op de noordelijke helling van de stadsgracht. De stadsmuur was 2,37 meter breed en was aan de land- of grachtzijde bekleed met Gobertange. De bovenkant van de muur lag ongeveer ander halve meter diep onder de straat. Het is goed mogelijk dat er onder de kelders van de huizen van de Antwerpsestaat nog meer resten van de stadsmuur liggen. Afb.2: De aangetroffen muren van de Bospoort [rood] en aanvullingen op basis van sporen [oranje], A= Hoofdpoort; B= Voorpoort of barbacane; C=fragmentje van de torenfundering [geel] met hypothetische reconstructie. Van de aarden wal uit de dertiende eeuw werden geen sporen meer gevonden. De Waterschans 3 - 2013 98 Precies in het hart van de stadsmuur verbreed de de Bospoort naar de voorpoort of barbacane. Deze bestond uit twee parallelle muren van elk 1 meter dikte. De totale breedte bedroeg 7 meter; inwendig was hij 5 meter breed. Helaas kon de lengte van de barbacane niet vast gesteld worden. Hij moet tenminste 9 meter lang zijn geweest. De bovenzijde van het muurwerk lag ruim 1,60 meter onder de straat, nauwelijks hoger dan de rioolbuizen. Een groot deel onttrok zich dus aan de waarneming. De hoofdpoort, de barbacane en de stadsmuur waren tegelijk gebouwd. Alles was opgetrokken uit rode baksteen met het formaat 6 x 12 x 26 centimeter, in zachte witte kalkspecie (10 lagen 77 cm). Het zuidelijke gedeelte van de hoofdpoort stak twee meter in de gracht en was daar traps gewijs op de helling van de gracht gemetseld. Dit toont aan dat de gracht al bestond toen de poort gebouwd werd. Afb.3: Fragment van de stadsmuur uit de veertiende eeuw, recht onder Antwerpsestraat 9. Foto Jason Muller. Schriftelijke bronnen De oudste vermelding van de Bospoort dateert uit 1399. Aangenomen wordt, dat de poort samen met de stenen omwalling in het tweede kwart van de veertiende eeuw gerealiseerd werd. Het aangetroffen steenformaat van de Bospoort, dat vrijwel identiek is aan het middelste gedeelte van Wouwsepoort, sluit daar goed bij aan. In 14-82 is sprake van 'het ghelint' buiten de Bos poort, waarmee misschien de voorpoort of een constructie aan de overkant van de gracht be doeld werd. In 1507 noemt men dit 'het bolwerck'. In 1514- werden twee torens aan weerszijden van de voorgevel gebouwd. Deze waren net zo hoog als het dak van het gebouw en werden in 1598 door Aalbrecht Tot Vadder getekend (als kopie van een oudere prent)4. Vanwege het reeds ge melde gebrek aan graafwerk onder de stoepen, kon van deze torens nauwelijks iets teruggevon den worden, op één klein fragmentje na. Tegen de stadsmuur, op de hoek tussen muur en voor poort, bevond zich een secundaire klamp van rode bak steen met een for maat van 41/2/5 x 9 x 18 centimeter. Waarschijnlijk is dit de aanzet geweest van een van de to rens, die aan de land zijde van de stads muur stonden op de overgang van hoofd poort naar voorpoort. Afb.4: Detail van de tekening van Aalbrecht Tot Vadder uit 1598. Het Bergse Bos De bouw van de Bospoort betekende een grote verandering voor het zuidelijke gedeelte van de binnenstad. De zigzag verlopende Bosstraat werd nu de belangrijkste toegangsweg naar de Grote Markt. De oudere toegangen via de Hoogstraat en de Huijbergsestraat werden door de stads muur afgesloten. Buiten de Bospoort werd een landweg aangelegd die de huidige Antwerpse straat volgde, over het voormalige Plein XIII, tot bijna tegen de Erasmuslaan. Daar maakte de weg een knik naar het noordoosten om aan te sluiten op een viertal oudere landwegen: de meest zuidelijke via de Galgenbaan en Vondellaan naar de Oude Huijbergsebaan, ten noorden ervan de oorspronkelijke weg naar Huijbergen die via de Kerkstraat en Huijbergsestraat naar het voorma lige Cort Heijligersterrein leidde en vervolgens aansloot op de Huijbergsebaan, daarboven de Balsebaan die aansloot op de Balsedreef, en een 99 De Waterschans 3 - 2013 FAUSTD NUMINE BERGA VICTRIX

Periodieken

De Waterschans | 2013 | | pagina 8