zijn, om aan weer en wind te worden blootge
steld, wil men tenminste vermijden, dat men vrij
spoedig voor onderhoudskosten wegens behoud
en uiterlijk komt te staan.' Het argument dat
de 'Dr. Zamenhof-Monument-Commissie' al
allerlei stappen heeft genomen ter realisering
van het monument zijn 'op zijn minst genomen,
praematuur geweest, en m.i. moet de gemeente
er niet aan beginnen, de gevolgen hiervan te
dragen door het aanvaarden van een aange
boden monument dat hare goedkeuring niet kan
wegdragen.' Indien B&W echter zijn advies niet
volgen dan kan er in de omgeving van de ingang
van het park, op het perk voor villa Helena, of
nabij de Van Overstratenlaan wel een plaats
voor het aangeboden monument gevonden
worden.
Op 6 april 1933 laten B&W aan C. Westmaas
weten dat getwijfeld wordt aan de weersbe-
stendigheid van het monument en dat zij dit
kenbaar zullen maken aan de gemeenteraad die
over de aanvaarding van het monument dient te
beslissen. Merkwaardig is dan ook dat B&W in
het voorstel aan de gemeenteraad uitsluitend de
plaats van het monument ter sprake brengen en
niet de bezwaren ten aanzien van het ontwerp
en de te gebruiken materialen. Wel dient het
onderhoud van het monument gedurende vijf
jaren door de maker ervan gepleegd te worden.
Dit 'Voorstel tot aanwijzing van een gedeelte
van het wandelpark voor het oprichten van
een Dr. Zamenhof-monument en het om niet
aanvaarden van genoemd monument' wordt in
de raadsvergadering van 5 mei 1933 overge
nomen.
Maar daarmee is de kous nog niet af. Het
genomen raadsbesluit wordt aan de provincie
Noord-Brabant medegedeeld. Deze stuurt
op 17 mei 1933 een brief aan B&W waarin zij
vraagt of het 'wel de aanvaarding van een aan
de gemeente gedane schenking inhoudt.
Indien van een gedane schenking thans nog niet
kan worden gesproken, ware door den raad
t.z.t. een nieuw besluit te nemen.' De gemeente
beantwoordt de vraag op 26 mei 1933 met de
mededeling dat er inderdaad nog niet gesproken
kan worden van een gedane schenking 'doch
dat deze schenking na voltooiing van het
monument op de plaats door ons college aan
te wijzen, ten spoedigste zal geschieden. Wij
hebben daarom gemeend reeds nu een raads
besluit te kunnen doen nemen, evenals zulks
den 3n. Mei 1929 geschiedde t.a.v. de sierbank,
genaamd 'Jan van As-bank', welk raadsbesluit
ook vooraf bij Uw beschikking van 15 Mei 1929
GNo. 134 werd goedgekeurd.' Op 7 juni 1933
keuren Gedeputeerde Staten van de provincie
Noord-Brabant het raadsbesluit alsnog goed en
wordt C. Westmaas hiervan op 19 juni in kennis
gesteld. De plaats wordt het 'Lange Wandelpark
[Bolwerk] naast villa Helena'.
De onthulling van het Esperanto-monument
Op 21 juli 1933 richten 'de samenwerkende
Esp.[eranto]groepen te dezer stede' een
uitnodiging aan de 'Edelachtbare Heeren
Wethouders en leden der gemeenteraad
alhier' om aanwezig te zijn bij de onthulling
van het 'Dro. Zamenhofmonument' op 29
juli om 19.00 uur. Burgemeester P.A.F.
Blom is bereid gevonden het monument te
onthullen en G. Becht, voorzitter van de VVV,
zal het vervolgens namens de Esperanto-
verenigingen overdragen aan de gemeente.
'Heeren Esperantisten van buiten de stad zullen
aanwezig zijn en eenige woorden spreken
(Hollandsche taal).'
Op 29 juli 1933 vindt de onthulling van het
monument inderdaad plaats in aanwezigheid
van onder andere Lidja Zamenhof (1904-1942),
de dochter van de ontwerper van het Esperanto.
Op 1 augustus 1933 richt C. Westmaas zich
wederom tot de wethouders en leden van de
gemeenteraad. Hij bedankt de wethouders die
de onthulling van het monument hebben bijge
woond maar 'Het spijt het Comité echter, dat de
andere heeren wethouders verhinderd schijnen
geweest te zijn, evenals de Heeren leden der
gemeenteraad, die wij ook terzelfder tijd hebben
uitgenoodigd, maar van welke wij niemand
hebben aangetroffen.'
Op 8januari 1934 stuurt de directeur van
gemeentewerken aan B&W een ontwerp voor
een hekwerk 'waarom door dhr. Wethouder van
Sociale Zaken is verzocht'.21 De kostenbere
kening van het hek 'met voetmuur', de plaatsing
en het verven bedraagt f 200,-.
Hierna blijft het stil rondom het monument tot
1941. Na de door Seyss-lnquart gedwongen
opheffing van NKI op 20 maart 1941, wordt door
de Bergse esperantisten de dag erna besloten
om uit voorzorg de tekstplaten die tegen het
Esperanto-monument zijn aangebracht, eraf te
schroeven en de bol blauw te verven.22
De Waterschans 2 - 2012
70
De onthulling van
het Esperanto-
monument in
Bergen op Zoom,
29 juli 1933 [Foto:
L.H. van der Aa,
Collectie: het
MHCl
1970: Het Esperanto-monument
met afbraak bedreigd23
Na de woelige aanvangsperiode laaien de
perikelen rondom het monument in 1970 in
volle hevigheid op. De directeur van gemeente
werken laat B&W per brief van 23 februari 1970
weten dat bij inspectie is geconstateerd dat de
tekstborden van het Esperanto-monument zijn
verdwenen nadat zij al vijf jaar eerder tijdens
een hevige vorstperiode zijn vernield. Bovendien
is de zuil aan herstel toe alsook de bol. Maar
deze laatste is niet meer goed te repareren.
De brief is een gekuiste versie van een notitie
van 26 november 1969, opgesteld door gemeen
tewerken. De tekstplaten zijn door de vorst
volkomen vernield maar 'Wat er na de vorst
gebroken was, heeft destijds de jeugd verder op
straat kapot gegooid. Nu staat er dus niets op.'
De voor intern gebruik bedoelde notitie eindigt
met 'Het lijkt mij beter hier niet meer aan te
beginnen, het geheel is al zo vreselijk lelijk'.
J.P. van Dijke, een bewoner van de Warandeflat,
heeft contact opgenomen met PM. Mabesoone
van de Federatie van Esperanto-organisaties in
Nederland (FEN). Hem wordt verzocht contact
op te nemen met de Esperanto:organisatie in
Amerika met het verzoek de reparatiekosten
van het monument te willen betalen. Aan Santuz
zal prijsopgave worden gevraagd. Mabesoone
wordt eveneens gevraagd om de oorspronke
lijke teksten die op de verdwenen platen hebben
gestaan aan te leveren. Per brief van 12 februari
1970, gericht aan de directeur van gemeente-
C. Westmaas, A. Jordans en Mario Santuz bij het zojuist
onthulde Esperanto-monument in Bergen op Zoom, 29 juli
1933 [Foto: L.H. van der Aa, Collectie: het MHCj.
werken, laat Mabesoone de teksten weten. Op
het ene bord heeft gestaan: 'Fondita honore
al dro. L.L. Zamenhof Autoro de Esperanto
1859-1917' (Opgericht ter ere van dr. L.L.
Zamenhof Auteur van het Esperanto 1859-
71
De Waterschans 2 - 2012
FAUSTO NUMINE
BERQA VICTRIX