y~ u vi fhy' 3-f .3ol
T-J 3- F O ,/f CTZ,
X jbf - H1 w {-^ 1 .9- C
(f^S 1 <1
vermeld. Nu heeft hij Jacques Bracco opdracht
gegeven om hout te leveren voor het vuurwerk
ter gelegenheid van het huwelijk van markies
Francois Egon en Marie Anne van Arenberg.11 In
april 1709 wordt hij door de markies beloond voor
zijn goede, getrouwe ende aengenaeme diensten
en wordt hij benoemd tot adjunct jachtmeester
en houtvester van het Markiezaat van Bergen
op Zoom en de Heerlijkheid van Borgvliet, met
het recht van opvolging van jachtmeester en
houtvester jonkheer Geraard van Lamsweerde
na diens dood. Dat was een behoorlijke functie
met ongetwijfeld een goed salaris.'2 Na het
overlijden van markies Francois Egon geeft
markiezin-weduwe Marie Anne op 5 augustus
1710 opdracht om een brief aan de heer De Maisy
te schrijven betreffende de verzegelingen. Dit
verzegelen van kamers, kasten en koffers kwam
vaker voor na het overlijden van iemand. Dit om
te voorkomen dat er belangrijke papieren zouden
verdwijnen. Vervolgens bracht De Maisy twee
dagen later een koffertje met het testament van
de overleden markies naar Rijssel, in opdracht
van de markiezin-weduwe.'3 In Rijssel werd het
testament geopend in tegenwoordigheid van
Marie Anne, haar moeder Marie Henriëtte van
Arenberg-del Carretto, de kardinaal de Bouillon
en enkele hoge militairen.14 De Maisy was dus
een bediende van de markies, maar wel een
bediende die als vertrouweling heel dicht bij zijn
meester stond. Het zou zo maar kunnen dat De
Maisy al bij de markies in dienst was toen deze
nog diende in het Franse leger, en dat hij samen
met de markies naar Bergen op Zoom kwam na
diens desertie. Een persoonlijke bediende van de
markies dus, die hem overal volgde, ook tijdens
militaire campagnes. Stond De Maisy zelfs aan
het sterfbed van zijn markies? In ieder geval lag
zijn hart bij de cavalerie, want uiteindelijk zou hij
het brengen tot kolonel bij de cavalerie van het
Franse leger.
Maar we lopen vooruit op de feiten. Terug naar
het begin, naar de maanden na de dood van
markies Francois Egon. Erfgenaam was zijn
minderjarige dochter Marie Henriëtte de la Tour
d'Auvergne. Haar moeder, markiezin-weduwe
Marie Anne, trad op als voogdes. Sinds de dood
van haar eerste echtgenoot noemde zij zich
'prinses van Auvergne'.
Op 15 januari 1711 deed Emmanuel Théodose de
la Tour d'Auvergne, kardinaal de Bouillon, zijn
intrede in Bergen op Zoom. Hij meende als oom
van wijlen markies Francois Egon het meeste
recht te hebben op het vruchtgebruik van de
bezittingen van de kleine markiezin. In augustus
kreeg hij officieel de macht over het Markiezaat.
Zijn regering werd geen succes en een jaar
later was de kardinaal alweer vertrokken. Marie
Anne van Arenberg nam toen de touwtjes weer
in handen en bestuurde het Markiezaat namens
haar dochter vanaf mei 1712. De Raad van
Brabant in Den Haag herstelde Marie Anne in
al haar functies. Dit deed de Raad als 'opperste
voogd' van de minderjarige markiezin.15 Marie
Anne was inmiddels hertrouwd, maar dat wist
waarschijnlijk niemand op dat moment in Bergen
op Zoom of bij de Raad van Brabant.
Marie Anne's geheime huwelijk
De moeder van Marie Anne, hertogin Marie
Henriëtte van Arenberg-del Carretto, en de kardi
naal de Bouillon waren wèl op de hoogte van
de affaire tussen Marie Anne en haar minnaar
Simon Martin de Maisy. De hertogin deed er alles
aan om haar dochter op andere gedachten te
brengen. De Maisy was immers ver beneden haar
stand.
In de tweede helft van 1711 diende zich een
geschikte huwelijkskandidaat aan voor Marie
Anne: Conrard-Albert, graaf d'Ursel, een rijke
partij.16 Voor de graaf zou dit huwelijk een toegang
tot de hogere adellijke kringen betekenen. De
familie Van Arenberg was ervan overtuigd dat de
rijkdom en het aanbod van de graaf Marie Anne
zouden overtuigen te breken met haar minnaar.
De graaf liet zich door verschillende personen
regelmatig informeren over het wel en wee
van de prinses. Zo vond Peter Neu in het Fonds
d'Ursel in het Algemeen Rijksarchief van België
brieven van drie personen die Marie Anne gekend
hebben. Dit zijn de gravin de Noyelles, een zekere
heer De Bère en de jezuïet Charles de Monthiers.
De brieven vertellen veel over de gemoedstoe
stand van Marie Anne.
Gravin de Noyelles was Sophie Charlotte
d'Aumale, weduwe van Jacques-Louis graaf de
Noyelles en Falais, een hoge militair in Staatse
dienst (gesneuveld in Spanje in 1708). Zij was een
goede vriendin van Marie Anne.17 Hun vriend
schap werd danig op de proef gesteld. In de
tweede helft van 1711 schreef Sophie Charlotte
nog vol medelijden over de prinses en vreesde
dat de affaire slecht zou aflopen. Zij berichtte op
6 november 1711 dat De Maisy het land verlaten
had en naar Wenen was gegaan om dienst te
nemen in het Oostenrijkse leger. Marie Anne
verbleef in een klooster te Antwerpen. Dat zal
het klooster geweest zijn van de Engelse karme
lietessen, want aan deze nonnen was de opvoe
ding van haar dochter Marie Henriëtte de la Tour
d'Auvergne uitbesteed.18
Niet alleen de correspondentie van graaf d'Ursel
leverde informatie op over Marie Anne, maar
ook de correspondentie van Anthonie Heinsius,
raadspensionaris van Holland van 1689 tot
1720. Hierin bevindt zich een brief van hertogin
Marie Henriëtte van Arenberg-del Carretto van
1 januari 1712, waarin zij schreef over de tegen
spoed die haar familie had getroffen: Le cardinal
de Boullon (sic.) est au chanteur d'une indigne
mariage [De kardinaal de Bouillon maakt gebruik
van een onwaardig huwelijk om [de familie] te chan
teren.}.™ Kortom, Marie Anne en De Maisy waren
eind 1711 heimelijk in het huwelijk getreden. Dat
kan vóór 6 november geweest zijn, voordat De
Maisy naar Wenen vertrok, of later dat jaar na zijn
terugkeer.
Op 1 februari 1712 schreef Johan van den Bergh
aan Heinsius: U Wet Edel Gestrenge zal zoals alle
anderen ervan hebben opgehoord toen het bericht
kwam van het schandelijk huwelijk van de prinses van
Auvergne met de heer Maizy en van de kwalijke rol
die de onwaardige kardinaal de Bouillon hierin heeft
gespeeld. Bovendien zal U Wel Edel Gestrenge uit
bijgaande verklaring van de pater die haar zelf heeft
getrouwd kunnen zien dat dit maar al te waar is. Deze
verklaring is mij ter hand gesteld door mevrouw de
hertogin van Arenberg.20 De hertogin had de deken
van Antwerpen, vicaris-generaal van de bisschop
van Antwerpen en pater Melin, augustijn en biecht
vader van Marie Anne als zij in Antwerpen verbleef,
laten ondervragen over hun rol bij dit geheime
huwelijk. Pater Melin zal degene zijn geweest die
Marie Anne en De Maisy getrouwd heeft.
Afb. 5. Vermelding in
de resoluties van de
Raad en Rekenkamer
dat De Maisy het
testament van de
overleden markies
naar Rijssel brengt.
MHC. ARR, inv.nr. 29,
7 augustus 1710. Foto
auteur.
Va^ a^"*. vuwx^ Vj 3-1^^,4- Va^Ac
Op>c V-cui ^\- V ^~ro~cr <J
Afb. 6. Conrard-Albert,
graaf d'Ursel. In 1717
werd hij verheven tot
hertog van Hoboken.
Collectie kasteel
d'Ursel, Hingene.
De Waterschans 2 - 2011
76
Afb. 7. Emmanuel Théodose de la Tour d'Auvergne, kardinaal
de Bouillon, door Hyacinthe Rigaud, 1707. Collectie Musée
Des Beaux Arts Hyacinthe Rigaud, Perpignan.
77
De Waterschans 2 - 2011