n
zagen ze de ontwikkelingen aankomen.
Zij verdeelden op tijd alle kompassen en
kampeerspullen onder hun leden. En bij de
Sint Tarcisiusgroep stond het clubhuisje in de
Koepelstraat niet bij de parochie geregistreerd
en ontsprong daardoor de dans gevorderd te
worden. Niet alle activiteiten werden gestopt.
Met de nodige inventiviteit probeerde men
toch door te draaien. Zo ontdekte broeder
A.L. Redus van de Don Boscogroep, dat de
bezetter 'voedselkampen' toestond voor onder
voede jeugd. Prompt was een flink deel van de
Fortse jongens ineens ondervoed en konden
er een paar 'eigen' zomerkampen gehouden
worden. Hopman Baars van de Kizitogroep
nodigde in de eerste tijd de verkenners gewoon
bij hem thuis uit voor de wekelijkse opkomst,
totdat dit toch te link werd. Daarna kwamen
de patrouilleleiders nog wel bij hem. Datzelfde
deden ook de padvinders van de Zoomgroep.
Eerst op de zolder van Beer aan de Zuidzijde
Zoom. Dat gebeurde zo luidruchtig, dat zelfs
de plaatselijke politie kwam waarschuwen
dat dit zo echt niet kon. Ook zij beperkten
zich daarna tot alléén de patrouilleleiders
bij vaandrig Leman thuis. Daardoor kon het
gebeuren, dat bijvoorbeeld de Zoomgroep vier
dagen na de bevrijding op 27 oktober 1944 met
de hele troep paraat stond om hulpdiensten
aan te bieden. Alle uniformen waren veel te
krap geworden en daarom had Leman voor
de herkenbaarheid rode armbanden gemaakt
en daarop een gele lelie laten drukken, plus
de tekst 'NVP afdeling Bergen op Zoom'.
Die aangeboden hulpdiensten kwamen goed
van pas. Ze werden onder andere ingezet
voor maaltijden aan oorlogsgedupeerden uit
Woensdrecht. Ook na 25 februari en begin
maart, toen erV1-bommen neerstortten in
de Burgemeester van Hasseltstraat en de
Stationsstraat, kwamen zij in actie.
1945
Een explosieve groei
worden. Bovendien waren alle spullen
verdwenen en was er grote schaarste aan
alles. Het was in die tijd met recht pionieren
en veel improviseren geblazen. Zo hield de
Zoomgroep haar eerste kamp op de Rode
Schouw in Halsteren, op het terrein van
de Thoolse waterleidingmaatschappij. Het
tentenkamp leek op een samengeraapt zooitje
en één tent was zelfs zo slecht, dat deze na het
kamp maar meteen weggegooid werd. Maar
bij de opening van het kamp stonden erwèl 50
verkenners opgesteld!
Markiezaatsgroep en Scheldegroep
Die grote groep jongens bij de Zoomgroep
werd na het kamp verdeeld in troep 1 en troep
2. Naast hun eigen welpenhorde werd er nu
ook op Vrederust een welpenhorde opgericht,
de Lincolnhorde onder leiding van akela Van
Vliet. Die was niet bedoeld voor de patiënten,
maar voor de kinderen van het personeel
van VrederuSint Troep 2 van de Zoomgroep
en de Lincolnhorde werden op een gegeven
moment samengevoegd. Per 13 april 1946
gingen ze zelfstandig verder onder de naam
Markiezaatsgroep, onder leiding van hopman
Baggelaar. Hun das werd groen/bruin met
een oranje ruit in de punt aan de achterzijde.
Een jaar daarvoor, direct na het zomerkamp
in Halsteren, vond er al een andere afsplitsing
plaats. Hopman Leman had zelf een houten
raceboot zonder motor en verkenner Cees
Becht een kano. Zodoende leefde het plan om
een zeeverkennersgroep op te richten onder de
naam Scheldegroep. De das werd blauw/rood.
De groep kreeg twee bakken patrouilles)
Direct na de bevrijding startte men alle
groepen weer op. Alle leden waren wél vier
jaar ouder geworden en daardoor vaak te
oud. Uniformen waren te klein of incompleet
geraakt. Daarnaast kwam er een stormloop
van nieuwe jeugdleden, ledereen wilde
blijkbaar verkenner, padvinder of padvindster
en een zolder in het Havenkwartier tot hun
beschikking. Die was te vinden in het pand
op de hoek Dubbelstraat - Havenstraat. Om
inbraak tot een minimum te beperken was de
enige toegang tot die zolder een klimtouw om
boven te komen, of een losse ladder. Helaas
ging schipper Leman na één jaar studeren
in Leiden en de privéboten bleken ook niet
alles te zijn. De groep werd op 1 februari 1947
opgeheven en de zeeverkennertjes werden
weer broederlijk opgenomen in troep 1 van de
Zoomgroep. Hun clubhuis werd overgedaan
aan de Markiezaatsgroep.
Sint Jorisgroep en Sint Josephgroep
Alle andere groepen in de stad hadden
eenzelfde verhaal. De Sint Tarcisiusgroep
spande daarbij wel de kroon. Die splitsten zich
op in troep 1, troep 2 en troep 3. Op hun hoog
tepunt in 1946 had de groep over de 150 leden,
waaronder een eigen voortrekkersstam, de
Sint Quadratusstam. Hopman Van der Weyden
werd zelfs districtscommissaris.
Ook de Kizitogroep vormde drie troepen.
Die konden terecht in het jeugdhuis van de
parochie. Eerst onder leiding van hopman
Baars, maar spoedig onder leiding van hopman
Perin, die van de Zoomgroep overkwam.
De Don Boscogroep deed hetzelfde als de
Zoomgroep. Daar splitste de Sint Jorisgroep
zich van af. In eerste instantie bleef broeder
A.L. Redus met zijn zwarte rok (hij droeg
zelden het verkennersuniform) hopman van
beide groepen, maar niet lang na de afsplitsing
werd Jan van Giels hopman en kwamen er ook
welpen onder leiding van akela Schelfhout.
De Adolf
Kolpinggroep
groeide echter
nauwelijks en
behield gewoon
één troep. Ze
veranderden
wel hun naam in
Sint Josephgroep. Hun welpenhorde kreeg in
1947 een nieuwe akela, Lenie de Kok. Zij zou
dat blijven tot 1970.
Ook de M'Bagagroep bleef een groep met één
troep en één horde.
1945
Katholieke meisjes kwamen er ook bij
Gelijk met de groei van alle jongensgroepen
was er nog een andere, landelijke ontwik
keling. Tot dat moment was het Spel van
Verkennen binnen het katholieke jeugdwerk
alleen weggelegd voor jongens. Maar in
navolging van andere landen kwam er nu ook
iets van de grond voor katholieke meisjes en
zodoende werd in 1945 de Nederlandse Gidsen
Beweging (NGB) opgericht. In vier van de vijf
Bergse parochies kwam er een gidsengroep.
Sint Elisabethgroep
In 1945 begon men in de Sint Josephparochie
met een gidsengroep. Zij kwamen terecht
op de zolder van de oude veiling in de Oude
Stationsstraat. Ze waren direct al met
gidsen en kabouters. Evenals de padvind-
sters droegen zij geen eigen groepsdas,
maar een landelijke stropdas. Van de Oude
Stationsstraat verhuisden ze later naar
Blauwehandstraat 34, waar ze op het achtererf
van het 'Swaentje' de beschikking kregen over
de Kapel en twee lokalen daarachter, pal naast
de Grebbe.
Sint Theresiagroep
De tweede gidsengroep, die in 1945 opgericht
werd, was de Sint Theresiagroep in de parochie
O.L. Vrouw van Lourdes. Die groep kwam
met kabouters en gidsen terecht op de zolder
van de Theresiaschool. In 1971 verhuisden
ze naar een leegstaande kleuterschool in de
Esdoornstraat, waar er voor zowel de kabou
terkring als de gidsenvendel een groot lokaal
was voor de wekelijkse opkomsten.
Sint Gertrudisgroep
In de Heilige Maagdparochie begon men pas in
1946 met een gidsen- en kaboutergroep. Deze
kreeg de naam Sint Gertrudisgroep. Kapelaan
Ooyens was daarvan de aalmoezenier. Hun
eerste opkomsten werden gehouden in het
jeugdhuis in de Kloosterstraat. Later kwamen
fr'faiLL
De Waterschans 1 - 2012 20
Afb. 6. Welpenleiding Kizitogroep tijdens zomerkamp, 1950.
Afb. 7. Gidsenleiding
Fatimagroep tijdens
zomerkamp, 1950.
21
De Waterschans 1 - 2012