De ontdekking van de Marco Vermunt In december 2011 werden tijdens saneringen en rioolwerken in de Stationsstraat de resten van de middeleeuwse Wouwsepoort terug gevonden. De poort bleek groter dan verwacht en bevatte bovendien onderdelen uit meerdere bouwperioden. Eerder in 2011 begonnen de voorbereidin gen voor het vervangen van het riool in de Stationsstraat. De werkzaamheden moesten gecombineerd worden met een sanering van vervuilde grond, vermoedelijk het resultaat van het wegsijpelen van chemicaliën in de wasserij die jarenlang tegenover V&D gevestigd is geweest. Zoals gebruikelijk, zou het werk begeleid worden door een archeologisch onderzoek, omdat bekend was dat op deze plaats één van de middeleeuwse stadspoorten had gestaan. Deze aanpak had al in 2008 geleid tot de ont dekking van de middeleeuwse Bospoort in de Antwerpsestraat en in 2011 tot de vondst van een oude stadspoort in de Koepelstraat. De renovatie van een riool gaat tegenwoordig gepaard met het aanleggen van een gescheiden stelsel, wat meer grondverzet vraagt omdat twee buizen naast elkaar gelegd moeten wor den en tegelijk alle huisaansluitingen vervangen worden. In de Stationsstraat kwam daar ook nog de sanering bij, gemiddeld tot anderhalve meter diep over de volle breedte van de straat. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt zou je dan eerst een archeologisch onderzoek uitvoeren om het poortgebouw en andere archeologische resten te documenteren. De blootliggende resten zouden vervolgens bepalend zijn voor de aanleg van nieuwe rioolleidingen, uitgaande van de regel dat zo weinig mogelijk vernield wordt. Een dergelijke aanpak wordt soms in oude bin nensteden gevolgd, maar is erg kostbaar en in dit geval niet haalbaar. Bovendien golden hier nog de beperkingen van de vervuilde grond, zodat een opgraving alleen gedaan zou kunnen worden door archeologen die ook bevoegd zijn om saneringen uit te voeren, of omgekeerd, door een saneringsbedrijf dat ook archeolo gisch werk kan verrichten. Beide opties zijn erg duur. In het geval van de Stationsstraat werd de afspraak gemaakt dat de gemeentelijke arche ologen het graafwerk zouden begeleiden, dat de sanering zich zou beperken tot de vervuilde grond en dat er geen muurwerk van de poort onnodig zou worden afgebroken. DE RESTEN VAN DE POORT Het werk startte in december 2011 en al snel werd muurwerk van de Wouwsepoort gevon den. Ter hoogte van de perceelscheiding van Stationsstraat 10 en 12 lagen op 65 centimeter onder het asfalt twee parallelle muren, die de meest oostelijke doorgang van de voorpoort vormden. Deze bestond uit baksteen die aan de zichtzijde met Gobertange steen was afgewerkt. Aan beide kanten waren dikke scharnieren van deuren aanwezig. Ook waren er resten van een oude bestrating met keitjes. De doorgang van de opening was ongeveer vier meter breed. Het formaat van de stenen, 5 x 10 x 21 centimeter, wees op een bouwtijd in de vijftiende eeuw. Het straatpeil lag in die tijd 1,40 meter lager dan tegenwoordig. De Waterschans 1 - 2013 6 Afb. 1. Het voorfront van de poort, noordzijde. Voor de muur loopt een oude gasleiding. Daarachter is nog de 'duim' van de poortdeur te zien Ivergelijk afb. A-C}. Omdat het rioolwerk tijdelijk werd gestaakt vanwege de sanering, kon het verdere verloop van de muren in de richting van de binnenstad nog niet gevolgd worden. Eerst werd een groot gedeelte van de straat langs V&D één meter diep ontgraven. Precies op die diepte kwam een omvangrijke fundering van de Wouwsepoort tevoorschijn, die verder helemaal met de hand werd vrijgelegd. Na een tussentijdse labora toriumtest van de grond bleek gelukkig dat de sanering hier niet dieper hoefde en dat deze funderingen dus op hun plaats konden blijven zitten. Vanwege het archeologisch onderzoek bleef de kuil wat langer open liggen. De restan ten bestonden uit een tien meter lange en 1,20 meter brede muur van felrode grote bakstenen (formaat 5,5 x 12,5 x 26 cm), die aan de noordzij de voorzien was van een aantal grote steun beren. Het baksteenformaat wees op een bouw tijd in de eerste helft van de veertiende eeuw. Langs de zuidzijde van de muur lag straatwerk van het soort keitjes, dat al eerder waargeno- en was. De muur was de noordelijke van twee parallelle muren die samen de eigenlijke poort doorgang vormden. De zuidelijke tegenhanger bleef grotendeels onder het asfalt verborgen en zou ook later niet meer worden blootgelegd, omdat aan die kant geen sanering nodig was. Afb.2. De noordelijke muur van het poortgebouw, gezien in oostelijke richting. Deze lag ongeveer een meter onder het asfalt. 1 De Waterschans 1 - 2013

Periodieken

De Waterschans | 2013 | | pagina 4