/!V«/ ,/'L L' AA S C* ~/<J>oco van de Verloren Zoon uit het evangelie van Lucas. Ruth d'Ans bepleitte in zijn brief dat de hertogin uit liefde zou moeten handelen en dat zij haar dochter op dezelfde manier zou moeten behan delen zoals zij dat bij anderen zou doen. Hertogin Marie Henriëtte dacht wel aan haar dochter, want in brieven aan het hof van Mannheim schrijft ze over haar. Zo bericht ze in augustus 1728 dat Marie Anne sinds enige maanden in Breda verbleef. Een jaar later, in juni 1729, vertelde ze over de geldnood van haar dochter. Haar echt genoot De Maisy zou geprobeerd hebben om geholpen door ene Stickers in Brussel geld te lenen. Dit betreft raadsheer/rentmeester Pieter Stickers uit Bergen op Zoom. Het blijkt dat de moeder zich wel degelijk zorgen maakte om haar dochter, want ze schrijft: Ik heb evenveel verdriet om de prinses als om alle anderen.81 Uit een briefwisseling van hertogin Marie Henriëtte van Arenberg-del Carretto met kapi tein Murnau te Mannheim weten we dat zij al snel op de hoogte was van het overlijden van haar dochter. Op 5 mei 1736 schreef zij hem dat het einde van haar dochter een beschamende, depri merende aangelegenheid was. Ze had de gehele winter moeite gedaan om haar daar weg te laten gaan, maar haar verzoeken en voorstellen hadden niets uitgemaakt. Volgens de hertogin was Utrecht een verschrikkelijke plaats om te sterven. Tien dagen later schreef ze opnieuw aan Murnau: De dood van mijn dochter deprimeert en vernedert mij. Men moet zich onderwerpen aan de wil van God. Ik vertrouw haar ziel toe aan uw gebeden... Mijn toestand is ernstig.82 Er was dus in ieder geval tijdens het laatste half jaar contact tussen moeder en dochter, maar wellicht ook al eerder als we afgaan op de data van de brieven die in de boedelinventaris worden genoemd. In een brief van 30 juni 1736 deed hertogin Marie Henriëtte van Arenberg-del Carretto als voogdes van haar minderjarige achterkleinzoon Karl Theodor afstand van de nalatenschap van Marie Anne. Eerder, op 21 juni 1736, hadden keurvorst Karl Philipp van de Palts en hertog Ferdinand Marie van Beieren al in een brief laten weten als voogd van Karl Theodor geen rechten te doen gelden op de nalatenschap.83 Simon Martin de Maisy machtigde op 13 augustus 1736 Louis Joseph Touvenot de Vivier om het een en ander rond de nalatenschap af te handelen. Op 3 december 1737 werd voor notaris Qualenbrinck een verklaring opgesteld hoe de nalatenschap was afgewikkeld. De lijst was in tweevoud opge steld en naar Simon Martin de Maisy gestuurd in Montpellier. Eén lijst kwam ondertekend door De Maisy retour en zit als bijlage bij de notariële akte. Deze uitgebreide lijst is door Touvenot opgesteld met daarin precies aangegeven wat de opbrengst was van de diverse verkopingen. Zo had hij onder andere meubels verkocht met een opbrengst van 1616 gulden en 18 stuivers. Verder is uit de lijst op te maken dat Marie Anne tot aan haar dood nog weduwgeld heeft ontvangen uit het Markiezaat van Bergen op Zoom. De heer Adam betaalde op 1 april 1736 nog 3.000 gulden en daarna werd er ook nog een restant aan weduw geld betaald van 865 gulden voor de periode 1 tot 26 april, de dag van haar overlijden.84 Dit was Laurent Adan, kassier-generaal van de markies van Bergen op Zoom. Het totaal van de ontvangsten was 11.716 gulden en het totaal aan uitgaven was 7.760 gulden. Ook van de uitgaven was er een uitgebreide lijst, onderverdeeld in de betalingen gedaan door Albinus als executeur testamentair en door Touvenot zelf. De lijst is erg interessant omdat we kunnen zien wat en aan wie er zoal betaald werd. Zo blijkt dat Marie Anne niet alleen twee huizen in Utrecht huurde, maar ook nog een huis op het platteland. Het gaat te ver om deze lijsten in dit artikel in detail te bespreken. Die zijn voor de liefhebber. Uiteindelijk bleef er 1 vZz/ yffy// fls rv'. v r A'fc c A", c t Gry'* \'zr/7 9'"- k/7t/SS/S J('/Z <-*■ - Sf'J 7TW ry/7 Cl Afb. 19. Detail uit de rekening van de thesaurier-generaal van het Markiezaat van Bergen op Zoom, met de betaling van het weduwgeld van 3000 gulden over de eerste drie maanden van 1736. MHC, ARR inv.nr. 710, fol. 130. Foto auteur. De Waterschans 2 - 2011 88 een restant overvan 3973 gulden, 10 stuivers en 12 penningen. Het geld zou Touvenot naar de hertogin van Trémoïle brengen conform de wens van de vader, ongetwijfeld bestemd voor de opvoeding van de twee dochters. Hoe het verder met de kinderen van Marie Anne verging is mij niet bekend. Er bevinden zich in de Verzameling Port-Royal brieven van hen, maar dat onderzoek laat ik graag aan anderen over.85 In ieder geval heeft de familie Van Arenberg zich niet om hen bekommerd. Hun vader Simon Martin de Maisy bleef in Montpellier wonen. Hier gaf hij in april 1737 de jurist Francois Belin des Baronnies de opdracht om namens de kinderen een proces aan te spannen tegen hertog Leopold Philips van Arenberg. De hertog moest aan De Maisy en de kinderen 15.000 écus betalen, vermeerderd met 27.700 gulden aan achterstal lige rente. Maar de hertog betaalde niet. De kinderen gingen in hoger beroep bij de Grote Raad van Mechelen. In 1765 kregen zij van de Grote Raad te horen dat de hertog weigerde te betalen omdat de kinderen uit het tweede huwe lijk van zijn zuster minderwaardig en niet erfge- rechtigd zouden zijn. Ze waren immers uit een minderwaardig huwelijk voortgekomen.86 Ook hertogin Marie Henriëtte van Arenberg-del Carretto kreeg te maken met processen aange spannen door de familie De Maisy. Nu ging het om het bedrag van 15.000 écus dat Marie Anne volgens het huwelijkscontract uit 1707 zou erven bij het overlijden van haar moeder, de hertogin. In 1738 wilden de kinderen van Marie Anne een proces hierover aanspannen. Volgens de hertogin zou ze dat wel winnen, want ze had immers goede advocaten.87 In 1766 zien we weer een poging, nu van Martin de Maisy namens de familie. De hertogin was dat jaar overleden en men wilde nu aanspraak maken op de 15.000 écus.88 En zo bleef de bruidsschat uit het eerste huwelijk van Marie Anne niet alleen gedurende haar leven, maar ook daarna een punt van discussie en processen. Eerherstel voor Marie Anne Peter Neu wijdde in het boek Arenberger Frauen een uitgebreid hoofdstuk aan Marie Anne van Arenberg, prinses van Auvergne. Hiermee krijgt zij terecht haar plaats in de geschiedenis van dit voorname adellijke geslacht die haar toekomt. Het leven van Marie Anne van Arenberg is een treffend voorbeeld van hoe adellijke families tijdens het Ancien Régime met familieleden omgingen die zich niet aan de spelregels van het adellijk leven hielden.89 Marie Anne werd verstoten en doodgezwegen door haar familie vanwege haar keuze om onder haar stand te trouwen. Zij moest haar dochter afstaan om haar te laten opvoeden door haar moeder, hertogin Marie Henriëtte van Arenberg-del Carretto. Haar kleinzoon Karl Theodor heeft zij nooit gezien. Marie Anne leidde een leven van ontberingen en moet lang ziek zijn geweest. Niettemin zal ze behoorlijk wat wilskracht gehad hebben om zich in te zetten voor het jansenisme. Ze corres pondeerde met vooraanstaande jansenistische theologen en werd door deze beweging gezien als één van de kerkmoeders. Zij moest Frankrijk verlaten vanwege haar geloof en in ballingschap leven in de Republiek. Daar bleef zij zich inzetten voor de jansenistische zaak en na haar dood werd ze door aanhangers van deze beweging als een heilige vereerd. Noten 89 De Waterschans 2 - 2011 FAUSTO NU Ml ME BERBA VICTRIX 1. Peter Neu, 'Marie Anne von Arenberg (1689-1736), Prinzessin la Tour d'Auvergne, Marquise von Bergen-op-Zoom'. In: Peter Neu (red.), Arenberger Frauen. Fürstinnen, Herzoginnen, Ratgeberinnen, Mütter. Frauenschicksate im Hause Arenberg in sieben Jahrhunderten. Rheinland-Pfalz 2006, 181-193 (hierna: Arenberger Frauen). Met dank aan mevrouw Anne Verbrugge van de Dienst Kunstpatrimonium K.U. Leuven, Arenbergverzameling. Omdat er geen portret is van Marie Anne van Arenberg heeft Peter Neu het familiewapen afgebeeld van de la Tour d'Auvergne. Dit is echter niet het goede familiewapen. Het is het wapen van de la Tour en niet de la Tour d'Auvergne. In dit artikel is het juiste familiewapen te zien alsmede het alliantiewapen dat Marie Anne gebruikte na haar huwelijk met Francois Egon de la Tour d'Auvergne. Over de moeder van Marie Anne, hertogin Marie Henriëtte Félicité del Carretto, wijdt Peter Neu ook een interessant hoofdstuk. Arenberger Frauen, 161-179. 2 Idem, 181. 3 S. Leroy, Notice armoriale et généalogique sur la Maison de Bouillon La Tour, Sedan 1896, 62. 6 1 écu was in 1707 2,6 gulden waard. Omgerekend naar de huidige euro zou 1 écu nu 67,63 waard zijn. 5 Arenberger Frauen, 182 en 195. 6 Vriendelijke mededeling van Willem van Ham. 7 Idem, 182-183. 8 Idem, 183-186. Peter Neu heeft de brief vertaald naar ik aanneem uit het Frans. Dit betreft dus een vertaling van een vertaling. 9 Idem, 186. Christiane Donkers, Het tijdperk van de vrouwen. Afstudeerscriptie aan de Katholieke Universiteit Leuven, Leuven 2000. 10 Het Markiezenhof Historisch Centrum (hierna: MHC), Archieven van de Raad en Rekenkamer van de markiezen van Bergen op Zoom (hierna ARR), inv.nrs. 686.6 fol. 26v en 686.5 fol. 29. 11 Idem, inv.nr. 689 fol. 39. 12 Idem, inv.nr. 56 fol. 36-35. Van Lamsweerde verdiende 500 gulden per jaar. Hoeveel De Maisy verdiende staat niet vermeld in de rekeningen. 13 Idem, inv.nr. 29: 5 en 7 augustus 1710. 16 Vriendelijke mededeling van Willem van Ham. Idem, inv.nr. 56 fol. 117.

Periodieken

De Waterschans | 2011 | | pagina 21