oajner Wi/i de ixEftJe drui ces
DEEL 1
Bewoning en meubilering van het Markiezenhof te Bergen op Zoom in 1713
EERSTELIJK OP DE CAMER DAER DE HEER CROIJER GELOGEERT HEEFT
Ad van den Bulck
Aanleiding
Op 11 en 14 Maart 1713 werd de meubilering van
het Markiezenhof vertrek voor vertrek geïnventa
riseerd door notaris Simon Turcq.1 Twee getuigen,
de notarisklerken Lambertus Vandermoer en
Louis Lantmeter, vergezelden hem. Jan Babtiste
Boulon, de conciërge van het Markiezenhof, leidde
het drietal rond. Aanleiding voor deze inventari
satie was het plotselinge overlijden van Francois
Egon de la Tour d'Auvergne in juli 1710, sinds 1698
markies van Bergen op Zoom. Francois Egon
was de man die opdracht gaf tot het bouwen van
de classicistische vleugel van het Markiezenhof.
Hij liet een weduwe na, de eenentwintigjarige
hertogin Marie Anne van Arenberg en Aerschot
(1689-1736), en een tweejarige dochter, Marie
Henriëtte (1708-1728). De oom van Francois
Egon, Emmanuel Théodose de la Tour d Auvergne
(1643-1715) - bijgenaamd kardinaal De Bouillon -
meende aanspraak te kunnen maken op het
Markiezaat, als meest naaste verwant van de
jeugdige markiezin van vaderskant. Half januari
Afb. 1. Eikenhouten kabinet,
ingelegd met diverse soorten hout
en been, circa 1685-1700, collectie
Rijksmuseum. De zeventiende- en
de achttiende-eeuwse kabinetten
stonden op een hoog, open
onderstel. Naar de mode van'die
tijd zullen ook de vier kabinetten
in het Markiezenhof op een open
onderstel hebben gestaan.
1711 verscheen de kardinaal in Bergen op Zoom.
In maart van dat jaar deed de markiezin-weduwe
afstand van de garde noble (voogdij) van haar
dochter en droeg deze over aan de kardinaal.2
Het gaf natuurlijk geen pas dat een roomse
kardinaal regeerde op het grondgebied van een
protestantse republiek. Bovendien ontstonden
er spoedig conflicten tussen de kardinaal en de
Bergse drossaard Pieter Cornets de Groot (zijn
portret hangt in de Henriëttekamer). De Bouillon
vertrok in augustus 1712 naar Antwerpen en in
juli 1712 werd de markiezin-weduwe door de
heren van de Raad van Brabant in Den Haag weer
in haar functies hersteld. Eind 1711 was zij echter
in het geheim beneden haar stand hertrouwd
met de Fransman Simon Martin de Maisy. Toen
dit bekend werd kwam zij in opspraak en deed
zij opnieuw afstand van haar voogdijschap en
vertrok later met haar echtgenoot naar Frankrijk.
(Over Marie Anne van Arenberg en Aerschot leest
u meer in het artikel van Yolande Kortlever in
deze Waterschans.} Deze wijzigingen waren voor
De Waterschans 2 - 2011
92
l
Afb. 2. Het Poppenhuis van Petronella Dunois, tekening,
19e eeuw, collectie Rijksmuseum. Circa 1676 werd door
Petronella Dunois een schaalmodel van een ideale woning
ingericht in een kabinet. De kast is geplaatst op een hoog,
open onderstel met gedraaide poten. Ook de kabinetten in
het Markiezenhof zullen van een dergelijk open onderstel
voorzien zijn geweest.
de Raad van Brabant in Den Haag, de 'opperste
voogden' van de minderjarige prinses, aanleiding
zich terdege op de hoogte te stellen van de finan
ciële situatie van het Markiezaat, alsook van de
bezittingen van de prinses. Reden om de inboedel
van het Markiezenhof door notaris Turcq te laten
inventariseren.
In dit artikel staan twee onderwerpen centraal.
De route die de notaris door het gebouw volgde
en die ons informeert over de ligging, de bena
ming, de bestemming en de inrichting van de
bezochte ruimten. Een analyse van de aard van de
meubilering van het Markiezenhof op dat moment
vormt het tweede onderwerp.
Afb. 3.
Gecapitonneerde
of gestikte deken
in het poppenhuis
van Petronella
Dunois, circa
1676, collectie
Rijksmuseum.
Een ledecant met groen behangsel, daer op
een stroijsak, drie matrassen, een bedde met
hooftpeulewe
mitsgaders een japanse en twee wolle dekens,
't behangsel op de deselve earner, bestaende in
vier stucken
Item een spiegel met een swarte lijst
Een eijke cast,
twee swarte cabinetjes daer van het grootste van
binnen met silver is beset,
Agt stoelen daer onder drie leunstoelen,
Item een leger stoeltje
Item een schilderije voor de schoorsteen,
Een vuerwagentje met een tang, schop en besem
Item een legercaert overtrocken met pruijsleer,
Een becleet driecant tafeltje.
Een delfse posteleijne com met dito kanneke.
Behangsel duidt erop dat het hier een hemelbed betreft. In het
ledikant lagen op de strooizak in de breedte drie matrassen.
Een bedde is een (dons)veren dekbed. Een hooftpeulewe een
kussen; een Japanse deken is een gecapitonneerde deken. Zie
afbeelding 3.
Het behangsel bestaat waarschijnlijk uit vier stukken
wandtapijt, of doekschilderijen op het formaat van de wanden.
Zwarte lijsten zijn rond 1700 in de mode, ook voor
schilderijen.
Zowel de eiken kast als de kabinetjes kunnen van grote
waarde zijn. Zie afbeelding 1 en 2.
Een legerstoeltje is een vouwstoel.
Een vuerwagentje is een komfoor op wielen.
Pruijsleer is mij nog niet bekend.
Com en kanneke vormen waarschijnlijk een lampetstel.
93
De Waterschans 2 - 2011
o
i
e.