen werkt zowel bij opkomend als afgaand tij. Naast meerdere windmolens in en nabij de stad waren er aan de oostzijde bij de Moervaart en de Zeezuiper riviermolens. In het onderstaande worden alleen de getijden- molens onder de loep genomen. De Grebbemolen De nu nog bestaande Bergse watermolen heeft al een voorloper gehad in een Kleine Watermolen aan de Moeregrebstraat.15 Die zou in 1496 gebouwd moeten zijn in opdracht van de stad. Hij lag waarschijnlijk direct achter het Spui nabij de Nieuwe Markt (afb. 5). Als houwer dienden de Grebbe en de stadsgracht vóór de Lievevrouwepoort die aan de zuidzijde via het Hellegat met de vestinggracht in verbinding stond. In 1532/33 werd een door overstromingen veroorzaakte schade aan deze molen hersteld. Uiteindelijk is de molen in 1559 afgebroken. De Grote Watermolen Al in 1493 werd er overleg gevoerd over het bouwen van een nieuwe watermolen. Daarvoor werden stadsbouwmeester Anthonis Keldermans, Jan Joest de Seepsiedere uit Antwerpen en Janne de Vreese uit Zierikzee uitgenodigd. Voor de situering was van belang dat ervoldoende ruimte beschikbaar was en dat de molen voldoende beschermd zou zijn.16 Enkele jaren later werd onderzocht of de gracht vóór de Lievevrouwepoort zodanig uitgediept kon worden dat die tezamen met de door de stad lopende stroom 'de Grebbe' een voldoende groot waterreservoir zou kunnen vormen. Blijkbaar is op die locatie in 1496 wel de eerder vermelde Kleine Watermolen gebouwd. Voor een nieuwe en grotere water molen werd een plaats gekozen aan de haven. Dat gebied was tussen 1484 en 1488 binnen de stadsomwalling gebracht. Tevoren, in 1447/48, was er aan de zuidzijde voor de Engelse kooplieden al een nieuwe haventak gegraven waarmee het Hamplein ontstond, een buiten de omwalling gelegen losplaats voor de scheep vaart.17 In het verlengde van die haventak lag wellicht een restant van een kreek die middels een coupure in de stadswal aansloot op de stadsgracht. Een plaats voor de molen werd gekozen in die kreek. Het gedeelte tussen de nieuwe haventak en de molen werd verruimd tot molenkom. Achter de molen werd een grote 15 De Waterschans 1 - 2011 FAUSTO NUMINE BEROA VICTRIX

Periodieken

De Waterschans | 2011 | | pagina 8