A Gallische (Keltische) god Sucellos (of, met een Latijnse uitgang, Sucellus).4 Deze godheid is bekend uit een tiental inscripties uit Frankrijk, Duitsland en Zwitserland en (eenmaal) Engeland.5 Ook in de iconografie van Gallische goden is Sucellos goed vertegenwoordigd. In tenminste twee inscripties wordt hij gelijk gesteld met de Romeinse bosgod Silvanus. Elders verschijnt hij samen met de Gallische godin Nantosuelta ('zonnige vallei'). De naam Su-cellos betekent zoiets als 'goede hamer' of 'hij die goed slaat' en in afbeel dingen gaat Sucellos vaak vergezeld van een manshoge (voor)hamer. Andere attributen waarmee hij wordt afgebeeld zijn een rond- buikige (aardewerk) pot of één of meer houten vaten. Dit laatste zien we terug in het pijp aarden beeldje van het Thaliaplein, waar de god naast een stapel houten tonnetjes staat. Over de aard en functie van Sucellos binnen het Gallische pantheon zijn de geleerden het niet eens. Soms wordt hij - ook al in de inscripties - gelijkgesteld met de Romeinse Dis Pater, god van de onderwereld, en soms wordt hij gezien als een 'alvader' die heerst over leven en dood. Ook de functie van zijn attri buten is niet duidelijk. Zijn hamer lijkt soms sterk op een houten tonnetje op een steel. Het kan een wapen zijn of een soort scepter (en dus een symbool van macht), maar ook een gereedschap in Sucellos' rol als kuiper. Door zijn associatie met kruiken en vaten wordt de god in verband gebracht met (alcoholische] drank. Voor al deze interpretaties worden parallellen aangehaald uit de middeleeuwse (en daarmee christelijke) Ierse literatuur, maar erg duidelijk zijn die geen van allen. Opmerkelijk is in elk geval dat het fragment van het beeldje op het Thaliaplein werd gevonden in samenhang met talloze geofferde amfoortjes die qua vorm en formaat overeen komen met de aardewerk potten waarmee Sucellos wordt afgebeeld. Een verband tussen deze amfoortjes en het fragmentarische beeldje van de Gallische god Sucellos ligt dan ook voor de hand. Overigens hoeft dit niet te betekenen dat het heiligdom daadwer kelijk aan Sucellos was gewijd, aangezien er bij soortgelijke deposities vaak beeldjes van meerdere goden worden aangetroffen. In 2001 werden achter het oude postkantoor (hoek Zuivelplein-Parade) een Romeinse munt en een koperen ring gevonden. De munt dateert uit de periode tussen 10 vóór en 6 na Christus en de ring wordt gedateerd in dezelfde tijd.6 Op de ring is gestileerd een paard afgebeeld met een (mogelijk zogend) veulen met daarboven een sikkelvormige maan. Deze afbeelding is in Gallische context goed bekend en laat zich verbinden met de godin Epona, bekend uit een groot aantal inscripties en afbeeldingen.7 Haar naam betekent zoiets als 'gewijde of sacrale merrie' en de klassieke afbeelding van Epona is die van een dame in een lang gewaad in amazonezit op een paard. Dat afbeeldingen van de merrie met (zogend) veulen eveneens met Epona in verband kunnen worden gebracht, is onom streden. In het Romeinse Rijk werd Epona populair onder soldaten in de ruiterijeenheden die haar waarschijnlijk als een beschermgodin beschouwden. Pogingen om Epona in verband te brengen met figuren in de middeleeuwse literatuur uit Ierland en Wales lijken te wijzen op een godin die symbool staat voor de soevereiniteit van het land en voor het recht van een vorst om te regeren. Betekenisvol lijkt dan dat zij in enkele inscripties wordt aangeduid als koningin regina Een breder perspectief Ruim vóór de Romeinse tijd werd de omgeving van de huidige binnenstad al bewoond. Sporen van een akker uit de Ijzertijd kwamen in 1995 tevoorschijn achter het voormalige postkantoor, pal naast en onder de kerk. De opgravingen van 2004- op stadspark 'Kijk in de Pot' toonden aan dat daar bewoning was in de zesde tot de derde eeuw voor Christus. Nog dit jaar werd een crematiegraf uit de Ijzertijd gevonden in de Koepelstraat, dat waarschijnlijk bij een klein grafveldje hoorde. Het inheems-Romeinse heiligdom van het Thaliaplein was evenmin een geïsoleerd verschijnsel. Naast het zuidtransept van de Grote Kerk bevond zich op bijna twee meter diepte een laag uit de Romeinse tijd, waarin geen scherven van amforen werden gevonden, maar van gewoon huishoudelijk afval zoals kookpotten. Een opgraving van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek in 1976 onder het schip van de kerk leverde eveneens Romeinse scherven op. Beide onder- De Waterschans 4 - 2011 168 Ring met een voorstelling van een paard en veulen, gevonden op het Zuivelplein. Waarschijnlijk 1ste eeuw na Chr. Foto gemeente Bergen op Zoom. Fragmenten van beeldjes van Sucellos, links uit Bergen op Zoom, rechts uit Oudenburg (Belgiël. Foto Gemeente Bergen op Zoom en J. de Beenhouwer. zoeken tonen aan dat die plaats toen waar schijnlijk bewoond of bebouwd was. Helaas werd de opgraving van 1976 voortijdig gestaakt. Aanwijzingen voor een nederzetting in het huidige centrum zijn er tot op heden niet, hoewel er regelmatig Romeinse vondsten in de middeleeuwse ophogingsgrond opduiken. In 2009 werden fragmenten van Romeinse daktegels onder het erf van Grote Markt 29 gevonden en dit jaar stukjes van een amfoor Munt van de Aulerci Cenomani IMaineF.j: merrie met zogend veulen en monster. Uit P.M. Duval, 'Observations sur la mythologie gauloise. Les sources numismatigues', Études Celtiques 19 (19821 93-105. Sucellos. Bronzen beeldje gevonden in Prémeaux (Fj. Foto Musée des Beaux-Arts, Beaune. 169 De Waterschans 4 - 2011 FAUSTO NUMINE BERGA VICTRIX

Periodieken

De Waterschans | 2011 | | pagina 9