De oude en nieuwe Bospoort werden in 1598
met muren aan elkaar verbonden. Van deze situ
atie maakte Valentijn Klotz in 1671 een tekening.
Net als bij de Wouwsepoort het geval was, be
stond de oude Bospoort toen alleen nog uit de
rechthoekige onderbouw, waarop een houten
huisje was gezet waarin het valhek kon worden
opgetakeld.
Na 1700 werd het Bosse bolwerk omgebouwd
tot bastion Coehoorn. De oude poorten gingen
volledig tegen de vlakte en een nieuwe poort
met brug kwam ervoor in de plaats7. Deze stond
op de kruising Coehoornstraat-Koepelstraat. In
2011 werden delen van deze poort tijdens riool-
werk aangetroffen.
Een mysterieuze kelder
Tijdens het rioolwerk ter hoogte van de voorpoort
of barbacane van de eerste Bospoort, stuitte
men op een massief blok metselwerk, waarin
zich een rond gat bevond. Het lag 1,80 meter
onder de straat en vormde een hindernis voor
het nieuwe riool. Een test met een zaklamp gaf
als uitkomst dat hier een onderaardse ruimte
lag. Met de graafmachine werd de grond rond
om verwijderd.
Het bleek te gaan om een overwelfde, bijna vier
kante ruimte van (inwendig] 2,90 bij 3,55 meter
en minstens 2,50 meter hoogte. De kwaliteit van
het metselwerk (in tras) en het steenformaat
Wh x IOV2 x 22 centimeter) maakten direct dui
delijk dat het om een constructie uit de acht
tiende eeuw ging, vergelijkbaar met de vesting
werken. De kelder of kamer was tussen de twee
muren van de middeleeuwse voorpoort gebouwd
en had aan de noordelijke zijde een deuropening
die eerst dichtgemetseld was, maar later weer
was opengebroken. Aan die kant had het bouw
sel twee halve bogen die aansloten op het front
van de oude Bospoort.
Inwendig zat de ruimte halfvol zand, dat via een
stortgat(?) in de noordoostelijke hoek naar bin
nen was gestroomd. Op de grond waren sporen
te zien van graafwerk, alsof iemand op zoek was
geweest naar de onderkanten van de muren.
Wat is de functie van deze kamer geweest?
Ongetwijfeld was het een onderdeel van de
vestingwerken naar ontwerp van Menno van
Coehoorn. De kamer komt echter niet voor op
de kaart van ondergrondse fortificatiën uit de
negentiende eeuw. Ter plekke heeft ook nooit
een gebouw gestaan. De dichtgemetselde deur
en de twee rare spaarbogen zouden er op kun
nen wijzen, dat de kamer via een provisorische
houten trap bereikbaar was, maar dan alleen
in noodgevallen, nadat er eerst een kuil naast
de deuropening gegraven was. De grondbogen
zouden dan het snel uitgraven hebben beveiligd
tegen instorten van de putwanden.
want als de vijand eenmaal een bastion had
veroverd, kon hij zo de stad binnenlopen. Mis
schien was er een parallel met de onderaardse
gangen onder ravelijn Antwerpen, die een paar
jaar geleden gevonden werden. Dat waren geen
echte tegenmijngangen maar gangen naar stra
tegisch geplaatste springladingen, bedoeld om
de vijand op te blazen als die eenmaal het rave
lijn ingenomen had. Wellicht had men dezelfde
gedachte bij het bastion Coehoorn, namelijk om
dit op te blazen zodra de vijand er voet op zou
zetten. Het plan is in elk geval nooit uitgevoerd,
net zo min als ravelijn Antwerpen ooit de lucht
in is gegaan. De kamer moet dan beschouwd
worden als een onvoltooid restant van de ves
tingwerken.
Noten
Een mogelijke verklaring is, dat de kamer een
beginpunt vormde voor het graven van mijngan
gen. In dat geval zouden de muren op redelijke
diepte voorzien zijn geweest van boogopeningen,
die met halve stenen waren dichtgemetseld.
Door die open te breken kon een begin worden
gemaakt met het graven van de mijngangen
wanneer de vijand dicht naderde. Helaas was er
geen tijd om goed onderzoek naar te doen naar
het bestaan van zulke openingen. Tegenmijn
gangen onder een bastion waren echter zinloos,
Afb. 10: De onderaardse kamer met deuropening: rechts een van de spaarbogen die tegen het metselwerk van de middeleeuwse
Bospoort rust. Foto gemeente BoZ.
De Waterschans 3 - 2013
102
1 M.Vermunt, 'De geheimen van de Koepelstraat: enkele
bijzondere archeologische vondsten bij het vervangen van de
riolen in de Koepelstraat, Lindebaan en Korte Bosstraat',
De Waterschans XLII-1 12012), 8-15.
2 M.Vermunt en A.van der Kallen, Archeologische Rapporten 28:
Archeologisch onderzoek huis Sint Joris. Huijbergsestraat 2-A
(Bergen op Zoom 2013).
3 M.Vermunt, 'De ontdekking van de Wouwsepoort',
De Waterschans XLIII-1 (2013), 6-13.
A W.A.van Ham, 'De stadspoorten van Bergen op Zoom 3',
De Waterschans XXI-3 (1991), 5Z-58.
5 Andere vruchtbare gronden lagen in Noordgeest,
Oud Borgvliet en ten westen van de Borgvlietsedreef.
6 W.A. van Ham, 'De voorsteden. Verkenningen in middeleeuws
Bergen op Zoom 7', De Waterschans XVI-4 (1986), 65-75.
7 Van Ham, De Stadspoorten.
Afb. 11: De positie van de onderaardse kamer uit de achttiende
eeuw, ingeklemd in de middeleeuwse Bospoort.
103
De Waterschans 3 - 2013