1917] en op het andere, rechter bord: 'Donacita al la urbo la 29an de julio 1933' (Geschonken aan de stad 29 juli 1933). Mabesoone vermeldt nog dat de oorspronkelijke borden van zwart marbriet zijn vervaardigd waarin de tekst in goudkleur is aangebracht. Aan M.F. Santuz wordt prijsopgave gevraagd, maar het staat al vast dat de bol in Italië gemaakt dient te worden. Op 12 april 1970 dient Santuz een offerte voor de restau ratie van het Esperanto-monument in. Deze bedraagt f 7728,-. De restauratie bestaat uit drie delen: het verwijderen van de globe en deze vervangen door een nieuwe, wederom uitge voerd in Venetiaans glasmozaïek. De verweerde bovenlaag van het voetstuk en de kolom waar nodig schoonmaken en herstellen en tenslotte het voetstuk voorzien van twee tekstplaten van marbriet met goudkleurig opschrift. Op 16 april 1970 stelt de directeur van gemeentewerken B&W van de offerte in kennis en vraagt: 'Gaarne zal ik van uw College vernemen of u tot repa ratie wilt overgaan.' Op 1 mei 1970 richten B&W een brief aan de FEN in Utrecht waarin zij memoreren het monument destijds als schenking te hebben aanvaard van de toenmalige plaatselijke Esperanto-vereniging. Door allerlei weersin vloeden is het monument dusdanig aangetast dat 'thans reparatie dringend noodzakelijk is.' Voorts wordt het bedrag van de offerte genoemd en de kopie ervan bijgevoegd. B&W concluderen dan: 'Wij zijn echter van oordeel dat de uitgave van een dergelijk bedrag aan dit herstel niet verantwoord is. Op grond van het vorenstaande verzoeken wij U ons mede te delen of U van mening bent dat het monument voor dit bedrag moet worden hersteld en zoja of U bereid bent in deze voor de gemeente te hoge kosten een bijdrage te verlenen.' Een brief met het antwoord van de FEN ontbreekt in het archief maar uit een voorstel aan de gemeen teraad op 2 juli 1970, blijkt dat de Federatie op 19 mei heeft geantwoord en 'met onze ziens wijze te kunnen instemmen, en de beslissing omtrent hetgeen met het monument dient te geschieden, aan de gemeente' overlaat. Daarop dient de directeur van gemeentewerken op 23 juni 1970 bij B&W een gespecificeerde prijs opgave van f 4-,032,- in, voor 'het slopen van het Zamenhof-monument'. Dat het menens is, blijkt uit een door burgemeester L.J.M. van de Laar en secretaris P.J. Pauwels opgesteld 'Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het verwijderen van het Esperanto-monument' ten behoeve van de gemeenteraad op 2 juli 1970. Met ballpoint staat op het stuk geschreven 'Niet doorgegaan.' B&W verzoeken op 17 augustus 1970 de directeur van gemeentewerken het Esperanto- monument voor niet meer dan f 1500,- exclusief BTW te laten repareren. Op 19 oktober 1970 antwoordt de directeur dat dit niet mogelijk is, gezien de toestand waarin het monument verkeert. Hij onderbouwt zijn mening met drie foto's. Hij concludeert tevens: 'Ik moet U Schade aan het glasmozaïek van de wereldbol van het Esperanto-monument in Bergen op Zoom, circa 1970 [Collectie: het MHC], De Waterschans 2 - 2012 72 Het Esperanto-monument in Bergen op Zoom, 1999 [Foto: Alfred van Wilgenburg]. daarom in overweging geven het monument óf te slopen óf het nodige krediet voor herstel beschikbaar te stellen.' 1973-1977: Herstelwerkzaamheden tot behoud van het Esperanto-monument24 Op 29 oktober 1970 wordt hetzelfde voorstel van 2 juli 1970 wederom door burgemeester Van de Laar en gemeentesecretaris Pauwels bij de gemeenteraad ingediend. Maar afbreken stuit op weerstand en het hoofd van de afdeling bouw- en woningtoezicht laat door de firma Holonite proeven uitvoeren voor het aanbrengen van materiaal op de grondstof waaruit het Esperanto-monument is samenge steld. 'Deze proeven duren nog wel een maand.' In januari 1971 zal prijsopgave worden gedaan. Wat er daarna is gebeurd, is niet in het archief terug te vinden. In 1973 vraagt E.G.H. Hartel, wethouder van De wereldbol van het Esperanto-monument in Bergen op Ruimtelijke Ordening, nogmaals advies aan Zoom, 1999 [Foto: Alfred van Wilgenburg]. 73 De Waterschans 2 - 2012

Periodieken

De Waterschans | 2012 | | pagina 17