aanval en/of belegering voorbereidde, toen vanaf medio december Breda en de dorpen rond Bergen op Zoom in geallieerde handen raakten. Op 13 december kondigde hij de staat van beleg af.2 Dit hield niet alleen in dat het garnizoen zich prepareerde op een mogelijke, vijandelijke aanval, maar ook dat niet meer de burgemeester het in de stad voor het zeggen had, maar gouverneur Bizanet. De taak van maire Vermeulen werd er daardoor niet gemak kelijker op. Ook al niet toen na de val van Breda (10 december) de onderprefect Perre naar Bergen op Zoom uitweek en samen met Bizanet hem met opdrachten bestookte: bijvoorbeeld over de registratie van vreemdelingen, over paspoorten en over rij- en trekpaarden.3 Het afkondigen van de staat van beleg riep kennelijk bij veel burgers vragen op, die zich daarmee rechtstreeks tot de staf van Bizanet of Bizanet zelf wendden. Genoeg reden om Vermeulen op te dragen om 'gezien de omstan digheden' ten stadhuize een medewerker aan te wijzen tot wie de burgers zich konden wenden met vragen.4 Een voorlichtingsambtenaar avant la lettre! Ter voorbereiding op een mogelijk beleg trof Bizanet uiteenlopende maatregelen zoals versterking van het garnizoen, verbeteren van de vestingwerken, vorderen van opslagruimten en aanleggen van een voedselvoorraad voor drie maanden. GARNIZOEN De eerste zorg van Bizanet was de versterking van het garnizoen. Begin december beschikte hij over 1.000 man. Eind december telde het garnizoen ongeveer 5.000 manschappen: 4 bataljons infanterie (12e 17e, 21e en 5le regiment van linie), 1 compagnie artillerie, 1 compagnie mineurs en 400 mariniers. Deze bracht men onder bij Bergenaren die daarvoor een vergoeding ontvingen. Bovendien waren er 'kazernes', door particulieren verhuurde ruimten waar enige tientallen militairen huisden. Gezien het grote aantal rekruten baarde hun ongeoefendheid commandant Bizanet extra zorgen. Hij startte dan ook direct dagelijkse, intensieve oefeningen. In de periode van eind december tot begin maart raakte Bizanet honderden soldaten, voorna melijk jonge rekruten, kwijt. Zij voorvoelden het einde van het keizerrijk en vluchtten naar huis. Bij een wapenschouw begin maart telde het garnizoen circa 2.700 manschappen. Gemakshalve wordt in dit artikel gesproken over de 'Fransen'. De soldaten in het Franse leger waren voor een heel groot deel afkomstig uit de landen die door Napoleon waren gean nexeerd of met wie hij een verbond had. Reden ook waarom er zo veel de benen namen. VESTINGWERKEN Na de verovering van Bergen op Zoom door de Fransen in 1747 waren de vestingwerken weliswaar direct gerepareerd en hier en daar ook verbeterd, maar in 1814 was er sprake van achterstallig onderhoud. Vanaf december zette Bizanet naast het garnizoen ook de bevolking in om de schootsvelden5 en de vestingwerken te ontdoen van begroeiing, die het uitzicht belemmerde.6 Op kwetsbare punten plaatste men palissaden en de Steenbergsepoort werd extra beschermd. Daar verdubbelde de garni zoensleiding na het sluiten van de poort ook de wachten. Blijkbaar verwachtten de Fransen dat de geallieerden vanuit het noorden zouden aanvallen. De stadspoorten werden 's avonds niet alleen gesloten, maar de beplanking van de vaste en de ophaalbruggen over de grachten werd weggehaald, de beweegbare bruggen werden opgehaald en vergrendeld. In de bastions en achter de courtines (de wallen tussen de bastions) bouwden de Fransen een Afb. 2: Uniformen Franse infanterie van linie fuseliers Tekening door Tim Reese, 2009. 37 De Waterschans 1 - 2014

Periodieken

De Waterschans | 2014 | | pagina 37