machtiging van het deviezeninstituut is er niet. Ook de tweede boeking op de 'Oranje', wordt geannuleerd. Stagnatie ontstaat door de beta lingskwestie. Wie is aan zet: het Rode Kruis, het Ministerie van Sociale Zaken of dat van Oorlog? In Singapore arriverend verneemt Che Aminah, ongetwijfeld tot haar ontzetting, dat de ouders van Bertha hun dochter opeisen in plaats van dat de adoptie officieel geregeld zal worden, waarop in april 1950 een juridisch steekspel begint. Bedenkelijke wending Eind april 1950 komt het bericht dat Che Aminah niet meer wenst mee te werken en dat Bertha heeft aangegeven niet naar Nederland te willen. Bertha wordt op last van de rechter onttrokken aan de invloed van Che Aminah en onder toezicht gesteld van het Social Welfare Department (Dienst Maatschappelijk Werk). Bertha wordt opgenomen in een Women and Girls Home, in afwachting van de uitspraak van de Chief of Justice (Engelse rechtbank, want Singapore is Engels grondgebied), die een beslissing moet nemen of Bertha terug moet naar haar ouders of bij Che Aminah mag blijven. De rechtszaken die in 1950 in Singapore worden gevoerd tussen de ouders van Bertha en Che Aminah moeten antwoord geven op de cruciale vragen: - wie vertelt de waarheid over de omstandighe den waaronder Bertha december 1942/januari 194-3 is weggegaan? - welke afspraak maakten moeder Hertogh en Che Aminah over het al dan niet tijdelijk afstaan van Bertha? Het meest cruciale is wellicht: is er sowieso een afspraak gemaakt? De Engelse rechter doet uitspraak in april 1950 en Bertha mag bij Che Aminah blijven. Dit vonnis komt voort uit het gegeven dat er veel procedurele fouten bij het Nederlands consulaat zijn gemaakt. Later is uitgelegd waarom het Hof van Appèl in het voorjaar van 1950 de beslissing ten nadele van de familie Hertogh moest nemen. De vonnisstukken dienden in het Engels te worden aangeleverd, omdat de zaak onder de Engelse rechterviel. Niet het meisje Bertha, maar de controverse tussen Engeland en Nederland speelde hier de hoofdrol. Eveneens gaat de moslimorganisatie Muslim Welfare Association (MWA) zich roeren. Het is een fervent Maleisisch islamitisch-nationalistische organi satie onder leiding van Mr. Majid, de stiefvader van Inche Mansor Adabi. Dit wordt de kiem voor de latere ongeregeld heden tussen twee bevolkingsgroepen in Singapore. De ouders gaan in beroep, het Nederlands consulaat herstelt zich en de uitspraak van 19 mei 1950 valt gunstig uit voor de biologische ouders. De reis naar Nederland zal gaan via het schip 'SS Surriento', maar zolang de passage niet geregeld is moet Bertha in het Social Welfare Department verblijven. Che Aminah kan haar daar echter blijven bezoeken. Intussen lopen de gemoederen aan islamitisch, Maleisische zijde hoog op en op haar beurt gaat Che Aminah in beroep. De Muslim Welfare Association (MWA) werft fondsen voor Che Aminah om de juri dische strijd aan te gaan. Van Mr. Majid is de uitspraak dat hij "de white-skins een lesje zal leren middels Bertha". Inmiddels beroert de zaak Bertha Hertogh ook de woonplaats van haar ouders, die op afstand al deze berichten opvangen. In Bergen op Zoom wordt in augustus 1950 het Comité Bertha Hertogh opgericht en dit neemt meteen stelling tegen de houding van de Nederlandse consul-generaal, die volgens hen onjuist heeft gehandeld. Hij heeft géén protest aange tekend tegen het tweede deel van de uitspraak, namelijk dat Bertha kan verblijven in het Social Welfare Department en niet in een door Nederland gecontroleerde verblijfplaats (Nederlands consulaat of andere instelling). Zo blijven immers de contacten met Che Aminah in stand. In de nieuwe beroepszaak krijgt Che Aminah rechtsbijstand van advocaat mr. C. Withers Paine. Hij wordt gezien als een van de beste advocaten van Singapore en er wordt beweerd dat hij betaald wordt door de MWA. Hij toont aan dat er talrijke juridische onjuist heden ten grondslag liggen aan de uitspraak van 19 mei 1950. Er is onvoldoende onderzoek verricht hoe Bertha bij Che Aminah is gekomen, of de ouders Bertha wel konden opvoeden en, in dit stadium belangrijk, of Bertha christen is of toch mohammedaans. De uitspraak van het door Che Aminah inge stelde beroep komt op 28 juli 1950. Een desas- De Waterschans 4 - 2012 140 treus vonnis voor de ouders, want Bertha mag bij Che Aminah blijven. Waarom nu plotseling weer deze wending? De juridische uitleg komt van de heer Bervoets, kantonrechter en voorzitter van Comité Bertha Hertogh te Bergen op Zoom. Volgens hem gaat het om de formele grondslag van het vonnis. Zo hadden haar ouders zelf als eisende partij moeten optreden in plaats van de consul- generaal en speelt de domiciliekwestie een belangrijke rol in de Engelse rechtspraak. Plaats van handeling is Singapore en niet de woonplaats Trenggau, 600 km noordelijker. De regels omtrent de voogdij worden niet meege nomen in het vonnis, omdat niet aan alle wette lijke eisen is voldaan. De rechter beoordeelt niet meer de inhoudelijke vraag. Wie is deze meneer Bervoets en welke rol speelt hij in het geheel? Het begint bij het Rode Kruis. Toen de problemen rond hun dochter Bertha zich opsta pelden, zocht de heer Hertogh hulp bij deze organisatie. In eerste instantie was het Rode Kruis intensief betrokken bij de problemen van de familie, waarbij een medewerkster, mevrouw Houtman, zeer actief was. Al snel bleek echter dat het bestuur van het Rode Kruis niet berekend was op deze exclusieve taak, waarna op hoog niveau de beslissing werd genomen een speciaal comité samen te stellen. Daarop volgend is het Comité Bertha Hertogh opgericht, bestaande uit mr. J.P. Bervoets, kantonrechter te Bergen op Zoom als voorzitter, de heer F. Houtman (echtgenoot van de Rode Kruis-medewerkster) als secretaris en de heer H.C.M.Defoer, directeur van N.V. Van Mierlo en Zn. als penningmeester. Leden zijn wethouder mr. J. Kuijpers, notaris H.J. van Gruting, J. van der Linde en J.G. Siebelt. Uitgangspunt van het comité is het "algemeen gevoelen dat deze schrijnende aangelegenheid niet dient te worden beschouwd als een lokale aangelegenheid, maar een erezaak voor geheel Nederland, ja zelfs dat een beroep moet worden gedaan op het wereldgeweten om dit schreeuwend onrecht ongedaan te maken". Er wordt op regeringsniveau aandacht gevraagd voor Bertha, omdat men de indruk heeft dat de rechtsgang in Singapore tot op heden stuntelig is verlopen, uitmondend in de nega tieve uitspraak van het Hof van Appèl. Naast ondersteuning in materiële zaken blijkt uit de verslagen dat het comité de familie Hertogh vooral juridisch bijstaat in deze onverkwik kelijke zaak. In Singapore is dat ook niet onopgemerkt voorbij gegaan. De talloze brief wisselingen tussen de heer Bervoets en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, alsmede met het consulaat-generaal in Singapore laat een bemoeienis op hoog bestuurlijk niveau zien. In zijn requisitoir op 2 december 1950 wordt het Comité Bertha Hertogh uit Bergen op Zoom genoemd door rechter Brown. Met name de samenstelling van het bestuur maakt indruk op de rechter; zij kunnen volgens hem waken over het welzijn van het kind. Een taak die ze later wel heel letterlijk hebben opgevat. Een onvoorspelbare ontwikkeling Terug naar eind juli 1950. Bertha mag bij Che Aminah blijven, maar deze vertrouwt het niet. Omdat zij niet wil dat Bertha van haar wegge nomen wordt stemt zij in met een huwelijk. Door de uithuwelijking van Bertha aan de 22-jarige Inche Mansor Adabi hoopt ze de toekenning van 28 juli te bestendigen, maar dit gebeurt zonder de mogelijke juridische consequenties te overzien. Bertha is op dat moment dertien jaar. Op 1 augustus 1950 vindt de huwelijksplech tigheid plaats tussen Maria Huberdina Hertogh en Inche Mansor Adabi. Het huwelijk is gearran geerd door de voorzitter van de Muslim Welfare Association en de stiefvader van Mansor, de heer Majid. Het is wereldnieuws: dat kleine meisje Bertha als mohammedaanse bruid. In Den Haag worden zelfs kamervragen gesteld aan de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Stikker. De Nederlandse regering geeft aan dat zij vindt "dat de ouders een onvervreemdbaar recht op de verzorging en opvoeding van hun kind hebben". Het huwelijk wordt als gear rangeerd bestempeld en daarmee onwettig verklaard. Maar in de Maleisische wetgeving, de islamitische adat, is het huwelijk van een dergelijk jong meisje wel gerechtigd, mits zij geslachtsrijp is. Er komt een nieuwe rechtszaak, omdat de ouders in beroep gaan tegen het vonnis van 28 juli 1950. Dit proces is niet meer toegespitst op het conflict tussen twee vrouwen over wie de waarheid spreekt inzake het 'bezit' van Bertha, maar handelt over de islamitische adat, de huwelijkswetgeving. 141 De Waterschans 4 - 2012 FAUSTD NUMINE BERGA VICTRIX

Periodieken

De Waterschans | 2012 | | pagina 13