de Engelsen de Grote Markt zouden bereiken.
Doch met de hulp van de laatste reserve
troepen lukte het de Fransen hun tegen
standers uit de Hoogstraat te verdrijven, weg
ook bij de Bospoort en tot aan bastion Orange
te achtervolgen. Daar had Cooke met zijn
gardisten het voor het zeggen.
Terwijl Skerret bij bastion Hertell (10) met de
Fransen nog altijd in een patstelling verkeerde,
koos Henry bij de Steenbergsepoort eieren
voor zijn geld en blies de aftocht. Via het
schootsveld, de Thoolse dijk en de Zoute
Vest slaagden Henry en het restant van zijn
manschappen er in bastion Gadallière (11) te
bereiken. Daar voegde hij zich bij de achter
hoede van Skerret.
Aan de zuidzijde van de haven werd om het
bezit van bijna elk huis hevig gevochten. Zo
wisselde de woning van maire Vermeulen in de
Rijkebuurtstraat meerdere malen van bezetter.
Zijn 24-jarige zoon Petrus, die hij door het
huren van een plaatsvervanger uit het leger
had weten te houden, kwam daarbij om het
leven.16 Ook het huis van de gids Gerard Visser
aan de zuidzijde van de haven kwam enkele
keren in andere handen.17
OCHTENDGLOREN
Toen commandant Bizanet tegen het einde van
de nacht een tussenstand opmaakte, zag het er
voor de Fransen aanmerkelijk gunstiger uit: de
drie stadspoorten waren veilig in Frans bezit.
Hetzelfde gold voor de meerderheid van de
bastions. Het verlies van de Engelsen, vooral
aan opperofficieren, was aanzienlijk en een
van hun drie generaals, Goore, lag op sterven.
Het garnizoen kreeg weer moed. Alleen in het
Havenkwartier en op de omringende wallen en
bastions werd nog hevig gevochten.
Ook op bastion Hertell was de strijd nog altijd
aan de gang. De windmolen daar fungeerde voor
de aanvallers als een soort fort, waaromheen zij
zich verschansten. Voor de Fransen vervulde het
nieuwe kruitmagazijn dezelfde functie. Dankzij
versterking slaagden de Fransen er in de
troepen van Skerret bij de molen te verdrijven en
die in de bastions Gadallière (11) en Van Dun (12)
terug te dringen. Skerret vond hierbij de dood.
Ondertussen was de vloed opgekomen en was
er voor de Engelsen geen weg terug meer. Noch
Afb. 10: Monument ter herinnering aan luitenant kolonel George
Carlton (1781-1814) aan de noordzijde van de kerk van Wouw.
Opgericht door zijn kleinkinderen in 1897 na een bezoek aan
Wouw. De 33-jarige Carlton was bij de kerk van Wouw begraven.
Foto Miep Simons.
De Waterschans 1 - 2014
44