Een van de voorrechten waarop de conservator diende toe te zien, was dat geschillen tussen Schotse kooplieden onderling onder Schots recht konden worden geregeld. Dit gebeurde in het Court of the Conservator. Daarnaast fungeerde de conservator bij gelegenheid ook als ambassadeur (of consul] en vertegenwoor digde hij de Schotse belangen in - in dit geval - de Nederlanden en Noord-Frankrijk (Picardië). Behalve dat Jan Moffet dus in Bergen op Zoom het poorterschap bezat, zien we hem in Brabant ook optreden voor de Grote Raad in Mechelen.10 Jan Moffets voorganger als conservator was Alexander Mure uit Edinburgh geweest. Hij werd in 1522 genoemd als commissaris van de koning van Schotland en in 1523 conservator van de Schotse priviligiënP Zijn thuisbasis was echter Middelburg en niet Bergen op Zoom.12 Daarvóór (in 1508, of al in 1506) was Johannes Francis conservator van de Schotse privileges in de Bourgondische landen}3 Over deze twee mannen is echter weinig bekend. grootste en belangrijkste haven, ook voor de invoer van wol, en ook deze stad streed mee om de Schotse stapel. De aanwezigheid van een opvallende groep Schotten in Bergen op Zoom, juist in de periode dat deze handel bloeide en het touwtrekken om de stapel hoog opliep, lijkt aan te geven dat Bergen zijn graantje meepikte.19 Dat is verrassend, want in de literatuur over de Schots-Nederlandse handelsbetrekkingen speelt Bergen op Zoom nauwelijks een rol. Weliswaar werd in elk geval eind vijftiende eeuw nog wel geprobeerd het recht op de Schotse stapel voor Bergen op Zoom te verwerven, maar erg serieus lijken deze pogingen niet te zijn geweest. Succes hadden ze zeker niet. Al tijdens de Paasmarkt in 1416 verschenen er Schotten met wol en vliezen voor de haven van Bergen op Zoom. Zij weigerden tol te betalen en de tolgaarder van lersekeroord nam (een deel van) hun lading in beslag.20 Voor de Halyburton Een bijzondere bron voor de handelsbe trekkingen in deze periode vormt de legger waarin de Schotse handelaar en conservator Andrew Halyburton ('Andries Hilleberton') zijn administratie bijhield, de enige in zijn soort die bewaard is gebleven.u Halyburton deed frequent zaken in Bergen op Zoom en waarschijnlijk verbleef hij in de jaren dat hij deze legger bijhield in Middelburg.15 Bergen op Zoom verschijnt met grote regelmaat in dit manuscript, steeds onder de naam Beryf6 In dezelfde omgeving waarin Halyburton optreedt, vinden we in Bergen ook Jacob van Borselen.17 Dat zal een (bastaard] verwant zijn geweest van Wolfert van Borselen, heer van Veere. Zoals we al zagen, was deze laatste gehuwd met Mary Stuart, zuster van Jacobus II van Schotland, die zelf sinds 1449 was gehuwd met Maria van Gelre. Jan Moffet was al in 1506 aanwezig in Bergen op Zoom en werkte toen als 'factoor' (zaakwaarnemer] voor Halyburton.18 Na veel loven en bieden kreeg Middelburg in 1522 een contract voor de Schotse stapel, maar de Schotten prefereerden uiteindelijk toch Veere en het contract met Middelburg liep stuk. Voor Brabant was Antwerpen de Het pand Lievevrouwestraat 37 (het Maegdenhoofdj. De Waterschans 4 - 2011 174 handel in huiden hebben we bewijs omdat Jan Moffet in 1518 beslag liet leggen op een partij gezouten huiden die door een Duitser op de markt werd gebracht, maar die was gekaapt van een Schots schip.21 In 1525 bezocht Moffet Schotland, van waaruit hij een schip uit Veere bevrachtte met 837 gezouten huiden, 9955 vliezen en vier zakken Schotse wol.22 Toen Veere de Schotse stapel kreeg, vervulde Jan Moffet daar samen met zijn zoon Erasmus de rol van conservator. Hij had daar toen al geruime tijd een woning waarvoor de stad Veere de huur betaalde. Zijn thuisbasis bleef evenwel Bergen op Zoom.23 Andrew Halyburton speelde ook een belang rijke rol in de export van Zuidnederlandse (schilder)kunst - en van kunstenaars - naar Schotland. Hij verkeerde daarvoor in een bijzonder geschikte positie, want hij was getrouwd met een dochter van de Gentse, en later in Brugge werkende, miniatuurschilder Alexander Bening. De beroemde miniatuur schilder Simon Bening was zijn zwager. Via hen was hij - zij het op enige afstand - tevens verwant aan Hugo van der Goes en aan Rogier van der Weyden.24 Wat Halyburton in Bergen op Zoom verkocht was vooral wol van diverse soorten en kwali teiten. Zijn inkopen bestonden veelal uit textiele weefsels (soms ook kledingstukken), veel specerijen, inclusief suiker, wijn en soms ook aardewerk pottis).25 Een interes sante betaling die Halyburton in december 1493 te Bergen op Zoom deed in opdracht van William Scheves, de aartsbisschop van Saint Andrews in Schotland, bestond uit 500 crounis in gold (vijfhonderd gouden kronen] aan Mastyr [James] Watsoune for the redyn of my Lordis buikis voor het bijeenbrengen van mijnheer zijn boeken).26 Ook voor de aartsdiaken van Saint Andrews deed Halyburton bijzondere inkopen in Bergen op Zoom. In december 1498 onder meer brokaatzijde, een pond goud, een kelk (van koper, met een verguld zilveren cuppa], een altaarvoorhang antependium van geborduurde, rode saai en enkele andere stukken textiel. Deze goederen werden naar Brugge vervoerd. Voor de verpakking en dit vervoer bracht Halyburton de kosten in rekening.27 Borg of onderpand Het verloop van huiseigenaren in de Schotse Vest was vrij groot en het is niet altijd even duidelijk wat deze Schotse kopers daar precies deden. Wel vormden zij duidelijk een gemeen schap met ook een eigen kapel - of in elk geval een eigen altaar - in de Grote of Gertrudiskerk, waarover hieronder meer. Leden van deze groep deden onderling zaken en trouwden soms ook onderling. Centraal in hun buurt schap stond de herberghe geheeten Schotland, een omvangrijk pand dat zowel goederen als mensen kon herbergen. Met naam genoemde kopers van onroerend goed in de Schotse Vest zijn begin zestiende eeuw (alfabetisch): Jan Andriess, Thomas Baxter, Willem Bell, Thomas Bouckel (geboren in Edinburgh), Peter Bron, Willem Cavelyn, Johan Clerck, Jans Derry, Lysbetten Dyckxdr., Robrecht Futy, Jan Hendricxss, Jan Gister (dezelfde als Jan Jesters?), Jan Janss (een lakenkoper die zich een ware 'huisjesmelker' betoont), Jan Janss (in 1500 een schoenmaker), Peter Janss (in 1500 een smid; misschien dezelfde als de bewoner van Schotse Petershuusinge en als Peter de Scotsman Ritchaert Janss., Thomas Janss(en), Henrick Mertenss (ook Meertss; dezelfde als Schotse Heyn[en7?)Jan Mertss William Robrechtss, Cornelis Sanders, Willem Sandersz, 'Schotse Willem', Jan Singhtclaer (een mooie verbastering van Sinclair), Jan Thomass, Claus Willemss.28 Uiteraard valt niet altijd goed uit te maken of achter dezelfde naam steeds ook hetzelfde individu schuilgaat. Veel namen zijn zo 'doorsnee' dat er best meerdere dragers tege lijkertijd kunnen zijn geweest. Wel is uit deze namen duidelijk dat het hier gaat om mensen uit de Schotse Lowlands, waarschijnlijk over wegend uit het zuidoosten en oosten van Schotland. De familie Moffet daarentegen ontleende haar naam aan de plaats Moffat in Annandale (Dumfriesshire) in het zuidwesten van Schotland.29 Zowel de plaats als de streek stonden bekend om hun productie en export van wol. Jan Moffet zelf woonde niet in de Schotse Vest, hij bezat sinds 1508 het huis 'Het Maegdenhoofd' in de Lievevrouwestraat (nu huisnummer 37).30 Wel verwierf hij verschil lende stukken grond buiten de Steenbergse 175 De Waterschans 4 - 2011 FAUSTD NUMINE BERGA VICTRIX

Periodieken

De Waterschans | 2011 | | pagina 12