J0' 10 m Afb. 2. De vorm van de stadswal in bruine kleur, met de sporen van de stadspoort (Ij en de greppel (2). Het crematiegraf lag bij 1. Het schuin geplaatste pand van Het Oude Huis is met 3 aangeduid. gemaakt op de kruising met de Hoogstraat, in de vorm van een eenvoudige coupure van 3,50 meter breedte die schuin door de wat leidde en die aan beide zijden bekleed was met een bakstenen keermuur. Deze 'poort' voldeed, totdat de Bosstraat en Korte Bosstraat werden aangelegd en ter hoogte van de Antwerpsestraat een nieuwe stadspoort werd gebouwd: de Bospoort. Dat gebeurde in de eerste helft van de veertiende eeuw. De oudere doorgang werd dichtgestort met aarde en het gedeelte van de Hoogstraat tussen de Korte Bosstraat en de Koepelstraat zou gaandeweg verdwijnen. De vondst van de muren betekende dus een uiterst waardevol hulpmiddel om de aanleg van de wal te dateren. Veel vroeger dan 1275 is op grond van de bakstenen gewoon niet mogelijk. Lange tijd was verondersteld dat de Hoogstraat oorspronkelijk een zuidelijker tracé had en de Koepelstraat ter hoogte van nummer A kruiste, waar een merkwaardig scheef geplaatst huis staat. Dit blijkt niet zo te zijn. De straat veranderde buiten de bewoonde kern in een landweg, die niet naar het zuidelijk gelegen Borgvliet voerde, maar naar het westen liep, door de polder van het Zuidland en via het overzetveer van Vijfhuizen (een verdronken gehucht, nu in de Binnenschelde), naar Zuid-Beveland. De reconstructie die Willem van Ham al in 1977 maakte, is daarmee de enige correcte gebleken.3 Een andere landweg, minstens even oud, liep in het verlengde van de Zuivelstraat naar het oosten. Het tracé doorkruiste het Gouvernementsgebouw en lag aan de noord zijde van V&D. De weg liep helemaal niet naar Wouw, maar naar de buurtschappen Westelaar en Oostelaar en vandaar recht streeks naar Nispen. Uit de omgeving van Westelaar zijn vondsten uit de Romeinse tijd bekend en in Nispen werd niet lang geleden een nederzetting uit de elfde en twaalfde eeuw opgegraven. Omstreeks 1275 werd de huidige Wouwsestraat aangelegd en kreeg de weg bij de stad een wat zuidelijker beloop (in een volgende Waterschans meer hierover). De Waterschans 1 - 2012 10 W' "'TZ '3s - i >- A- - "O Afb. 3. Een stukje van de muur in de stadswal komt tevoorschijn op de hoek van de Koepelstraat Een spoor van greppels De derde vondst die tijdens het werk aan het riool werd gedaan, is wel de meest intrigerende. Ter hoogte van Koepelstraat A en 6 werden resten gevonden van een greppel die schuin over de straat liep (zie afb. 2). Deze greppel was meer dan vier meter breed en vrij ondiep uitgegraven vanuit het niveau van de akker. Aan de westelijke kant was de 'oever' beschoeid met gestapelde turfplaggen. De bodem was bedekt met een dunne laag van keiharde ijzerroest dat door infiltratie gevormd was, een teken dat de (droogstaande) greppel erg lang open had gelegen. De greppel was op enig moment gedempt en overdekt met het zand van de stadswal, dat door het inklinken van de bodem ter plaatse was verzakt. Het valt niet meer te achter halen wanneer de greppel precies gegraven werd. Hij was minstens zo oud als de akker. Er zijn aanwijzingen dat hij een aantal keren hersteld en opnieuw uitgegraven werd, waarbij de oorspronkelijke bedding is verdwenen. De oostelijke zijde van de Straat Moderne bovenlaag Stadswal Demping Akker Akker Greppelbodem 1 m Afb. 4. Doorsnede door de greppel ter hoogte van Koepelstraat 4. Die tekende zich mooi af als een brede ingraving. Omdat de greppel verschillende keren opgeschoond werd, is de exacte ouderdom moeilijk te achterhalen. 11 De Waterschans 1 - 2012 t* r\ n Art r~i

Periodieken

De Waterschans | 2012 | | pagina 6