Huwelijksfoto Sjef en Mimi, oktober 1951. pLaats voor haar was. Met achterlating van haar vier maanden oude baby en twee doch tertjes van twee en vier werd Mimi in een personenauto van de brandweer, bestuurd door de heer Schoonen, naar Vught gebracht. Zij werd begeleid door zuster Wiegman van het 'E.K. huis' (het centrum van de Catechisten van de Eucharistische Kruistocht) en hoofd verpleger De Graaf van de psychiatrische inrichting 'Vrederust' in Halsteren. Op 'Voorburg' werd Mimi opnieuw behandeld met elektroshocks en met het medicijn largactil. Familie, gezinsverzorgsters en catechisten ontfermden zich over de kinderen. In april 1957 kwam Mimi met proefverlof naar huis. Maarop 15 juni 1957 werd opnieuw een krankzinnigenverklaring opgesteld, ditmaal door dokter Stuyfzand, en volgde opname. In 1957 en 1958 wisselden proefverloven en opnames elkaar af, totdat begin jaren zestig het contact tussen Mimi en haar gezin bijna geheel werd verbroken, ondanks tussenkomst van mejuffrouw Naber en zuster Van de Wouw van de Kinderbescherming. Mimi is nooit naar huis teruggekeerd en overleed, negenenzestig jaar oud, op 18 januari 1989 op 'Voorburg'. Was Mimi ziek? Was het een slecht huwelijk? Binnen de families liepen de meningen hierover uiteen. Miste Mimi haar kinderen? Vocht zij tegen de situatie, waarin zij was beland? Verzet in de toenmalige psychia trische inrichting stond immers gelijk aan 'je wild bewegen in drijfzand'. Zij werd gesepa reerd, moest een isoleerjack dragen en kreeg jarenlang iedere dag largactil toegediend, een middel dat mensen verandert in zombies. Wie o wie was Mimi Broekhoven? Help ons het leven van deze vrouw te recon strueren. Wie heeft haar gekend of over haar gehoord? Wie heeft nog herinneringen aan de familie Broekhoven-Smid uit de Arnoldus Asselbergsstraat? Wie kan meer vertellen over het leven van haarvader Bert Broekhoven, militair schoenmaker in het Groot Arsenaal, overleden op 8 juli 1969? Wie kent Mimi's vriendinnen, met name Els en Nel van der Aa, de meisjes Plouvier, Jo Bots, Johanna van de Wou, Nel Knoet-Van Tiggelen? Wie heeft informatie over de Sint-Antonius Ulo in de jaren 1932-1936? Is er iemand die in de jaren vijftig werkzaam was in het ABG onder dokter Küppers, bij politie, brandweer, gezinszorg of het Wit-Gele Kruis? Kortom, alle informatie - hoe gering ook - is welkom. Voor meer details en foto's zie www.mimibroekhoven.nl of neem telefo nisch contact met ons op via 06-29386721. Uw reactie zal met de grootst mogelijke discretie worden behandeld. J. van Meer, dochter van Mimi Dit historisch onderzoek is een initiatief van één van de dochters van Mimi. Zij heeft een groot aantal personen bereid gevonden mee te werken aan het onderzoek en aan de vormgeving van de onderzoekresultaten in een uit te brengen documentaire, een biografie en een roman. We noemen hier historicus Cees Vanwesenbeeck, documentairemakers Rogier Kappers en Tatjana Bozic, televisiemaakster Nicolien Kool en schrijfster Bibi Dumon Tak. De Waterschans 3 - 2011 136 Jac Backx In 1811 werd in ons land de Burgerlijke Stand ingevoerd. Vanaf 1 januari van dat jaar werden van geboorte, huwelijk en overlijden burgerlijke aktes opgemaakt en ingeschreven in de respectievelijke registers die tezamen de officiële Burgerlijke Stand vormen. Zo ook in Bergen op Zoom. Aan de invoering van de Burgerlijke Stand in deze streken ging het een en ander vooraf. In Frankrijk, waar het rooms-katholieke geloof overheerste, was de regis tratie van doop, huwelijk en begraven, net als in deze streken, in handen van de plaatselijke geestelijkheid. Door het ontbreken van precieze voorschriften leidde dit tot onnauwkeu righeid en slordigheid, waardoor onwenselijke situaties konden ontstaan (te denken valt aan bigamie en verduisteringen van de staat van kinderen). Ten gevolge hiervan en door de scheiding van kerk en staat tijdens de Franse Revolutie ontstond de noodzaak de registratie van geboorte (doop), huwelijk en overlijden (begraven) aan de geestelijkheid te ontnemen en aan de staat over te dragen, zijnde een onafhan kelijk instituut voor wie een ieder gelijk is. Zo werd dan ook door middel van een decreet in september 1792 de Burgerlijke Stand inge voerd door de Franse overheid. In het tegen woordige België, Zeeuws Vlaanderen, Fimburg en delen van Brabant werd deze wetgeving ook ingevoerd in de periode 1796-1798 toen deze gebieden onder Frans gezag kwamen. Toen Napoleon eenmaal aan het bewind gekomen was in 1799, liet hij een commissie van juristen een nieuw wetboek voor de Fransen opstellen. Eén van de doelen was om de burgerlijke staat, de Burgerlijke Stand en met name het huwelijk te onttrekken aan het kerkelijk recht. In dit verband vaardigde hij nog enkele decreten uit die de Franse wetgeving nader uitwerkte. Zo verbood de Germinalwet van 1803 een andere naam te voeren dan die vermeld stond in de geboorteakte. Bij het decreet van 20 juli 1808 werd iedereen die nog geen achternaam had, verplicht er een te kiezen. Tevens legde men vast, dat achternamen altijd van vader op kind zouden overgaan. 137 De Waterschans 3 - 2011 200 jaar Burgerlijke Stand Art 1 Art 2 Art 3. Art 4 Art 5. Art 6. "In het Paleis van St. Cloud, den 18 Augustus 1811. Napoleon, Keizer der Franschen, Koning van Italiën, Beschermer van het Rhijnverbond, Bemiddelaar van het Zwitsersch Bondgenootschap. Op het rapport van onzen Groot-Regter Minister van Justitie; Gezien ons Decreet van den 20 July 1808; Onzen Staatsraad gehoord; Hebben wij gedecreteerd en decreteeren het geen volgt: Art 7 Art 8. De genen onzer onderdanen in de departementen van het voormalig Holland, der Monden van den Rhijn, der Monden van de Schelde en van het arrondissement Breda, welke tot dus verre genen vasten familienaam of voornamen hebben gehadt, zullen gehouden zijn, zodanigen, in den loop van het jaar der bekendmaking van ons tegenwoordig decreet, aan te nemen, en de opgave daarvan te doen aan den ambtenaar van den civielen staat der gemeente, alwaar zij woonachtig zijn. De namen van steden zullen niet toegelaten worden als familie-namen Als voornamen mogen worden aangenomen dezulke, die bij wet van den II germinal llde jaar zijn toegestaan De maires, de opneming der inwoners hunner gemeenten doende, zullen gehouden zijn. te onderzoeken en ter kennis van het bestuur te brengen, of dezelve persoonlijk de bij voorgaande artikelen voorgeschreven voorwaarden hebben vervuld Zij zullen insgelijks gehouden zijn, de genen der inwoners van hunne Gemeenten, die van naam veranderd zijn, zonder zich te hebben gedragen naar de bepalingen van de bovengemelde wet van II Germinal llde jaar, ter kennis van het bestuur te brengen. Van de bepalingen van ons tegenwoordig decreet zullen uitgezonderd zijn dezulken onzer onderdanen van de departementen van het voormalig Holland, der Monden van den Rhijn, der Monden van de Schelde en van het arrondissement Breda, die bekende namen en voornamen hebben, en welke zij bestendig hebben gevoerd, al ware het, dat die namen en voornamen voortkomstig zijn uit die der steden. De genen onzer onderdanen, in het voorgaand artikel vermeld, die hunne namen en voornamen willen behouden, zullen desniettemin gehouden zijn, dezelve op te geven, te weten: die, welke in bovengemelde departementen wonen, bij de mairie der gemeente, alwaar zij woonachtig zijn, en de andere, bij de zoodanige, alwaar zij voornemens zijn, hunne woonstede te vestigen, alles binnen den tijd, in art 1 vermeld. De familienaam, dien de vader, of, bij ontstentenis van dien, de grootvader van vaderszijde, verklaard heeft, te willen aannemen, of welke hem toegekend zal blijven, zal aan alle kinderen worden gegeven die gehouden zullen zijn, denzelven te voeren en aan te nemen in de akten; ten dien einde zal de vader, of, bij gebreke van dien, de grootvader, de aanwezig zijnde kinderen en kleinkinderen in zijne opgave vermelden, alsmede derzelver woonplaats; en dezulke onzer onderdanen, die hunnen vader, of bij ontstentenis van denzelven, hunnen grootvader nog in leven hebben, behoeven slechts te verklaren, dat hij nog in leven is, benevens de plaats van zijn verblijf Zij, die de bij het tegenwoordig decreet voorgeschreven formaliteiten, en binnen den daar bij vermelden tijd, niet zullen vervuld hebben, en zij, die, in eenige publieke akte of onderhandsche verbintenis, willekeurig en zonder zich te hebben gedragen naar de bepalingen der wet van den llden germinal llde jaar, van naam veranderd zouden zijn, zullen overeenkomstig de wetten gestraft worden. Onze grootregter minister van justitie en onze minister van binnenlandsche zaken zijn belast, ieder voor zoo veel hem aangaat, met de uitvoering van het tegenwoordig Decreet, dat in het bulletin der wetten zal worden geplaatst. (get.) NAPOLEON Van wege den Keizer, de Minister Secretaris van Staat,

Periodieken

De Waterschans | 2011 | | pagina 17