teren. Als voogd zou dan worden benoemd de
heer Dugué de Bagnols, oud-rapporteur bij de
Raad van State in Frankrijk en heer van la Mothe
St. Lié. Verder werd nog eens vermeld dat de
afgevaardigden van de weeskamer van Utrecht
uitgesloten werden.66
Drie dagen vóór haar overlijden liet Marie
Anne nog een codicil opmaken door notaris
Qualenbrinck met enkele legaten.67 Ten eerste
wilde ze dat er onmiddellijk na haar dood 1.000
gulden contant zou worden gegeven aan Louis
Joseph Touvenot om de verhuizing van haar
twee dochters naar hertogin de la Trémoïlle in
Frankrijk te bekostigen. Verder kreeg Touvenot
al haar boeken. Ten tweede gaf zij aan haar
bediende Jeannot, weduwe van Juppin, als erken
ning voor haar goede diensten 160 gulden en haar
oude kleren, zoals een aantal jurken en onder
rokken, 8 lakens, 24 handdoeken, een tafellaken,
nog meer kledingstukken, mutsen en een mof
van lynx.68 Ten derde kreeg haar bediende Jean
Reeland 200 gulden ten behoeve van de rest van
zijn vakopleiding. Voor de twee dienstmeisjes en
een knecht wilde ze dat zij volgens de gebruiken
van het land zouden worden betaald als dienst
boden, want ze was tevreden over hen.
Het overlijden van Marie Anne
In de Verzameling Port-Royal bevindt zich een
brief van Louis Joseph Touvenot de Vivier, huiska
pelaan van Marie Anne, aan mevrouw Boursier,
gedateerd 26 april 1736, twee dagen na de dood
van Marie Anne.69 Hierin vertelde Touvenot over
het overlijden van Marie Anne. Hij begon de brief
met Het offer is votbracht. Mevrouw de prinses van
Auvergne, dat dierbare slachtoffer, overleed op de
24e van deze maand om half tien 's avonds onder de
hevigste pijnen, die pas een klein half uur vóór haar
dood grotendeels ophielden. Zij bleef tot het einde
bij kennis, tot een Miserere [psalm 51, boetepsalm
van David] begon en toen is zij zeer kalm overleden.
Marie Anne voelde haar einde naderen en gaf
uiting aan haar gevoel van berouw. De woorden
die Touvenot haar het meeste hoorde zeggen
waren: Jésus, fils de David, ayezpitié de moi. Eén
van de zaken die haar het meest gerust stelden
waren de herinneringen aan alle dienaren van
God die hadden geleden voor de waarheid en aan
haar familie. Aan de vooravond van haar dood
ontving zij voor de tweede keer het sacrament
voor de zieken van pastoor Kemp. Deze stond
Marie Anne bij gedurende haar laatste dagen.
Men had zelfs aarde uit het graf van de abbé de
Paris laten komen in de hoop dat Marie Anne
hierdoor nog wonderbaarlijk zou genezen.70
Op de dag van haar dood was Touvenot 's middags
alleen met haar. Marie Anne verzocht hem drin
gend dat men na haar dood in het geheel niet over
haar moest spreken, alleen om Gods grote barm
hartigheid af te smeken. Beiden spraken nog over
religieuze gevoelens en over de ondergeschikt
heid aan de wil van God. Haar laatste woorden
waren Heer, ik leg mijn leven en mijn ziel weer in
uw handen. Touvenot eindigde zijn brief met de
doodsoorzaak van Marie Anne: La veritable cause
de sa mort étoit un cancer a la sortie de l'estomach,
formé depuis dix ou douze ans, que le medecin juge
avoir été causé par un vomitif trop violent dont elle
usa alors. Marie Anne was gestorven aan maag
kanker. Volgens de dokter was dat het gevolg van
het innemen van een sterk braakmiddel gedu
rende tien a twaalf jaar. Naar de reden waarom
ze dit braakmiddel moest innemen kunnen we
alleen maar raden.71
Op 29 april 1736 werd er voor notaris Vosch van
Avezaat te Utrecht een akte gepasseerd waarin
de executeur testamentair Christiaen Bernard
Albinus protesteerde tegen het feit dat de prinses
nog niet begraven was. De reden hiervoor was
dat de voogden van de kinderen er nog niet
waren. Het was hoognodig dat het dode lichaam
zou worden begraven. Albinus achtte het zijn
plicht om de begrafenis de volgende dag te laten
plaatsvinden.72 Marie Anne werd begraven in de
kloostergang van de kapittelkerk van Sint-Marie
te Utrecht. Die kloostergang is vandaag de dag
nog het enige dat over is van deze kerk, maar
de graven zijn verwijderd. Toch weten we wat er
op haar graf gestaan heeft. In de Verzameling
Port-Royal bevinden zich minuten van brieven
en andere zaken van Jacques Jubé. Hierbij
bevindt zich ook de tekst van het grafschrift73 [zie
volgende pagina].
Men wist kennelijk niet haar exacte geboor
tedatum (31 augustus 1689), want ze was nog
geen 47 jaar, maar 46. Jubé vertelde verder
dat het grafschrift was aangebracht op een wit
marmeren grafsteen. Hieronder bevond zich de
grafkist van eikenhout met daarop een koperen
plaat waarop het grafschrift in een iets kortere
versie gegraveerd was. Daaronder waren haar
wapens gegraveerd. Hij schreef dat ze was
begraven in de kloostergang van de kapittelkerk
van Sint-Marie en in een grafkelder die onlangs
voor eeuwig was verworven door de heer Kemp,
kanunnik en aartsdiaken van de katholieke Kerk
De Waterschans 2 - 2011
86
ICi iffjojt, h aiilo OC pu.iL//Anij, Aajnn f jtf/ j
Af An rut; net, ucAt/ft, dcZc/ir/fAot
Pnnc*/A> 9ouavVi*V<> 3 fyouAt.
Vc/ Hoi /fan et Jee, tW//i ftunj */neiVi qu t/it>
a Vtoit- CanA Zon jvx 'jU nouv Za-Z*u J*, 9eVa 'iui/iZb
r
/W -VOpoU ia. fönohhuhon
(t, iq Att-a! '11 6? ty y
Afb. 18. Het grafschrift van Marie Anne van Arenberg,
geschreven door Jacques Jubé. UA, Verzameling Port-Royal,
inv.nr. 4148. Foto auteur.
lei repose haute puissante Dame S. Alt. S. Marie Anne née
Duchesse dAremberg dArschot Princesse douairière
d Auvergne, Epouse de Messire De Maisy Mestre de Camp
de Cavalerie des armées du Roi de trance, decedée aussi
saintement quelle a vecu, dans son exil pour la Cause de la verité
par raport a la Constitution Unigenitus, a Utrecht le 24 Avril 1736,
agée de 47 ans. Dominus illuminatio mea salus mea.
Hier rust de hoogmogende Vrouwe hare Hoogheid Marie Anne,
geboren hertogin van Arenberg en Aerschot, prinses-weduwe van
Auvergne, echtgenote van de heer De Maisy, kolonel der cavalerie
in het leger van de koning van Frankrijk, even heilig als zij geleefd
heeft in haar ballingschap voor de zaak van de waarheid met
betrekking tot de Constitution Unigenitus, te Utrecht op de 24e
april 1736, op een leeftijd van 47jaar. De Heer is mijn licht en
mijn heil.
van Holland, pastoor van de parochie van Sint-
Gertrudis. Bisschop Variet stierf op op 14 mei
1742 te Rijnwijk en werd ook in deze kloostergang
begraven, vlak bij de doodskist van Marie Anne
van Arenberg. Marie Anne werd door de janse
nisten als een heilige vereerd. Op haar graf werd
aarde gelegd uit het graf van de abbé de Paris.u
Er werd gedurende een periode dagelijks aan
haar graf gebeden door zeven a acht kapucijner of
kartuizer monniken.75
Na de tekst met het grafschrift volgt een lijst met
bezittingen van Marie Anne met daarachter de
waarde in guldens en stuivers. Het is geen volle
dige lijst. Hiervoor kan men beter de boedelinven
taris raadplegen, maar het is toch interessant dat
Jubé deze lijst heeft opgesteld. Het is een opsom
ming van Marie Anne's houten meubels, koper,
tin, ijzer, porselein en linnengoed. Slechts vier
pagina's met alle objecten genummerd. Wellicht
was dit een (onvolledige) kladinventaris. De echte
boedelinventaris is dan ook een stuk uitgebreider.
Heeft Marie Anne toch nog contact
met haar moeder gehad?
Toen zij op dinsdag 24 april 1736 stierf, waren
haar kinderen nog minderjarig. De boedelinven
taris vermeldt de meubels en andere spullen die
in de diverse kamers in het sterfhuis stonden
aan de Mariaplaats te Utrecht.76 Hierin wordt de
kamer van de meisjes genoemd, niet die van haar
zoon. Marie Anne huurde ook een huis van de
heer Schlosser in de Pieterstraat op de hoek van
de Kromme Nieuwe Gracht (bij de Pietersbrug,
onbekend op welke hoek). Dit huis werd onder
verhuurd aan de heer Van Ewijck.77
Als we deze boedelinventaris bekijken dan blijkt
dat Marie Anne toch niet geheel onbemiddeld
was. Interessant is een opsomming van de akten
en brieven die in haar bezit waren met korte
beschrijving van de inhoud. Hierbij ook 30 brieven
van haar moeder hertogin Marie Henriëtte van
Arenberg-del Carretto, de meeste niet gedateerd
of ondertekend. Sommige brieven moeten uit
1710 geweest zijn toen alles nog goed was tussen
moeder en dochter, maar twee ervan zijn geda
teerd 26 maart 1720 en 29 augustus 1726. Was er
dan toch sporadisch contact tussen moeder en
dochter? Tussen de papieren die niet van groot
belang werden geacht bevond zich een lias78 met
brieven van haar echtgenoot De Maisy en een lias
met brieven van haar dochter markiezin Marie
Henriëtte de la Tour d'Auvergne. Helaas worden
hier geen data genoemd of verdere bijzonder
heden, zodat we niet weten wanneer het briefcon
tact heeft plaatsgevonden.79
Dat hertogin Marie Henriëtte van Arenberg-del
Carretto op de hoogte was van het feit dat haar
dochter ziek was blijkt uit een brief van Ernest
Ruth d'Ans aan haar.80 Helaas is deze brief onge
dateerd, maar aangezien hij in 1728 is overleden,
moet de brief uit dat jaar of van eerder zijn.
Hierboven hebben we al gezien dat Marie Anne
in 1729 nog steeds ziek was en in Parijs verbleef.
Ruth d'Ans vertelde hoe ernstig ziek zij was en
dat ze zich bewust was van wat ze haar moeder
had aangedaan. Ze had oprecht berouw en
verdriet. Het zijn dezelfde gevoelens, mevrouw, die
haar doen terugkeren om u net als de verloren zoon
om vergiffenis te vragen. Marie Anne zag zichzelf
als een verloren dochter, net als in de gelijkenis
87
De Waterschans 2 - 2011
FAUSTD NUMINE
BERGA VICTRIX
f\