vader en zijn broer Johannes Casimirus die zich
als arts in Bergen op Zoom gevestigd had, maar
een maand later wordt in de krant vermeld dat
Charles Ludovicus de Meulemeester op 46-jarige
leeftijd is overleden na een 'smartvol doch gedul
dig lijden, geheel onderworpen aan Gods Heiligen
Wil, en tijdig voorzien van de HH. Sacramenten
der stervenden'.3
De 30-jarige weduwe liet zich blijkbaar niet uit
het veld slaan door deze ingrijpende gebeurtenis
sen, want ze vatte het plan op om in de Steenberg-
sestraat een paleisachtig onderkomen te laten
bouwen voor zichzelf, de vier kleine kinderen en
haar vier jaar jongere zusje Othilia, die bij haar
inwoonde. Buiten een forse portie levenslust had
ze ook een flink kapitaal achter de hand: de ver
koop van de oesterkwekerijen aan de Water
schans had 800.000 gulden opgeleverd plus voor
200.000 gulden aandelen in de vennootschap
waaraan de onderneming verkocht was. Het huis
in de Fortuinstraat, dat toch ook al forse afme
tingen had, werd voor 8500 gulden verkocht aan
M. Grimminck, die er een hotel in vestigde dat
later als De Gouden Leeuw bekend zou worden.
Voorbereidingen
Om de bouw te kunnen realiseren moesten twee
bestaande panden gesloopt worden: het groot
ste pand was Den Swarten Ancker aan de noord
zijde, op de hoek van de Steenbergsestraat en
de voormalige Sint-Eeuwoutstraat (thans in par
ticulier gebruik als rijpad tussen de huisnum
mers 27 en 29)C Het was een groot huis met een
flink achtererf dat in de zeventiende eeuw was
ontstaan uit de samenvoeging van het huis
Mattenborch en het huis Den Ancker, dat van voor
1515 dateerde (afb. 4.). Euphrasia verwierf het
pand in 1891 van haarvader, de (inmiddels)
oud-burgemeester P.J.C.F. van Hasselt, die het
pand in 1837 verworven had. Hij woonde zelf in
het naastgelegen pand De Prins van Auvergne
(thans nr. 29) en verhuurde vermoedelijk Den
Swarten Ancker aan garnizoensofficieren van
de Markiezenhofkazerne. In het archief van het
Markiezenhof Historisch Centrum te Bergen op
Zoom bevindt zich een foto, die weliswaar ge
dateerd is in de periode 1910-1920, maar die de
situatie weergeeft van vóór de aanleg van het
spoor voor de stoomtram en daarmee wellicht
zelfs van vóór 1882 dateert (afb. 5). Het is daar
mee waarschijnlijk de oudst bekende foto van
Afb. 4; De Steenbergsestraat ter hoogte van de Antoniusstraat
volgens de maquette van Nézot (ca. 17501. Het huis met het
L-vormige dak is Den Swarten Ancker. Het is nog goed zichtbaar
dat het huis is gevormd door samenvoeging van de panden
Mattenborch en Den Ancker. Rechts daarvan het uit vier achter
elkaar liggende bouwdelen bestaande huis Den Arent.
Links van het grote L-vormige huis het voormalige smalle Sint-
Eeuwoutstraatje, recht tegenover de Sint-Antoniusstraat.
de Steenbergsestraat (en dus ook van het Mar
kiezenhof). De fotograaf lijkt wel positie te heb
ben genomen op het bovenste balkon van het
huis De Mariahoek, maar dat pand dateert van
1900 en bestond dus nog niet ten tijde van de
opname. In elk geval zien we halverwege de
straat, links naast de grote woning van de oud
burgemeester het pand Den Swarten Ancker, een
groot tweelaags woonhuis met kennelijk een
zadeldak met de nok evenwijdig aan de straat,
zoals in de Steenbergsestraat vaak het geval is.
Vaag is ook een privéstoep te herkennen, waar
over later meer.
Het andere pand, Den Swarten Arent of kortweg
Den Arent geheten, is op de foto maar heel sum
mier zichtbaar. Het was een stuk kleiner en
stond voor een deel op de plaats van het pad dat
nu de Steenbergsestraat verbindt met het Mineur-
De Waterschans 4 - 2013
128
Afb. 5: De Steenbergsestraat vóór de sloop van Den Swarten
Ancker en Den Arent. Halverwege de linkerkant van de straat
de pasgebouwde witte drielaags-villa van burgemeester Van
Hasselt. Links daarvan de panden die zijn dochter Euphrasia
zou laten slopen. De militairen op straat hoeven niet bang te zijn
door de stoomtram te worden overreden: de rails was nog niet
aangelegd. Dit gegeven impliceert dat de foto van voor 1882 is.
plein. Het was eigendom van de erven van hor
logemaker Antonie Senten toen Euphrasia het in
1891 kocht.
Den Arent en Den Ancker waren in de zeventiende
eeuw herbergen waar taverniers als Tanneken
Everts, Geeraert Cool en vele anderen hun ne
ring dreven. In 1977 is de afvalput op het voor
malige achtererf van Den Ancker nog onderzocht
door de stichting In den Scherminckel, die er fraai
gedecoreerde steengoedkannen en drinkbekers
aantrof. Volgens Gerrit Groeneweg, die hierover
in 1985 in De Waterschans publiceerde, was er
geen nauwkeuriger datering van de vondsten
mogelijk dan de periode 1650-1700.5 Mogelijk
houden de vondsten verband met de herberg-
functie die Den Swarten Ancker gedurende de
hele zeventiende eeuw had. In later tijd volgden
er minder liederlijke bestemmingen totdat ten
slotte in de negentiende eeuw het hele gebied
ten westen van de Steenbergsestraat in eigen
dom kwam van leden van de familie Van Hasselt.
Niet alleen het perceel van de welbekende Villa
Johanna (thans simpelweg bekend als de Villa
van Hasselt en in gebruik als kantoor van De Kok
Bouwgroep), maar dus ook de enorme percelen
van de oud-burgemeester en zijn dochter. De
achtererven grensden allemaal aan elkaar en
besloegen bijna het hele gebied dat we thans
kennen als het Mineurplein.
Euphrasia keek zoals gezegd niet op een dub
beltje en liet Den Arent en Den Ancker tot en met
de kelders slopen. Als architect nam ze de uit
Bergen op Zoom afkomstige Piet van Genk in
de arm, die enkele jaren eerder de pastorie aan
de Grote Markt (thans dépendance van Hotel de
Draaken het ernaast gelegen woonhuis (thans
café Friends) had ontworpen. Waarom de keus
op Piet van Genk viel - die in Leur woonde - en
niet op bijvoorbeeld zijn oudere broer Kees, is
niet duidelijk. Kees van Genk was in Bergen op
Zoom gevestigd en was dé architect van de late
re negentiende eeuw in de stad. Hij is vermoede
lijk ook de architect van Villa Johanna, die in 1890
werd gebouwd. Misschien speelde hier haar ver
bondenheid met de kerk een rol. Uit verschillen
de momenten in haar leven blijkt dat Euphrasia
veel met de rooms-katholieke kerk ophad. Piet
van Genk was vooral actief als architect van
kerkgebouwen en het zou kunnen dat ze hem
kende vanuit haar 'kerkelijke netwerk'.
De bouwvergunning
Op 22 april 1892 was het zover: de tekeningen
en de bouwaanvraag tot het bouwen van 'een
woonhuis met remise en serre'werden inge
diend bij B&W. Het verkrijgen van een bouwver
gunning verliep op het einde van de negentiende
eeuw blijkbaar vlotter dan tegenwoordig, want
na vijf dagen, op 27 april 1892 ondertekende
burgemeester De Roock de vergunning 'behou
dens nadere beslissing omtrent het plaatsen van
palen met kettingen op de stoep'.
Gemeenteopzichter Horsten had de burgemee
ster namelijk als volgt geadviseerd: 'Daar bestaan
geene de minste bezwaren tegen het bouwen
van het woonhuis, alleen de hardstenen palen
met afsluitkettingen op de stoep kunnen het pu
bliek verkeer hinderlijk en zelfs met het oog op
den stoomtram, door de kleine afmeting tussen
129
De Waterschans 4 - 2013
FAUSTQ NUMINE
BERQA VICTRIX