het belang van zijn militaire talenten en brach ten 9000 gulden bijeen om hem in staat te stel len opnieuw een regiment te lichten waarmee hij eind augustus naar de Nederlanden trok. Hij onderscheidde zich in 1585 bij de verdediging van Antwerpen, ondanks het feit dat zijn regi ment (ingekwartierd in Borgerhout) revolteerde en Morgan zich genoodzaakt zag twee van zijn kapiteins te laten executeren om de orde te her stellen. Na de val van Antwerpen (17 augustus 1585) werd Thomas Morgan benoemd tot militair gouverneur van Vlissingen. Hier had hij "op een winterdag, twee dagen na Kerstmis" een toevallige ontmoeting met Marnix van Sint- Aldegonde waarbij beide mannen de politieke situatie bespraken en de wenselijkheid uitspra ken dat Engeland zich zou mengen in de oorlog in de Nederlanden.12 Misschien werd hier ook de basis gelegd voor het latere huwelijk van Charles Morgan en Elizabeth van Marnix. Niet veel later kreeg Thomas Morgan onder Robert Dudley (1532-1588), 1st Earl of Leicester, het commando over de vesting Rijnberk (Rheinberg) tijdens het beleg van die plaats door Parma.13 Het zogenaamde Geuzenglas waarin ook Thomas Morgan zijn naam graveerde. Collectie Rijksmuseum Amsterdam, «foto's gescand uit het Bulletin van het Rijksmuseum 43/2 (1995). Hierna eiste Morgan het gouverneurschap op van Bergen op Zoom, waarbij de Staten-Gene- raal hem steunden. G. Juten geeft hierover de volgende details uit het stadsarchief van Bergen op Zoom:16 Bij brieven van 3 Febr. 1587 gelast Leycester den kolonel van een regiment voetvolksir Thomas Morgan, "om den tieuteuant gouverneur der stede van Bergen op Zoom met raet ende daet t'assisteeren." De stedelijke regeering verklaart 13 April 1587 op verzoek van Thomas Morgan "collonnel ende jegenwoordich gouverneur deser stadt midsgaders van Thomas Loevel, sergeant major: warachtich te zyne, dat ten tyde als de voirseide gouverneur en sergeant sijn opgetreden in hen gouvernement, ampt ende commissie - dit is geleden omtrent twee maenden - de gemeene saecken ende oirlochshandel alhier zeer confuse- lijck ende in quader gesteltenisse hebben bevon den deur sekere alteratien en anderssins mits de cleyne ordre, die onder den garnisoene gehouden werdden, ende dat alle dese confusien deur hun experientie, ervarentheyt ende cloecheyt zijn ter nedergeleght. Geen wonder, dat in de vergadering van 31 Juli d.a.v. besloten werd aan "den voirgaenden gouverneur" een belooning toe te kennen, waar schijnlijk bij zijn reis naar Engeland. Zijn opvol ger was Sir William Drurey, ridder, doch zoodra Morgan weer in Bergen op Zoom is teruggekeerd, wordt hij 24 Sept. 1588 opnieuw aangesteld tot gouverneur. Om de pil van Drurey wat te vergul den, kreeg deze het bevel over de verdedigings werken buiten de stad. De verstandhouding tusschen beide bevelheb bers was verre van vriendschappelijk, zoodat prins Maurits genoodzaakt was persoonlijk in te grijpen. In overleg met generaal de Villers werd 13 October 1588 Drurey van zijn commando ontheven en de zorg over geheel de vesting opgedragen aan Mor gan. Morgan had van de stad het "hooge huys" in de Wouwsche straat tot woning gekregen. Het gouverneurschap van Bergen op Zoom was door de Staten-Generaal toegezegd aan Tho mas Morgan, maar de opvolger van Leicester, Lord Willoughby, probeerde deze toezegging te negeren en de functie aan een ander te geven.15 Gefrustreerd ging Morgan in de lente van 1587 naar Londen waar koningin Elizabeth I hem niet alleen ridderde voor zijn verleende diensten, De Waterschans 4 - 2012 126 maar ook brieven meegaf voor Willoughby met de opdracht om Thomas Morgan te benoemen tot militair gouverneur van Bergen op Zoom en tot luitenant-kolonel van de Engelse troe pen in de Nederlanden. Willoughby legde deze opdrachten echter naast zich neer en Morgan schreef aan Elizabeth I dat hij nu moest uitzien naar een andere baan. In deze periode organi seerde hij het terugzenden van Engelse troepen naar Engeland om daar de Spaanse Armada te kunnen weerstaan. Op 18 september 1587 keerde hij naar Bergen op Zoom terug, nu met een aanstelling van de Staten-Generaal die Wil loughby wel moest accepteren.16 Thomas Morgan was militair gouverneur van Bergen op Zoom van 1587 tot in 1593.17 Als zoda nig leidde hij in 1588 de verdediging van de stad tijdens de eerste belegering door de hertog van Parma.18 In 1593 lieten de Staten van Holland hem onverwacht weten niet langer behoefte te hebben aan een gouverneur in Bergen op Zoom. Morgan keerde terug naar Engeland waar hij op 18 december 1595 zijn testament maakte en vier dagen later, op 22 december, overleed in New Fulham (nu Fulham, een wijk in Londen). Daar werd hij ook begraven in de All Saints Church. Vanaf het begin in 1572 werkte Thomas Mor gan regelmatig samen met zijn collega-officier Roger Williams (circa 154-0-1595) die eveneens uit Monmouthshire in Wales kwam.19 Williams publiceerde twee militaire handboeken en (pos tuum) een verslag van zijn ervaringen in The Actions of the Low Countries (1618).20 Mogelijk stond hij model voor de persoon van Fluellen in het toneelstuk Henry Vvar\ Shakespeare. Morgan en Williams waren beiden in de directe nabijheid van de prins toen Willem de Zwijger op 10 juli 1586 in Delft werd vermoord.21 Thomas Morgan en Roger Williams maakten naam als organisator van een opleiding voor officieren. De eenheden die zij vanaf 1576 lichtten, kregen een gedegen training en vormden de eerste Engelse legereenheden die met musket en haakbus kon den omgaan. Thomas Morgan lijkt zichzelf te hebben gecom promitteerd door op 11 januari 1589 Anna de Merode (1565-1636) te schaken en haarvanuit Dordrecht mee te nemen naar Bergen op Zoom. Op 31 januari 1589 trouwden zij daar, een huwe lijk ver boven zijn stand.22 Anna de Merode liep - samen met haar jongere zuster Odilia (Ottilia; 1571-167?) - van huis weg omdat haar ouders voor haar een huwelijkskandidaat hadden uitge zocht die ongoddelicker religie (katholiek) was en binnen de ressorte des viants onthoudende, direc- telijck contrarie de wille ende goede intentie der goeder jouffrouwe.23 Verder stelt deze verklaring, opgesteld te Bergen op Zoom op 27 januari 1589 en geadresseerd aan de president ende Raeden van Holland, Zeelant ende Vrieslant, ook dat er reeds gedurende een lange wijle sprake was van een affectie tussen beiden en dat Anna de Merode in alder eerbaerheyt liever de partije van Godt haer toegeschickt heeft willen kiesen ende dijenvolgende de wille van haeren ouders te buyten gaen dan tegen consciëntie ende de wille Godts.u Er was dus ondanks het grote leeftijdsverschil duidelijk sprake van een huwelijk uit liefde. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren, twee zonen Morricegenoemd naar prins Maurits, en Edward) en twee dochters (Anna en Catha- rina).25 Edward, de oudste zoon, overleed jong. Anna trouwde met Bertram Quad zu Wickrath (1581-1636), telg uit een adellijke familie uit het Duitse Rijnland (Wickrath is nu een voorstad van Mönchengladbach). Zij overleed op 18 juli 1625 en was de moeder van twee zoons en een dochter. De oudste daarvan was Wilhelm Tho mas Quadt, Herr zu Wickrath (1620-1670). Mau rits is waarschijnlijk de Morgan die op 20 maart 1632 als opvolger van Justinus van Nassau (zijn stiefvader) werd aangesteld tot kapitein.26 Na de dood van Morgan hertrouwde Anna de Merode in 1597 met admiraal Justinus van Nas sau (1559-1631), een Bredase bastaardzoon van Willem van Oranje die later gouverneur van Breda werd. Het huis dat hij als residentie in Breda liet (ver)bouwen op de hoek van het Kasteelplein en de Cingelstraat staat er nog steeds.27 Anna overleefde ook haar tweede echtgenoot en werd na haar overlijden bij hem begraven in de Hooglandse Kerk in Leiden, waar een monumentale grafsteen aan hen herin nert.28 Duidelijk is dat uiteindelijk haar huwelijk met Thomas Morgan noch voor hem noch voor haarzelf reputatieschade heeft opgeleverd. Morgans compagnon in deze schaking was kapitein Thomas Knollys (ook wel Knowles, en Knollis of Knolles in de Nederlandstalige bron nen) die met Odilia de Merode trouwde.29 Tho mas Knollys (circa 1555 - in of na 1596) was het zevende kind van Sir Francis Knollys (1516- 127 De Waterschans 4 - 2012 FAUSTQ NUMINE BERGA VICTRIX

Periodieken

De Waterschans | 2012 | | pagina 6