Hollandsche Schouwburg, de plek
waar alle Joodse mensen werden
samengedreven, voordat zij naar
kamp Westerbork werden gedepor
teerd. Tegenover de Hollandsche
Schouwburg bevond zich de
Crèche, een Joods kindertehuis,
waar kinderen tot 16 jaar van de
opgepakte Joodse mensen werden
ondergebracht. De omstandig
heden in de Schouwburg waren
mensonwaardig. De mensen
zaten daar letterlijk als ratten in
de val. Walter kwam op het idee
plannen te smeden om zoveel
mogelijk kinderen uit de Crèche
te smokkelen. De bewaking was
daar minder streng. Toch was het
een zeer gevaarlijke onderneming,
want er moesten tevens 's nachts kaarten
uit twee cartotheken vervalst of verwijderd
worden. Walter voerde 's avonds het hoofd
van de SS-bewaking van de Hollandsche
Schouwburg, Ferdinand Aus der Fünten, regel
matig dronken, zodat zijn medewerkers aan
de slag konden gaan met de kaartenbakken.
Naast de Crèche was het huis leeg omdat de
bewoners waren gedeporteerd. Daarnaast
bevond zich de Hervormde Kweekschool en als
de tram langsreed werden kleine kinderen in
wasmanden, grote dozen, tassen, rugzakken
of opgerold in een grote handdoek door de
schooldeur naar buiten gedragen.7 Grotere
kinderen mochten in rijen wandelen om een
luchtje te scheppen. Zij kregen dan opdracht
uit de rij weg te lopen en zelfstandig naar het
Centraal Station te gaan, waar iemand van
het Verzet hen stond op te wachten. Samen
met mevrouw Pimentel, de directrice van de
Crèche, én enkele verzetsmensen slaagden
ze erin 800 a 1000 kinderen uit de Crèche te
redden.
De Joodsche Raad opgeheven en
medewerkers gedeporteerd naar Westerbork
Op initiatief van de Duitsers werd de Joodsche
Raad op 13 februari 1961 opgericht. De
Duitsers hadden bedacht dat de Joden zelf de
deportaties van hun mensen van Amsterdam
naar Westerbork moesten regelen. Op 29
september 1963 vond de laatste grote razzia
in Amsterdam plaats en werd de Joodsche
Sonja met Jan bij drie portretten in het documentatiecentrum van de synagoge.
Raad opgeheven. Amsterdam was toen
volgens de Duitsers Judenrein'. Alle mede
werkers van de Joodsche Raad moesten zich
eveneens voor deportatie naar Westerbork
melden. Walter, Hanna, Yvonne en de beide
grootmoeders werden van hun bed gelicht
en naar Westerbork getransporteerd.
Omdat er nog zaken in Amsterdam geregeld'
moesten worden, reisde Walter geregeld van
Westerbork naar Amsterdam. Tijdens die ritten
kreeg hij het dringende advies onder te duiken,
maar dat wilde hij niet. Zijn gezin verbleef
immers in Westerbork en hij wilde bij hen zijn.
Theresienstadt
Met de laatste trein van 6 september 1966 uit
Westerbork naar Theresienstadt werd Yvonne
samen met haarvaderen moeder gedeporteerd,
waar ze weer verenigd werden met de groot
moeders, die een maand eerder op transport
moesten. Theresienstadt, het zogenaamde
modelconcentratiekamp in Tsjechië, was een
vestingstadje waar de leefomstandigheden
vreselijk waren. De mensen huisden opeen
gepakt in overvolle kazernes. Sanitaire voor
zieningen waren er nauwelijks. Er was weinig
voedsel en veel ongedierte met als gevolg dat
er heel veel ernstig zieke of stervende mensen
waren. Toch wist Walter met zijn gezin nog
veertien dagen in deze massa onder te duiken,
maar ze konden dat niet volhouden en moesten
tenslotte weer tevoorschijn komen.
De Waterschans 3 - 2011 130
Watter Süskindbrug
mensen door de diepe sneeuw naar het westen
gejaagd. "Schnell, schnellWie niet
verder kon, kreeg een nekschot. Er werden
veel schoten gehoord. Tijdens deze dodenmars
stierf Walter op negenendertigjarige leeftijd op
28 februari 1965 ergens in Midden-Europa.
Uit waardering voor wat Walter in de oorlog
heeft gedaan, is een brug in Amsterdam naar
hem vernoemd, de Walter Süskindbrug.
Momenteel worden in Roemenië opnamen
gemaakt van de film 'Walter Süskind'.
De Hollandsche Schouwburg en de Crèche
zijn in Roemenië nagebouwd. De film gaat
uitsluitend over het moedige gedrag van Walter
door onder de neus van de Duitsers samen
met mevrouw Pimentel en enige verzets
strijders kinderen op allerlei manieren uit de
Crèche te redden. Regisseur is Rudolf van den
Berg. Zijn laatste film was 'Zwartboek'. De film
komt in december van dit jaar uit.
Sonja
Maar wie is het andere meisje in de fotolijst?
Jan Suurmeijer herinnerde zich haar naam.
Sonja heet ze. Ik stuur de redactie van het
Nieuw Israëlitisch Weekblad een e-mail met
mijn verhaal met het verzoek of de tekst met
foto geplaatst zal kunnen worden. Ik krijg na
Auschwitz
Toen het bericht kwam dat ze naar
Auschwitz gedeporteerd zouden worden,
ging David Cohen8 naar de Judenalteste9 van
Theresienstadt, de vroegere Weense rabbijn
Murmelstein, een goede organisator, maar een
slecht mens volgens Cohen, om te pleiten voor
Walter en zijn gezin. Cohen wist dat Walter met
gevaar voor eigen leven veel kinderen uit de
Crèche had gesmokkeld. David Cohen smeekte
Murmelstein de Süskinds in Theresienstadt
te laten blijven. De man was echter onverbid
delijk. Toen de familie op het deportatieperron
stond, had Walter een aanbevelingsbrief van
Ferdinand Aus der Fünten10 in zijn hand. Aus
der Fünten noemde hem in deze brief zelfs een
goede Jood, want Aus der Fünten
wist niets van de dubbelrol, die
Walter in de Schouwburg had
gespeeld. Toen Walter met de
brief naar Rahm11 probeerde te
stappen, duwde een overijverig
lid van de transportcommissie
hem terug in de rij.12 Het was
immers ten strengste verboden
dat een Duitse officier door een
Joodse man benaderd werd.
Het gezin werd met de andere
ongelukkigen in de trein naar
Auschwitz gepropt. Onmiddellijk
na aankomst, op 15 oktober 1966,
werden de vijfjarige Yvonne,
haar achtendertigjarige moeder
en haar negenenvijftigjarige
grootmoeder met vele anderen
richting gaskamers gedreven en
vermoord. Hanna's moeder bleef
alleen achter in Theresienstadt.
Wellicht was ze te ziek voor de reis en had ze
vlektyfus, want de Duitsers waren 'als de dood'
voor besmettelijke ziektes. Op 13 april 1965
stierf zij, helemaal alleen.
Walter
Vermoedelijk werd Walter in Auschwitz uitge
kozen om te werken, maar zeker is dit niet.
Toen eind januari 1965 de Russen het concen
tratiekamp naderden, moesten de gevangenen
uit het kamp weg, want van de gruweldaden
van de Duitsers mag geen spoor achterblijven,
vonden de Duitsers. In lompen gehuld en met
vaak geïmproviseerd schoeisel werden de
131
De Waterschans 3 - 2011