ïfcyr R riLl H' l 8 -;-v- v. WMl 'vi iVv - -"'"cw A.M. Bosters In Waterschans IV-2005 heb ik op basis van een eerste inventarisatie een overzicht geboden van begijnen die uit Bergen op Zoom afkomstig wa ren en op diverse begijnhoven leefden. Nadien werden er door mij nog meer begijnen en aan vullende gegevens gevonden. Begijnen zijn uit genealogisch oogpunt lastige personen, want zij trokken weg uit hun geboor teplaats, waren ongehuwd en leefden in alle vroomheid teruggetrokken en afgezonderd van de buitenwereld. In de archieven komen zij wel iswaar soms voor, maar gegevens over hen zijn schaars. In dit artikel worden de nieuw gevonden gegevens vermeld en uitgewerkt. De begijnen die in de vijftiende en zestiende eeuw voorkwa men op het begijnhof van Bergen op Zoom blijven in deze bijdrage buiten beschouwing. Zij worden uitgebreid beschreven in de zojuist verschenen brochure Het begijnhof en zijn begijnen van Bergen op Zoom (1498-1580), Voorburg 2013, eveneens van mijn hand. Johanna Braat werd op 23 juli 1737 te Bergen op Zoom gedoopt en deed in 1764 haar professie als begijn op het begijnhof van Breda. Zij was een dochter van Arnoldus Braat en Antonia Hoeijber- gen. Arnoldus Braat was koopman te Bergen op Zoom. Johanna Braat bleef echter geen begijn. Dertien jaar na haar professie verliet zij het begijnhof.1 Zij zal de Johanna Braat zijn die nog datzelfde jaar, op 18 oktober 1777, te Bergen op Zoom huwde met de in Meer geboren Thomas Kerssemans. Haar vader Arnoldus Braat kocht in 174-1 het huis 'Den Doornboom' op de Grote Markt bij de Sint Gertrudiskerk.2 Hij was ook eigenaar van het huis 'Onse Vrouwe' op de hoek Afb. 7: Zusterke begijn, 18e eeuw. Uit: Begijnen en begijnhoven in Antwerpen en Brabant, Brussel, Algemeen Rijksarchief, 1994. van de Kremerstraat en de Grote Markt, want in 174-9 ontving hij 600 gulden schadevergoeding voor de opgelopen schade in 1747 bij het beleg van Bergen op Zoom.3 Margaretha Cornelia Brouwers (1660-na 1727) en Cornelia Brouwers (1663-na 1727) waren dochters van Gillis Brouwers en Catharina De Waterschans 3 - 2013 110 i vfïiöTfi,*., M rtr~~* rite** *7 1 LCi IWiHti,,. ?A Bp- f M ^tStrSw £yr u 1 t. .i - r x jt'i 6* rv" "i v»>/>. "i? j *4' r r<S - - >-/< T.y/vv/ r*T -sU* i <f li ft i k'M .- Aft. 2: Het 7iu/'s 'De Drije Vriesenachter de stadsmuur en de waterpoort. Fragment van een tekening van Barnardus Klotz, 1671. Moermans. Zij waren aanvankelijk begijn te Gent, later te Mechelen. De dames waren gefortuneerd en droegen met name het Wilhelmietenklooster te Huijbergen, waar hun broer verbleef, een warm hart toe. Zij gaven het klooster enige duizenden guldens tegen een lage rente om schulden af te lossen en in 1727 losten zij voor het klooster een hypotheek van 4.000 gulden af.4 Ook hadden zij verschillende bezittingen te Bergen op Zoom. Zo hadden zij een procuratie gegeven aan Nor- bertus van der Creke, rentmeester van de mar kies, om namens hen een huis, erf en schuur genaamd 'De drije Vriesen' ofwel 'De Tambour' op de Zuidzijde Haven bij de Waterpoort voor 373 gulden aan Govert de Hondt te verkopen.5 Dit huis, dat later werd afgebroken, is te zien op een tekening van Bernardus Klotz uit 1671.6 Binnen de oudste ge neraties van de familie werd een zegel en wapen aangetroffen van Martinus Brouwers (1603-1680) die burge meestervan Bergen op Zoom was. Het stelde een wereldbol voor, omgord en gekruisd.7 Catharina van de Creecke, geboren rond 1625 en op 1 februari Afb. 3: Wapen Brouwers. 1693 te Mechelen overleden, was een dochter van Jan van der Creecke, lakenkoopman en Matthijsa Willibrords Bosschaert. Zij was begijn te Mechelen op het Groot Begijnhof. Zij werd begraven in de kerk aldaar met op haar grafzerk de volgende tekst8: SEPULTURE VAN Jo. CATHARINA VAN DER CREKE GHEBOREN TE BERGEN-OP-SOOM BEGIJNTJEN GESTORVEN ALHIER DEN 1 FEBRUARI 1693 BIDT VOOR DESIELE Van haar tante Cornelia Willibrords Bosschaert erfde zij met haar broer Pieter Willibrords van der Creecke een hoeve van 33 gemeten land onder Kruisland en Roosendaal.9 Voornoemde broer Pieter was later advocaat en rentmeester, respec tievelijk te Oudenbosch en Fijnaart. Catharina van der Creecke was te Mechelen eigenaresse van de windmolen van het Bruijne Cruijs bij de Kathlijnepoort, waarop zij een hypotheek had gevestigd. Na haar overlijden ging deze over op haar zuster Johanna van der Creecke, die gehuwd was geweest met wijlen de kapitein Francois de Witte.10 Deze molen bij Mechelen is dezelfde molen die Matheus van Indevelde in gebruik en bezit had in de jaren 1510-1525. Zijn zoon Jan van In nevelt week als molenaar vanuit Mechelen uit naar Roosendaal, waar hij een uitgebreid nage- lll De Waterschans 3 - 2013 c- V UAi. .At*'- l t V\ 4 I u

Periodieken

De Waterschans | 2013 | | pagina 14